Met die explosie aan nieuwe auto’s bij Citroën zou je bijna vergeten dat de C4 er ook nog is. Deze ‘modale’ Citroën krijgt toch mooi de primeur van een gloednieuwe driecilinder turbomotor. Een pareltje van een krachtbron, dat kan ik nu alvast verklappen. Maar hoe bevalt het totaalpakket?

Eerlijk is eerlijk: in zijn klasse is er keuze te over en dan is de Citroën C4 met zijn weinig sprekende uitstraling en 3 jaar levenservaring geen hoogvlieger op de keuzelijstjes. De particuliere koper kan uitwijken naar alternatieven met meer garantie en de leaserijder kan zijn lol op met auto’s met nog minder bijtelling. De grootste concurrent van de C4 komt misschien wel uit eigen huis: de nieuwe Peugeot 308, die met dezelfde nieuwe motor te bestellen is. Zou je de keuze tot die twee auto’s beperken, dan heeft de Citroën een heel belangrijke troef achter de hand: een aanzienlijk lagere aanschafprijs.

Uit de kunst

Eerst die motor. De 1,2-liter driecilinder met turbo maakt deel uit van een compleet nieuwe reeks motoren die in zo’n beetje elk model van Peugeot en Citroën komt te liggen en deels de 1,6-liter viercilinders zal vervangen. Grof gezegd is de motor in omvang 25 procent kleiner, maar raakt geen vermogen kwijt - integendeel, ten opzichte van de uitgaande 1.6 VTi komt er 10 pk bij. Hij verbruikt ook minder brandstof. Dat is niet alleen te danken aan het kleiner en lichter maken van de motor, maar ook aan een technische trucs om de temperatuur zo gunstig mogelijk te houden en wrijvingsverliezen te reduceren. Zo heeft deze motor niet één thermostaat in het koelsysteem, zoals gebruikelijk, maar twee.

Wat opvalt is hoe stil deze motor zijn werk doet.

Wat opvalt is hoe stil deze motor zijn werk doet: je hoort hem nauwelijks, je voelt geen trillingen, het is werkelijk uit de kunst. Pas als je boven de pakweg 3.000 toeren komt, hoor je dat roffeltje dat zo typisch is voor driecilinders en dan nog blijft het allemaal heel beschaafd. Een pluim voor Citroën voor de uitstekende geluidsisolatie. Sta je namelijk buiten de auto, dan klinkt de e-THP veel minder charmant, als een diesel bijna. Over z’n werklust geen klachten: ook vanuit lage toeren pakt de motor goed op. Er mag zelfs een aanhanger van maximaal 1.550 kg (!) achter.

De zesversnellingsbak schakelt een beetje als een transmissie van BMW: wat stroefjes, maar de versnellingen zijn allemaal goed te vinden. Een hele verbetering ten opzichte van de vijfbak uit de 1.6 VTi. Opvallend zijn de aanwijzingen van de schakelindicator in het instrumentenpaneel: je kunt 50 km/u in de derde versnelling rijden (of 80 km/u in 5) zonder dat ‘ie vraagt een versnelling op te schakelen. Er zijn genoeg andere auto’s waarbij je de motor op zijn tandvlees laat lopen als je exact doet wat de indicator je opdraagt. De uiteindelijke verbruiksscore kwam uit op een keurige 6,0 l/100 km (1 op 16,6).

De e-THP-motor in de Citroën C4 laat weinig van zich horen. Een fijne motor.

Het goede gevoel

Op andere vlakken blinkt de C4 wat minder uit. Hoewel de besturing niet overdreven is bekrachtigd, kun je maar moeilijk aanvoelen hoeveel graden je hebt ingestuurd. Hierdoor moet je in langere bochten je aanvankelijke stuurbeweging alsnog een of twee keer corrigeren. Drempels pakt de Citroën prachtig, maar korte oneffenheden in de weg voel je dan weer wel meer dan je lief is. Het domein van de C4 ligt duidelijk op de grande routière. Citroën heeft daar ook de juiste stoelen voor gemonteerd. Ze zijn bovendien heel ruim verstelbaar, waardoor je in combinatie met het in hoogte en diepte verstelbare stuur altijd wel een goede zitpositie kunt vinden.

Je koopt niet het nieuwste, beste of het spannendste met deze C4, maar daar is de prijs ook naar. 

De passagiers achterin moeten daar iets meer hun best voor doen. Voor kinderen is het allemaal in orde, maar een volwassene heeft nog maar weinig speling ten opzichte van hemel en voorstoel. Met iets meer dan 400 liter inhoud is de kofferbak van de C4 wél heel ruim te noemen. De achterbankleuning laat zich makkelijk in twee ongelijke delen platleggen, maar de zitting blijft waar hij is - een vlakke laadvloer is dus niet mogelijk. Het interieur is over het algemeen mooi afgewerkt, hooguit een beetje too much met het  chroom hier en daar en het verdwaalde carbonmotiefje op het centrale deel van het dashboard. Er is een mooie zachte toplaag op het dashboard aangebracht. Alleen het gedeelte waar de uitstroomopeningen richting voorruit huizen is van glad plastic. Dat is voor ‘het luxe gevoel’ niet erg (je kan er toch niet bij) maar het reflecteert zonlicht in de voorruit.

Citroën veroorlooft zich maar weinig ‘fratsen’ in de C4, behalve dan (althans, in deze Collection-uitvoering) dat je de kleur van de instrumentenverlichting kan wisselen van wit naar vijf tinten blauw en het geluid van de richtingaanwijzers kunt veranderen. Een gadget die wel nuttig is, is de van Saab afgekeken ‘night panel’-knop, waarmee je alle dashboardverlichting kunt uitzetten, behalve die van de snelheidsmeter. Dat maakt rijden in het pikkedonker een stuk aangenamer.

Sympathiek aanbod

Je koopt niet het nieuwste, beste of het spannendste met deze C4, maar daar is de prijs ook naar. Voor deze Collection-uitvoering betaal je 22.990 euro; een gelijkwaardig uitgeruste Peugeot 308 met dezelfde motor kost je bijna 4.000 euro meer. Die Collection is simpelweg compleet uitgerust, zelfs zo dat de duurdere Exclusive hier niet veel meer aan toevoegt. Zakelijke rijders kunnen voor een Business-uitvoering gaan, die praktisch dezelfde specificaties heeft bij een ongeveer 1.000 euro lagere catalogusprijs – dat scheelt weer bijtelling. Een automaat in combinatie met de e-THP is bij Citroën geen optie, bij Peugeot wel. De C4 speelt met zijn nieuwe motor nog steeds niet mee in de hitlijsten, maar een sympathiek aanbod is het zeker.