Het zal je als importeur maar gebeuren: plotsklaps wordt door een aantal overheidsmaatregelen je product bijna onverkoopbaar. Het overkwam de importorganisatie van het Koreaanse SsangYong, een merk met voornamelijk terreinwagens. En juist dat segment kreeg na afschaffing van de particuliere grijskentekenregeling en invoering van de ‘slurptax’ de grootste klap. Het deed SsangYong in Nederland de das om. Vorig jaar ging het Koreaanse merk bijna failliet maar onder een nieuwe, Indiase eigenaar maakt het merk een comeback. Uiteraard met een terreinwagenachtige, maar nu in een handzamer en populairder formaat dan voorheen. Getekend door een Italiaan en afgestemd op het Europese wegennet. Dat schept verwachtingen, ik ben benieuwd!

Zelden kreeg ik van voorbijgangers zo vaak de vraag met wat voor auto ik eigenlijk rijd. Bij het noemen van de namen Rexton of Rodius gaat er bij de meeste mensen een lampje branden. Het antwoord is in de meeste gevallen: “Goh, deze lijkt totaal niet meer op die auto’s”. De naam Korando gebruikt het Koreaanse merk weliswaar voor de tweede keer, maar de nieuwe heeft qua model niets meer met de oude te maken - dat was namelijk een echte terreinbeul. Deze Korando is vriendelijker vormgegeven en gaat de strijd aan met auto’s als de Kia Sportage en de Hyundai ix35. Er is op de Italiaanse tekentafel veel werk verricht. Het ontwerp heeft hier en daar trekjes van een aantal andere auto’s, maar in zijn geheel smoelt de nieuwe Koreaan goed en hij heeft een serieuze uitstraling. Onder de compleet uitgeruste testauto zitten standaard fraaie donkergekleurde wielen, die in combinatie met de aluminiumkleurige dakrails de auto een chique tintje geven.

Verrassing

Aan de vormgeving van het interieur is minstens zoveel aandacht geschonken als aan het exterieur. Het binnenste van de Korando ziet er prima uit en alle functies zijn gemakkelijk te bedienen. Het materiaalgebruik is echter onder de maat. Harde soorten kunststof domineren het interieur en zelfs de toplaag van het dashboard is keihard. Daar valt duidelijk nog winst te behalen bij eventuele updates. De stoelen zijn daarentegen een grote verrassing. Die zitten prima en bieden een goede steun. De zitpositie is vergelijkbaar met die van een normale personenauto, maar helaas is het stuurwiel alleen in hoogte verstelbaar en daardoor staat het voor langere personen iets te ver weg. Een ander nadeel is het ontbreken van een fabrieksnavigatiesysteem. Iedere concurrent heeft dit inmiddels in de optielijst staan, maar SsangYong kan het voor de Korando niet leveren.

De versnellingsbak schakelt soepel en trefzeker, een behoorlijke verbetering ten opzichte van de oude modellen

Ondanks zijn bescheiden formaat biedt de Korando volop zitruimte. Door de hoger geplaatste achterbank komen ook langere personen niet snel in de knel met de voorstoelen. De kofferbak biedt voldoende ruimte, maar het houdt niet over. Wel bevindt zich onder de laadvloer nog een aardige ruimte voor losse spullen.

Van terreinbeul naar SUV

Je hoeft niet lang te denken over de motorkeuze, er is namelijk maar één krachtbron beschikbaar en dat is een tweeliter diesel met 175 pk. Er bestaat daarna nog wel de keuze tussen een handgeschakelde of automatische versnellingsbak en voor- of vierwielaandrijving. Door de exorbitant hoge meerprijs van 9.000 euro zal vrijwel niemand de automatische versnellingsbak bestellen, maar de vierwielaandrijving is voor slechts 2.000 euro extra de moeite waard. De testauto is een 4WD met handgeschakelde zesbak in de meest complete Sapphire uitvoering. De nieuwe dieselmotor is door SsangYong zelf ontwikkeld en wekt daardoor grote nieuwsgierigheid. Bij de koude start is het blok vrij gehorig, maar op bedrijfstemperatuur verdwijnt het geratel naar de achtergrond. Toch blijft er een vreemd geluid hoorbaar, alsof er wat losse spijkers in het blok liggen te rammelen. Het is niet irritant, maar het valt wel op. Het blok voelt krachtig aan en al bij lage toeren komen het maximale vermogen en koppel vrij, waardoor er snel opgeschakeld kan worden. Tot 4.000 tpm trekt de Korando in één lijn door en is de snelheidsbeleving groot. Zelfs in de laatste verzetten en op snelwegtempo gaat de SsangYong er nog best rap vandoor. Met een normale rijstijl consumeert de Korando een liter diesel per 13,5 kilometer. Voor een auto met dit gewicht en deze stroomlijn is dat absoluut geen verkeerde waarde.

De zitpositie is als in een normale personenauto, helaas is het stuurwiel alleen in hoogte verstelbaar

De versnellingsbak schakelt soepel en trefzeker, een behoorlijke verbetering ten opzichte van de oude modellen. De nieuwe Korando rijdt als een personenauto, terwijl z’n voorgangers de wegligging van een terreinauto hadden. De besturing is nog wel enigszins indirect en laat zich licht bedienen, waardoor je weinig contact hebt met de weg. Het onderstel is daarentegen prima afgestemd. SsangYong heeft een mooie balans tussen comfort en dynamiek gevonden. De Korando is niet te hard gedempt en zeker niet te slap geveerd. Het overhellen in de bochten wordt hiermee niet voorkomen, maar het stuiteren over drempels des te meer. Om brandstof te besparen en een gunstiger energielabel te ontvangen, kiest het merk niet langer voor permanente vierwielaandrijving. De krachten gaan voor 90 procent naar de voorwielen en pas als er gripverlies ontstaat, wordt de verdeling 50/50 voor/achter. Er bestaat wel een mogelijkheid om tot 50 km/u de aandrijving te ‘locken’, zodat je er zeker van bent dat de wielen op volle kracht meedraaien. Boven die snelheid is het toch echt de computer die deze beslissing maakt. Het is dus absoluut geen terreinbeul meer, maar een stoere crossover die als het echt nodig is nog wel een onverharde weg mee kan pikken. Echt de bergen in om op kruipsnelheid modderpaden te trotseren, zit er voor de nieuwe Korando niet in.

Serieus werk

Het is duidelijk dat SsangYong serieus werk van de Korando heeft gemaakt. Na een nogal abrupt einde van de vorige generaties is het tijd om naar de toekomst te kijken. De nieuwe Korando is een goed begin om naamsbekendheid en klanten terug te winnen. Hij rijdt comfortabel en biedt redelijk wat ruimte aan z’n inzittenden. Misschien nog wel het allerbelangrijkste is het nieuwe uiterlijk. De Italiaanse invloeden hebben wat dat betreft veel goeds gedaan en het exterieur oogt modern en stoer. Aan de binnenzijde valt er nog wel wat te sleutelen: met name het materiaalgebruik en de vormgeving van de knopjes zouden best wat verfijnder mogen zijn. Het zal nog wel een flinke kluif worden om qua verkoopaantallen de concurrentie bij te benen. Daarvan zal SsangYong het de komende jaren niet moeten hebben, wel van de trouwe klanten die de toekomst van het merk zullen bepalen. Vergeet het verleden en denk aan het heden!