Peugeot werkt hard aan zijn sportieve imago. De GTi is terug van weggeweest en nu introduceert het merk een nieuwe sportieve pretletter: R. Dit is het antwoord op alles waar je al jaren om vroeg. De RCZ is namelijk een leuke coupé, maar wel een tikkeltje tam. Nu is er dan eindelijk die hete versie en met 270 pk, verlaagde koets, stijvere veren, gigantische remmen, forse wielen en een ruige spoiler lijkt het totaalpakket in elk geval veelbelovend. Komt tijd, komt raad. Of die raad met de RCZ-R gekomen is, test ik graag voor je!

Op het eerste gezicht is Peugeot al meer dan geslaagd in zijn sportieve missie. Wat ziet die RCZ-R er dik uit! De recente facelift heeft de coupé al wat stoerder gemaakt, maar de R laat helemaal niets aan de verbeelding meer over. Met deze auto valt niet te spotten. De 19-inch wielen zijn prachtig, met de uitgefreesde ‘R’ als bijzonder detail. Daarachter zitten kunstig vormgegeven remschijven (!), in de greep van rode remklauwen. Maar dat is nog niet alles: een dakje van echte koolstofvezels (1.510 euro), forse stortkokers en een dikke achterspoiler maken het plaatje compleet. 

Het echte werk

De looks zijn mooi meegenomen, maar het belangrijkste is natuurlijk de rijervaring. En reken maar dat Peugeot daar werk van gemaakt heeft! Ten opzichte van de 208 GTi merk je bijvoorbeeld direct dat hij stoïcijnser blijft in bochten. Dat komt goed van pas, want in combinatie met het mechanische Torsen-sperdifferentieel zijn ‘curven’ echt zijn domein. Je kan sceptisch zijn over het hoge vermogen in combinatie met voorwielaandrijving, maar Peugeot doet je kritiek verstommen. Natuurlijk voel je aandrijfreacties en ‘bevriest’ het stuur bij volgas, maar de snelheid waarmee je deze machine de bocht uit lanceert is fenomenaal. Let wel: daarbij volgt de auto de door jou opgegeven koers en geen eigen, door gripverlies ingegeven route. De onvolkomenheden in de besturing geven je juist het gevoel dat je écht rijdt en serieus veel vermogen aan het beteugelen bent.

Je kan sceptisch zijn over het hoge vermogen in combinatie met voorwielaandrijving, maar Peugeot doet je kritiek verstommen.

Laat je in een snel genomen bocht – of op een vochtige rotonde – het gas los, dan verrast de R je met een fijne dosis lift-off oversteer. De engineers van Peugeot hebben dat bewust ‘ingebouwd’, als knipoog naar de losse kontjes van snelle Peugeots van weleer. Die stap opzij is geen stap terug, maar juist een stap vooruit. Deze eigenschap maakt de RCZ-R namelijk weer écht speels, een eigenschap die we bij moderne hot hatches niet altijd meer terugzien. Toegegeven, het is nergens voor nodig en sneller ga je er niet mee door de bocht maar het maakt het een stuk spannender.

Wil je wél snel door de bocht? Houd dan gewoon je poot stijf op het gas. Dankzij het eerder genoemde sperdifferentieel liggen snelheden bij het uitaccelereren van bochten zó hoog dat je gewoonweg niet begrijpt waarom niet iederéén zo’n differentieel gebruikt. Het antwoord: zo’n ding is gewoon niet goedkoop. Gelukkig heeft Peugeot daar lak aan gehad, waarvoor hulde.

De lijn doorgezet

Van binnen wordt de sportieve lijn doorgezet. De RCZ R is welhaast de eerste sportieve Peugeot waarin je niet te hoog zit, maar eigenlijk precies goed. De zittingen zijn on-Frans lang en voorzien bijna elk postuur van de juiste steun. Daarbij laten de sportief geprofileerde zetels zich goed verstellen, wat ook voor het sportstuur geldt. Dit stuurtje is niet zo klein als in de 208, maar wat is het een fijn ding! Het ontbeert de te dikke rand en afgeplatte onderkant die de mode van tegenwoordig voorschrijft maar biedt daarom precies wat je wilt: een goed stuurgevoel, zonder fratsen. Helaas is de multimedia aan boord gedateerd. Het systeem kan qua bediening niet meer meekomen met de moderne touchscreens, zoals die in de nieuwe 308.

Dat geldt zeker níet voor de stuurinrichting. Hoewel die elektronisch bekrachtigd is geeft hij een goed stuurgevoel door. Dat de besturing aan de lichte kant is vergeef ik hem graag, want het geheel voelt veel natuurlijker aan dan de kunstmatige zwaarte die veel fabrikanten tegenwoordig inbouwen. De inrichting is vrij direct zonder op de lange afstand te irriteren. Hooguit zoeken de 235mm brede Goodyear Eagle F1-banden de diepste sporen in het wegdek op, maar daar geven ze een hoop grip voor terug.

Een dak van koolstofvezel kost op de Peugeot RCZ-R 1.510 euro extra

Is er dan niets negatiefs te melden over deze RCZ-R? Oh, zeker wel! Wat mij betreft blijft de geluidsbeleving namelijk fors achter bij de rijsensatie. De auto rijdt een stuk opzwepender dan hij klinkt. Zo rond de 2.300 tpm is er een lekker foute ‘grom’ te horen, maar hoger in toeren hoor je bovenal een doodgewone viercilinder die het stevig voor zijn kiezen krijgt.  De omstanders mogen gelukkig wel genieten van een ferme leeuwenbrul, waardoor je je des te meer afvraagt waarom dat plezier jou niet gegund wordt. Accessoiremarkt, kom er maar in!

Met z’n tweeën

Het is duidelijk, met die RCZ-R kun je een hoop plezier beleven. Dat kun je alléén doen of samen, daarna houdt het wel op. De achterzitjes zien er weliswaar leuk uit, ze zijn louter geschikt voor jonge kinderen en kinderstoeltjes. En dat is niet direct een aanrader, want na elke sportief genomen bocht zitten de luiers natuurlijk weer bomvol. Nee, het beste kun je gewoon de achterbank omklappen waarmee je de al niet kinderachtige kofferbak van 321 liter praktisch verdubbelt. En dat is prettig, want een fijne roadtrip maken wordt zo wel héél aantrekkelijk.

Nog aantrekkelijker is het brandstofverbruik. Hoewel je van mij mag aannemen dat de RCZ-R héél onzuinig te rijden is wanneer je constant de grenzen opzoekt en overschrijdt, rijdt hij met hetzelfde gemak ook zomaar 1 op 13. Als je constant 120 km/u rijdt staat precies dat verbruik op de boordcomputer, pas bij 150 km/u doorbreek je de 1 op 10-grens. Dat is netjes, heel erg netjes voor een auto met dit vermogen. Nog leuker: het gecombineerd verbruik van de RCZ-R is in theorie het laagst van alle leverbare benzinemotoren. 

Alles heeft een prijs

Een korte samenvatting: de RCZ-R rijdt fantastisch, ziet er goed uit en biedt alles wat je wenst voor een roadtrip. Nu resten er slechts twee vragen: wat kost ‘ie? En is ‘ie dat waard? De eerste vraag kan ik eenvoudig beantwoorden: vanaf 48.600 euro is de RCZ-R van jou. Dat lijkt best veel geld voor een compacte coupé, maar leg de prijs van de (binnenkort te vervangen) Audi TTS ernaast dan valt het allemaal best mee. De snelle TT kost namelijk minimaal 64.000 euro. De meerprijs van de RCZ-R ten opzichte van de 200 pk sterke RCZ van 10.000 euro zie je dankzij de bemoeienis van Peugeot Sport echt terug. De R beschikt namelijk over een magistrale motor, bijzonder goede remmen, een lekker speelse onderstelafstemming en ontzettend fijne sportstoelen. Het is een boude uitspraak, maar ik durf hem aan: ondanks zijn voorwielaandrijving rijdt de RCZ-R spectaculairder dan de veelgeprezen Toyota GT 86. En dat zegt wat…