Na de eerste negen maanden van 2007 zijn in Europa iets minder nieuwe personenauto’s verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar. De verkopen blijven na drie kwartalen slechts 0,2 procent achter bij vorig jaar. Afgelopen maand werden 1,5 procent minder auto’s verkocht dan in september 2006.

Duitsland, één van de vijf grootste Europese markten, kende een terugval van elf procent. Dat is deels toe te schrijven aan het feit dat vorig jaar rond deze tijd veel mensen een nieuwe auto kochten, omdat bekend werd gemaakt dat de aanschafbelasting per 1 januari 2007 omhoog zou gaan. Ook in Spanje daalde de markt aanzienlijk, met bijna acht procent. Italië bleef stabiele, terwijl in Frankrijk en Groot-Brittannië meer auto’s werden verkocht dan vorig jaar.

Over het hele jaar gezien is de automarkt redelijk stabiel gebleven. De tegenvallende resultaten in Duitsland (acht procent in de min) en Spanje (twee procent in de min) worden gecompenseerd door positieve cijfers in Italië (plus 6,6 procent) en Groot-Brittannië (plus twee procent), terwijl Frankrijk na een moeizame start weer op nagenoeg gelijke hoogte is gekomen.

Volkswagen is het best verkochte merk in Europa, met een ruime voorsprong op Opel (en de Engelse equivalent Vauxhall). Waar Volkswagen in 2007 echter licht in de min staat, gaat het met Opel juist iets beter. Ford neemt de derde positie in. De vierde en vijfde plaats zijn voor de Franse merken Renault en Peugeot. Op de zesde plek staat Fiat, dat dit jaar van de hoogste genoteerde merken de grootste groei doormaakt.