In 1996 was de Honda CR-V een van de eerste zogenaamde softroaders en daarmee een voorbode van het tegenwoordig zo populaire midi-SUV-segment. Met een totale productie van 5 miljoen stuks tot nu toe mag deze Japanse pionier met recht een succes worden genoemd. De nieuwe CR-V krijgt het moeilijker, want de concurrentie is heviger dan ooit. Daarom komt er aan de onderkant van het gamma voor het eerst een voorwielaangedreven variant. In de omgeving van München maakte ik de eerste kilometers met de vierde generatie Honda CR-V.

De nieuwe CR-V ziet er nog even eigenzinnig uit als zijn voorganger, aangevuld met moderniteiten als LED-verlichting voor en achter. Een 3 cm lagere en nog beter gestroomlijnde carrosserie zorgt voor een verminderde luchtweerstand en een afname van windgeruis. Achterin de CR-V is het aanzienlijk ruimer dan voorheen. Zelfs een lange volwassene kan goed ‘achter zichzelf’ zitten, terwijl de 589 liter grote kofferbak maatgevend is in deze klasse. Dat kan niet gezegd worden van het materiaalgebruik binnenin. Handig is de inventieve, neerklapbare achterbank. Met één hendel klappen zowel zitting als hoofdsteun naar voren en valt simultaan de rugleuning om, waardoor een vrijwel vlakke laadruimte van 1.669 liter wordt gecreëerd.

Honda CR-V introductie

Dynamische rijkwaliteiten

De vorige CR-V maakte indruk met zijn dynamische rijkwaliteiten en dat geldt onverminderd voor de vierde generatie. De elektrische stuurbekrachtiging doet geen afbreuk aan het stuurgevoel en de wegligging is formidabel voor een SUV. De CR-V helt weinig over en is koersvast, terwijl het comfort daaronder niet lijdt. De CR-V is compleet nieuw, maar het motorenpalet veranderde nauwelijks. De atmosferische 2.0 i-VTEC benzinemotor werd 5 pk sterker en levert nu 155 pk, de 2.2 i-DTEC turbodiesel blijft met 150 pk even sterk. Een weinig spannende noviteit is de eco-knop, die een tammere rijmodus en groene dashboardverlichting inschakelt. Eveneens nieuw is het uitstekend functionerende start/stop-systeem, uitsluitend voor de handgeschakelde versies. Deze zesbak schakelt met veel gevoel en korte, bijna sportwagenachtige slagen.

Instapper is de beste keuze

Daarnaast is de CR-V leverbaar met een enigszins achterhaalde, vijftraps automaat. De koppelomvormer laat redelijk wat slip toe: comfortabel, maar niet erg efficiënt. Door het gemis van een zesde verzet spreidt deze transmissie de trekkracht minder mooi uit en dat valt vooral bij de 2,0 liter benzinemotor op, omdat deze motor wat meer toeren nodig heeft om vlot vooruit te komen. Na het rijden met alle motorvarianten komt de tweewielaangedreven variant van de handgeschakelde 2.0 i-VTEC als beste keuze naar voren. De vierwielaandrijving mis je onder normale rijomstandigheden niet. De koppelrijke diesel rijdt fijner, maar is ook duurder en alleen in combinatie met 4WD leverbaar. De exacte prijs van de 2.0 i-VTEC 2WD is nog niet bekend, maar door lagere uitstootcijfers en een eenvoudigere aandrijving is pakweg 30 mille een reële indicatie.