De grote Q7 en de kleine A1 waren de laatste modellen van Audi die wachtten op een S of RS-uitvoering. Voor die laatste is het nu zover: de S1 is een compact bommetje met 231 pk en Quattro vierwielaandrijving. Met dit nieuwe driftkikkertje legt Audi de lat hoog, want echte concurrenten heeft de S1 niet. Hoog tijd om uit te vinden of deze kleine Audi ook het ‘S’-predikaat waardig is.

Opvallen doe je met de geteste Audi  S1 Sportback gegarandeerd, je zou er bijna een zonnebril voor opzetten. Deze knalgele lakkleur staat dit bommetje goed, zeker in combinatie met het optionele zwarte dak (560 euro). Het Vegasgeel – zoals Audi de kleur noemt – is helaas geen metallic lak, maar kost je wel 1.722 euro extra. In combinatie met het zwarte dak ben je dan bijna 2.300 euro verder, wat een fors bedrag is voor alleen de kleur. Andere details waaraan je de S1 direct herkent zijn de vier uitlaatpijpen, zoals die ook onder andere S-modellen gemonteerd zijn. De één vindt vier pijpen too much, terwijl de ander het prachtig vindt.

De kenner zal ook direct zien dat de S1 de primeur voor de facelift van de A1 heeft gekregen. De koplampen en achterlichtunits zijn duidelijk anders en zichtbaar verbeterd. De gewone A1 heeft namelijk nog separate LED’s aan de voorzijde, de S1 heeft dezelfde mooie ‘LED-stroken’ zoals alle andere nieuwe Audi’s.

Bochtenverslaving

Het was passen en meten om de S1-aandrijflijn in de kleine Audi te krijgen. Het zit zelfs zo volgebouwd, dat de S-Tronic-automaat niet meer paste. Daardoor kun je de S1 enkel handgeschakeld krijgen. Vervelend is het niet, want de handbak schakelt perfect. Lekker soepel en met korte slagen schiet je door de versnellingen heen. De koppeling vraagt wel wat gewenning, want die heeft een kort aangrijpingspunt. De tweeliter turbomotor (die ook in de vorige Golf GTI ligt) levert 231 pk en 370 Nm koppel, wat goed is voor een sprint van 5,9 seconden van 0 naar 100 km/u en een top van 250 km/u. Vooral dat laatste is wel erg hard in zo’n kleine auto, maar zorgt voor veel sensatie. De S1 reageert in de sportstand lekker agressief op het gas en bromt er lustig op los, waarbij het geluid versterkt wordt door de speakers. Toch valt de soundtrack voor een auto met het S-predicaat een beetje tegen, de S3 maakt bijvoorbeeld een veel bruter geluid. Daarnaast mis je ook de plofjes uit de uitlaat die je met een S-Tronic automaat tijdens het schakelen zou horen. Pas als je de S1 tot 6.500 toeren doortrekt laat ‘ie bij gas los wat plofjes horen, maar die zijn zo bescheiden dat je ze binnenin de auto alleen op de achterbank hoort.

Opvallen doe je met de geteste Audi  S1 Sportback gegarandeerd, je zou er bijna een zonnebril voor opzetten. 

Het kleine S-line sportstuur ligt heerlijk in de hand. De besturing is ontzettend direct en een tikje nerveus. Zelf als je een ander rijkarakter instelt via Audi Drive Select (standaard op de S1) verandert er niet veel aan de besturing. Het is voornamelijk de aandrijflijn die op scherp wordt gezet en die je kunt beïnvloeden met het systeem. Uiteraard schakel ik voornamelijk ‘Dynamic’ in, dan is de S1 namelijk veruit het leukst om mee te rijden. In bochten plakt de compacte Audi aan het asfalt en geeft ‘ie voldoende vertrouwen om steeds harder te gaan. De S1 lijkt wel verslaafd aan bochten. Hij daagt je telkens uit om harder te gaan en daarmee is de S1 een gevaar voor je rijbewijs, zeker in de ‘Dynamic’-stand. Er zijn natuurlijk nog veel snellere auto’s op de markt, maar S1 weet soms het slechtste in mij naar boven te halen. Zelfs met al dat racen blijft het verbruik beperkt tot 1 op 12, wat erg netjes is. Doe je echt je best en rijd je voornamelijk op de snelweg, dan haal je wel 1 op 14. Zo hoeft een snelle auto niet direct duur te rijden, de aanschafprijs van dik 47 mille voor de testauto even buiten beschouwing gelaten.

Twee extra deuren

Het voordeel van de Sportback is dat je twee extra deuren hebt, waardoor je achterpassagiers net even comfortabeler instappen. De ruimte op de achterbank is beperkt, maar wel iets ruimer dan bijvoorbeeld in een Mini. Toch zou ik niet aanraden om met vier man op vakantie te gaan, naast de wel erg kleine bagageruimte van 210 liter zit je gewoon niet comfortabel achterin. De voorstoelen zitten daarentegen prima en ondersteunen je lichaam goed. Voor 1.540 euro extra heb je leder, wat absoluut een must is in deze auto. Helaas is het navigatiescherm nog steeds niet automatisch opklapbaar, dit kan enkel handmatig. Ook zal de ouderwetse sleutel die het merk bij de A6 van 2004 al leverde een keer vervangen mogen worden. De test-S1 is voorzien van een comfortsleutel (547 euro extra) die eigenlijk te groot is om comfortabel in je zak te doen en daarnaast een metalen sleuteldeel heeft, terwijl je dat nooit hoeft te gebruiken.

Je herkent de Audi S1 direct aan zijn vier uitlaatpijpen.

Aan het materiaalgebruik merk je wel dat je met de instap-Audi op pad bent. Hoewel de afwerking prima is, zijn sommige stukken kunststof keihard - alsof ze rechtstreeks uit de Volkswagen Polo komen. Dit doet Mini bijvoorbeeld een stuk beter. Het design van het dashboard is simpel en strak, maar past niet bij een auto van 47 mille. Het had wat mij betreft wel wat specialer gemogen, hieraan kan je goed zien dat de A1 in de basis minder dan de helft kost.

Grote smile

De nieuwe Audi S1 Sportback is een lastige auto om te plaatsen. Zijn prijs is erg hoog en komt dicht in de buurt van die van de S3 of BMW M135i, die beide fors meer pk’s en ruimte bieden. Toch heb je met de S1 wel een unieke auto in handen die telkens een grote smile op je gezicht bezorgt. Je moet dan wel willen schakelen en met het tamme geluid kunnen leven. Bestel hem wel in een lekker opvallend kleurtje, dan steekt ‘ie mooi af bij al die grijze en zwarte A1’s die al in ons land rondrijden.