De Zweedse overheid is niet bereid om Saab over te nemen van General Motors. Dat zegt de Zweedse minister van Industrie, Maud Olofsson. Ze reageert hiermee op de hints van GM-topman Rick Wagoner bij de presentatie van het GM-herstructureringsplan eerder deze week.

Wagoner gaf aan dat het merk Saab van GM kan worden afgesplitst. Per 1 januari 2010 kan het dan als onafhankelijk bedrijf verder gaan. Als voorwaarden voor deze constructie noemde Wagoner de hulp van de Zweedse overheid en ‘iemand die opstaat om op korte termijn het bedrijf over te nemen’.

Zweeds minister Olofsson is ‘diep teleurgesteld’ over Wagoner’s opmerking dat als er geen hulp komt van de Zweedse overheid, Saab aan het eind van de maand gedwongen wordt een faillissement aan te vragen. “Eigenlijk zegt GM dat het de handen in onschuld wast en de Zweedse belastingbetalers opzadelt met het probleem.” Mogelijk speelt ook mee dat veel Zweden vinden dat Saab, wat onder GM-bewind vooral verlies lijdt, altijd het ondergeschoven kindje is geweest bij General Motors.

Minister Olofsson ziet een reorganisatie bij Saab als meest realistische strategie. Daarbij zouden de goede bedrijfsonderdelen van Saab verder ontwikkeld moeten worden. Olofsson benadrukt dat de bal bij GM ligt om een dergelijke strategie te ontplooien: “De Zweedse staat en belastingbetalers worden geen eigenaren van autofabrieken.”

In december 2008 heeft de Zweedse staat GM toegezegd om kredietgaranties en noodleningen te verstrekken. De onderhandelingen daarover duren voort. General Motors wil nu dat de Zweedse overheid de helft van de benodigde zes tot acht miljard euro betaalt, maar laat in het midden hoeveel het zelf bereid is te investeren. Olofsson wijst erop dat GM vergeet te noemen dat er bovenop het gevraagde geld in de toekomst ook operationele kosten zijn.

De Europese dochterbedrijven van GM – naast Saab zijn dit Opel in Duitsland en Vauxhall in Groot-Brittannië – zien niet lijdzaam toe. Zij willen volgende week zelf komen met reddingsplannen. Intussen heeft Saab een lening aangevraagd bij de bank van de EU, de Europese Investeringsbank.