2011 is het jaar waarin we elektrisch gaan rijden. Het jaar waarin de beloftes worden ingelost. Het jaar waarin voor het eerst een elektrische auto de titel ‘Auto van het Jaar’ binnenhaalt. Het is, kortom, het jaar van de Nissan Leaf. In deze rijtest lees je waarom.

Elektrische auto’s zijn duur, de actieradius is te beperkt en de levensduur van de accu’s is onbekend. Dat zijn de voornaamste bezwaren die je hoort als op een feestje het onderwerp elektrisch rijden ter sprake komt. De angst voor het onbekende is groot, het is nogal een ommezwaai. Zeker als je bedenkt dat we sinds het bestaan van de auto – grofweg eind 18e eeuw – gebruik maken van fossiele brandstoffen. Er zijn in de loop van de tijd wel verschillende proefballonnetjes opgelaten maar nooit werd elektrisch rijden zo concreet als nu. Onder druk van de overheden, die nadrukkelijk aansturen op elektrisch rijden als oplossing voor de toekomst en deze vorm van aandrijving dan ook fiscaal ondersteunen. Mitsubishi kwam begin dit jaar als eerste van de grote merken met een elektrische auto, de compacte i-MiEV. Nu volgt Nissan met de Leaf.

Kikkerogen

Als je de Leaf ziet heb je niet direct het idee oog in oog te staan met een speciaal model. Misschien is dat wel de kracht van de Leaf, hoewel ik gezegd moet hebben dat het geen knapperd is. Het ontwerp als geheel ligt vanuit bepaalde zichthoeken niet echt makkelijk op het netvlies. De koplampen zijn het meest opvallend, ze steken als kikkerogen boven de motorkap uit. Zelfs vanuit de cabine zie je de kunststof behuizing de lucht in priemen. De Leaf oogt wel als een serieuze auto, hoewel het ontwerp best een maatje grotere wielen mag hebben. Helaas kan Nissan die niet leveren. De importeur is erg trots op de verkiezing van de Leaf tot Auto van het Jaar, de grote stickers op de zijkant van de testauto laten hierover geen misverstand bestaan.

Mocht je wat moeite hebben met het onevenwichtige design van de Leaf, stap dan eens in. Het interieur zal je beter bevallen. Lichte kleuren, veel displays en de toepassing van hoogglans zwarte kunststof geven het binnenste van de Leaf een hightech aanzien. En dat zonder dat het dashboard onoverzichtelijk wordt. Het aantal knoppen is beperkt en de werking ervan duidelijk. Het navigatiesysteem bevat een overzicht van alle laadpalen. Alle plaatsen waar je de Leaf aan de stekker hangt slaat het systeem op als oplaadpunt. Op zich handig maar niet als de auto door meerdere bestuurders wordt gebruikt. Dan kun je zomaar bij iemand voor de deur staan met je stekker, maar geen oplaadpaal te bekennen.

Mocht je wat moeite hebben met het onevenwichtige design van de Leaf, stap dan eens in 

Het dashboard is opgetrokken uit harde kunststoffen maar ze ogen en voelen niet goedkoop. Daar komt Nissan dus mee weg. De deuren zijn bekleed met lederlook-materiaal en Alcantara, dat geeft een luxe gevoel. Ruimte biedt de Leaf in overvloed, zowel voor- als achterin vinden – ook langere passagiers – een prima zitplaats. Wat dat betreft is de Leaf een volwaardige gezinsauto. De kofferbak is met 330 liter inhoud voldoende ruim maar onregelmatig van vorm. Dat komt omdat een deel van de accu’s in een bak direct achter de achterbank is geplaatst. Ondanks dit obstakel laat de achterbankleuning zich in twee delen omlaag klappen, wat de bruikbaarheid van de Leaf vergroot.

Carillon

Om de auto te starten druk je op de daarvoor bestemde knop rechtsonder de stuurkolom. Er klinkt een gezellig carillon en op het dashboard lichten tal van lampjes en metertjes op. Er is een digitale snelheidsmeter, een indicator voor de accu-inhoud en eentje voor de temperatuur van de batterijen. En nog allerlei andere lampjes waarvan de betekenis niet in een opslag duidelijk is. Het display boven het stuur geeft met een boompje aan hoe milieubewust je rijdt. Hoe meer takken aan de boom en uiteindelijk hoe meer boompjes, des te energiezuiniger je rijdt. Erg streng is het systeem niet, ook als ik niet erg mijn best doe om efficiënt met de batterij-inhoud om te gaan groeit het boompje gestaag.

Het opvallende pookje laat zich met een korte beweging in ‘D’ leggen. Hiervoor hoef je overigens niet per se het rempedaal ingedrukt te houden. De pret kan beginnen. Druk het gaspedaal – een ander woord is er nog niet voor – in en geniet van een lineaire en vlotte acceleratie. Soepel en geruisloos zijn de woorden die passen bij elektrisch rijden. De Leaf is met 80 kW (109 pk) en 280 Nm in theorie niet direct een strepentrekker maar toch voelt hij zeer vlot aan. Je kunt namelijk het gaspedaal vloeren zonder dat er een orkest van onder de motorkap klinkt. Het kost jou en de auto maar heel weinig moeite om de maximale prestaties eruit te halen. Dat komt mede omdat het maximale koppel al vanaf 0 tpm beschikbaar is, een groot voordeel van een elektromotor. Je kunt nog heel wat ‘snelle jongens’ verrassen tijdens een stoplichtsprintje. Aandrijfreacties zijn er nauwelijks, hoewel je bij tussentijds accelereren soms het stuur iets voelt trekken.

De Nissan Leaf laat zien dat er een leven is na de brandstofmotor

Stil

Je hoort ergens in de verte wel de elektromotor zoemen maar verder blijft het behoorlijk stil in de Leaf. Natuurlijk, het banden- en windgeruis is wel aanwezig maar je rijdt ongemerkt veel sneller dan je denkt. Als je tussentijds accelereert dan geeft de Leaf altijd thuis, hoewel boven de 120 km/u het tempo er langzaam uitgaat. Je rijdt overigens met speels gemak naar de begrensde topsnelheid van 145 km/u.

Elke grappenmaker kan de stekker eruit trekken en dan kom je de volgende dag mooi niet op je werk. Nou ja, je kunt nog met de trein gaan. Die rijdt ook op elektriciteit.

De actieradius, toch wel het grote struikelblok bij elektrische voertuigen, ligt in de praktijk zo rond de 100 kilometer. Om die afstand te bereiken hoef je niet eens heel erg ‘eco’ te rijden. Wel ligt het stroomverbruik op de snelweg fors hoger. Voor woon-werkverkeer is 100 kilometer afdoende maar een weekendje Normandië zit er niet in. Zorg er wel voor dat je goede oplaadfaciliteiten laat aanleggen, zowel thuis als op de zaak. Het gepruts met verlengsnoeren ben je na een week echt wel zat. Net als de eerder geteste Mitsubishi i-MiEV heeft de Leaf geen ‘hufterproof’ oplaadsysteem. Elke grappenmaker kan de stekker eruit trekken en dan kom je de volgende dag mooi niet op je werk. Nou ja, je kunt nog met de trein gaan. Die rijdt ook op elektriciteit.

Consistent

De Nissan Leaf pretendeert niet sportief te zijn en dat zie je terug in de afstelling van het onderstel en de besturing. Vering en demping zijn comfortabel afgestemd, wat de Leaf een rustig karakter geeft. Ondanks dat blijft het overhellen in bochten beperkt, hoewel de 1.500 kilo’s zich wel even moeten ‘zetten’. Als je een beetje pusht dan bereik je al snel de grens. Het onderstuur is voorspelbaar, al voel je wel dat er veel gewicht aan de achterzijde zit maar dit leidt niet tot gevaarlijke situaties. De auto glijdt hooguit wat over z’n achterwielen mee.

De besturing sluit mooi aan bij de onderstelafstemming: niet al te communicatief en direct maar wel consistent. Prima voor een gezinsauto. De reminstallatie voldoet, al moet je het pedaal wel iets steviger dan gemiddeld indrukken. Bij een noodstop is de pedaaldruk ineens een stuk minder en met behoorlijk wat theater komt de Nissan kreunend tot stilstand. Het relatief hoge gewicht werkt dan duidelijk in het nadeel.

Perspectief

34.990 euro. Dat is het bedrag dat Nissan vraagt voor de Leaf. Dat lijkt veel geld voor een compacte middenklasser en dat is het ook maar je moet het wel in perspectief zien. De Leaf is behoorlijk rijk uitgerust, zo’n beetje alles zit erop – inclusief navigatiesysteem, achteruitrijcamera en volledige LED-verlichting. Het is de eerste volledig elektrisch aangedreven gezinsauto en dat is ook wat waard. Als je de prijs van de Leaf vergelijkt met die van het trio Mitsubishi i-MiEV – Citroën C-Zero – Peugeot iOn dan is de Nissan zelfs zeer gunstig geprijsd. Voor zo’n 2.000 euro meer ten opzichte van de Franse-Japanse drieling heb je heel wat meer auto en heel wat meer luxe. En vergeet ook niet de fiscale voordelen - geen bijtelling, geen wegenbelasting - ten opzichte van auto’s met een vergelijkbaar formaat.

De Nissan Leaf laat zien dat er een leven is na de brandstofmotor. Met alle respect voor Mitsubishi en auto’s als Think City en Tesla Roadster maar de Leaf is de eerste écht serieuze elektrisch aangedreven auto. Natuurlijk blijft de beperkte actieradius een – onoverkomelijk? - struikelblok maar verder laat de Nissan zien dat elektrisch rijden veel voordelen heeft. ‘Smooth’. Dat is het woord dat past bij de Leaf. De motor is stil, trilt niet en laat de auto met speels gemak vlot accelereren. De rest van de auto past goed bij dat soepele motorkarakter; de Leaf is comfortabel geveerd en de besturing doet geen enkele poging om het je moeilijk te maken. Het gaat allemaal zo makkelijk dat het zelfs een beetje saai wordt, hoewel je dat ook ‘rustgevend’ zou kunnen noemen. 2011 is meer dan terecht het jaar van de Leaf. Voor zolang het duurt want de Opel Ampera en Chevrolet Volt komen eraan. Die hebben dankzij hun range extender een veel grotere actieradius. En is dat niet wat we wensen voor 2012?