Nieuwe bestelwagens met ingebouwde roetfilters worden versneld op de Nederlandse markt gebracht. Dat is de strekking van het convenant dat gisteren gesloten werd tussen vertegenwoordigers van de regering, autosector en het bedrijfsleven.

De bijna 900.000 bestelwagens die rondrijden in Nederland zijn verantwoordelijk voor 25 procent van de uitstoot van schadelijk fijnstof. Dat kan worden drastisch worden verminderd door deze auto’s van een roetfilter te voorzien. Op dit moment gebeurt dat slechts bij 30 procent van de nieuwe bestelwagens. Met het convenant ‘Beperking fijnstofuitstoot lichte bedrijfsauto’s, bestelauto’s en kampeerauto’s’ kan dat percentage snel worden opgevoerd.

Het is de bedoeling dat eind 2009 al 70 procent van de nieuwe bestelwagens verkocht wordt met ingebouwd roetfilter. Dit loopt op tot 100 procent in 2012, wanneer de bestelauto’s alleen nog met filter kunnen voldoen aan de Europese fijnstofnormen die dan ingaan. Om de doelstelling te halen, zeggen fabrikanten en importeurs toe om modellen zonder ingebouwd roetfilter versneld uit het assortiment te halen.

Daarnaast zullen brancheverenigingen als Transport en Logistiek Nederland en het Midden- en Klein Bedrijf Nederland de kopers van nieuwe bestelwagens zo veel mogelijk stimuleren om te kiezen voor een exemplaar met roetfilter. De overheid geeft hiervoor 400 euro subsidie, volgens minister Cramer dekt dat 80 procent van de kosten van het filter. Staatssecretaris De Jager stelt tot en met 2011 51 miljoen euro beschikbaar voor deze regeling. Dat is mogelijk dankzij de accijnsverhoging op dieselolie die halverwege 2008 inging.