Het kabinet wil de aanschafbelasting voor personenauto’s (BPM) vervangen door een CO2-heffing. De meest betrokken bewindslieden hebben hierover gisteravond overeenstemming bereikt. De milieubelasting moet gelijktijdig met de invoering van de kilometerheffing van start gaan.

De CO2-heffing moet 15 tot 25 procent van de opbrengst leveren, die het Rijk nu via de BPM binnenhaalt. Dat is ongeveer 3,5 miljard euro. Oppositiepartij VVD trekt de beweegredenen van het kabinet in twijfel. “Het gaat niet om het milieu, maar gewoon om geld in het laatje te brengen”, aldus Tweede Kamerlid Paul de Krom. “De BPM verdwijnt, maar komt terug met een ander labeltje.”

Uit uitgelekt onderzoek van drie planbureaus bleek onlangs dat de volledige afschaffing van de BPM nadelig kan zijn voor de economie omdat de kilometerheffing dan te hoog zou moeten worden vastgesteld. De inkomsten van de BPM zouden noodzakelijk zijn voor de schatkist. Staatssecretaris De Jager van Financiën liet in februari al weten de BPM te willen omvormen tot een milieubelasting. Samen met minister Eurlings van Verkeer werkt hij de komende dagen het voorstel verder uit. Naar verwachting komt het volgende week vrijdag in de ministerraad aan de orde.