Na de Verenigde Staten en Duitsland mag ook Groot-Brittannië zich buigen over een steunaanvraag van een autofabrikant. Eigenaar Tata vraagt een overbruggingslening om haar pasverworven merken Jaguar en Land Rover niet ten onder te laten gaan.

Nog maar acht maanden geleden verwierf Tata Motors de merken Jaguar en Land Rover van Ford. Tata financierde de aankoop met een lening van 3 miljard dollar (bijna 2,4 miljard euro). De Indiase autofabrikant had met de aankoop mooie producten in handen. Het kon in het voorjaar nog niet vermoeden dat er een kredietcrisis op komst was. Deze heeft de gezamenlijke verkoop van de twee merken met 4,7 procent doen dalen.

Nu heeft Tata moeite de lening af te betalen. Daarom zou Tata geheime gesprekken voeren met de Britse overheid over een overbruggingskrediet, zo onthulde gisteren de Sunday Times. Het zou gaan om een lening van 1 miljard Britse pond (1,2 miljard euro) over een looptijd van 24 maanden. Premier Gordon Brown zou de aanvraag bestuderen. Tata Motors wil geen commentaar geven.

De productie van de Jaguar Land Rover-groep binnen Tata is nog altijd in Groot-Brittannië gevestigd. Er zijn fabrieken in Solihull en Castle Bromwich nabij Birmingham en Halewood bij Liverpool. Er werken zo´n 15.000 mensen. Volgens het blad Autocar heeft Jaguar Land Rover de medewerkers gevraagd of 400 personen onder hen vrijwillig met ontslag willen. Ook zijn de werkshifts verkort en hebben er enkele productiestops plaatsgevonden. Allemaal om deze moeilijke economische situatie door te komen. Het blijft dus de vraag of de merken Jaguar en Land Rover als onderdeel van Tata zullen overleven.