De Europese Investeringsbank (EIB) heeft deze week 3 miljard euro aan leningen toegekend aan verschillende fabrikanten van personen- en vrachtauto’s. Het geld is bedoeld voor het ontwikkelen van zuinige, schone auto’s en dus niet om de crisis het hoofd te bieden.

Deze week kende de EIB drie miljard euro toe van de toegezegde zeven miljard aan leningen voor de auto-industrie. Het gaat om kredieten voor onderzoek en ontwikkeling van schone en zuinige auto’s.

Het grootste deel van de drie miljard gaat naar de fabrikanten van personenauto’s. PSA (Peugeot en Citroën), Renault, de Fiat Groep, BMW en Daimler (onder meer Mercedes-Benz en Smart) krijgen allemaal 400 miljoen euro te leen. Volvo Cars (personenauto’s) moet het doen met 200 miljoen. De rest van het geld wordt verdeeld over de vrachtwagenbouwers Volvo Trucks en Scania. De Volkswagen Groep heeft geen lening aangevraagd.

In april of mei komt nogmaals 2,8 miljard euro beschikbaar. Dat brengt het totaalbedrag aan leningen sinds december 2008 op 6,3 miljard euro. Over de toekenning van de rest van het gereserveerde geld voor het eerste halfjaar van 2009 wordt in juni overleg gevoerd. Daarna zullen tot 2012 vergelijkbare beschikbaar zijn voor investeringen binnen de auto-industrie.

De Europese koepel van autofabrikanten Acea verwelkomt de leningen. Maar in een persbericht zegt de organisatie: “De leningen van het EIB dragen er aan bij dat de autofabrikanten op tijd aan de milieuregelgeving kunnen voldoen, maar het lost de problemen die ontstaan door de bijzondere economische omstandigheden niet op.” De Acea dringt daarom aan op EU-kredieten voor verkoop- en productie-activiteiten. “Er staan levensvatbare bedrijven op het spel en de EU riskeert om te weinig, te laat te doen.”