Rond de jaarwisseling maken we naar goed gebruik de balans op van het heden en verleden. In deze dubbeltest vergelijken we een oude generatie Jaguar met een recente nakomeling. We leggen een generatiekloof bloot tussen oud en nieuw. Strikt genomen zijn de XK en de F-Type geen directe concurrenten, maar ze kosten beide een lieve duit en delen dezelfde motor. Het wordt een open strijd tussen de heftige XKR-S Convertible en de F-Type Coupé in de krachtigste R-trim. Tijd om de beest uit te hangen in dit 1.100 pk sterke roofkattenduel.

Waar een donkergroene of -blauwe XK normaal erg chique overkomt, vertegenwoordigt deze cocaïnewitte XKR-S de psychedelische variant. De hamsterwangen aan de voorzijde, de carbon achterspoiler en vier vuistdikke uitlaatkokers laten er geen misverstand over bestaan: dit is de sportiefste XK die Jaguar ooit heeft gebouwd. Dat zie je ook terug in het interieur, waar zwart en aluminium de boventoon voeren. Een carbonpatroon in de stoelwangen, zwartleren bekleding van dashboard en deuren, met contrasterend witte stiksels en formidabele sportkuipen die in ontelbare richtingen verstelbaar zijn. Van een verlengbare zitting tot een innigere omhelzing van de zijkanten, alles om de perfecte rijhouding te faciliteren. Naar wens nog in de open lucht ook, want het dak is zelfs rijdend tot 30 km/u te openen en sluiten, voor nog meer geluids- en snelheidssensatie.

Stap je over in de F-Type Coupé dan zie je dat er een hoop is veranderd in 8 jaar. Het dashboard is van een nieuwe generatie en staat qua afwerking en materiaalgebruik op een hoger plan. De cockpit is meer op de bestuurder gefocust en de zitpositie is nog lager en sportiever. Ook hier die heerlijke sportkuipen, nu zwart met rode stiksels. Je voelt je met het vaste dak boven je hoofd meer geborgen en omsloten. In plaats van de grote draaiknop voor de transmissie heeft de F een heuse pook, waarnaast je met een bronskleurige tuimelschakelaar de rijstand bepaalt. Tijd om deze roofkatten wat benzine door hun aderen te pompen en met een brul te laten ontwaken.

Eigenwijs vasthouden

Wie dacht dat de 5,0 liter V8-motor uit deze Jaguars van een uitstervende soort is heeft het mis. Vooralsnog heeft deze motor het fiscale CO2-geweld overleefd, want de V8 Supercharged doet dienst in verschillende Jaguars en Range Rovers. Met de introductie van de XKR-S won ‘ie zelfs nog 40 pk en 55 Nm aan kracht. Een verpletterende 550 pk vermogen en een asfalt opkrullende 680 Nm trekkracht zijn het resultaat van de laatste vermogenskuur. In de XKR-S is ‘ie verbonden met een zestraps automaat, de F-Type deelt zelfs acht trappen in je rug uit.

De bruutste F-Type biedt meer sportwagengevoel – al is ‘ie softer dan menige Porsche of exotische Italiaan. 

Wat een weergaloze motor is dit toch. De achtcilinder tokkelt eerst als een dikke speedboot, waarna een donker gegrom aanzwelt en uitmondt in een raspende V8-brul, die gepaard gaat met een sensationele duw in de rug. In elke versnelling, bij elk toerental, deze motor is altijd overdadig sterk en alert. In tegenstelling tot sommige van turbo’s voorziene AMG’s, M’s en RS-en uit Duitsland houden de Britten eigenwijs vast aan hun supercharger en dat heeft meer dan een groot voordeel: je behoudt de gasrespons van een atmosferische motor, terwijl de vermogenswinst vergelijkbaar is met die van een turbo. De cijfers liegen er dan ook niet om: beide Jaguars zijn in staat tot 300 km/u te komen en de F-Type Coupe R accelereert van 0 naar 100 km/u in slechts 4,2 seconden, op 2 tienden gevolgd door de XKR-S Convertible. Wat een prestaties!

Andere belevingswerelden

Hoewel dit duo op papier erg aan elkaar gewaagd is, verschilt de beleving als dag en nacht. De XKR-S straalt met z’n bijna ordinair uitgebouwde bodykit niet alleen anabolen uit, hij heeft ze ook. De krachtsexplosie op nat wegdek is bijna beangstigend en het alcantara stuurwiel lijkt enkel bedoeld om het zweet van je handen te absorberen. Een ervaren coureur zal ‘m op de limiet durven en kunnen rijden, maar in de stromende regen houd ik me wijselijk in. Een beheerste rechtervoet is sowieso gewenst, want lomp op z’n staart trappen eindigt in een kwispelend naar tractie zoeken van die staart. Zelfs op hogere snelheid met alle hulpsystemen aan zet de XKR-S gerust een stapje opzij, waarna ‘ie met speels gemak twee keer de toegestane snelheid op de teller zet. Als jonge topvoetballers hierin gaan rijden dan zouden we geen elftal meer overhouden. Intimiderend, dat vat de rijsensatie het beste samen.

Hoe anders gaat het er in de F-Type aan toe, die brengt zijn kracht veel gecontroleerder op het asfalt. Ondanks dat ‘ie nog een streepje sneller is dan z’n bloedverwant en met 1.635 kg zo’n 100 kilo lichter, is de overweldigende power een stuk toegankelijker aan te spreken. Het R-chassis van de snelste F-Type Coupé voelt atletisch aan en geeft ‘m de rijeigenschappen van een sportwagen. Eentje waarbij je wel (extra) gas durft te geven in bochten, zonder dat ‘ie je gelijk vermoordt. De F kondigt z’n grenzen beter aan en heeft een communicatief stuurgevoel en onderstel. Hij is dan ook behoorlijk stug, vergeleken met de verrassende mate van comfort die de XKR-S nog biedt.

De Jaguar F-Type R rijdt sportiever, de XKR-S intimideert meer

De XKR-S stuurt wat lichter, maar op zich nog best scherp voor het type auto. De F-Type stuurt juist wat zwaarder en nog directer. Hij heeft minder stuurwielomwentelingen nodig. Daarbij helt hij ook minder over. Aan alles voel ik dat de XK in de basis meer als GT is bedoeld, waar de bruutste F-Type meer sportwagengevoel biedt – al is ‘ie nog altijd softer dan menige Porsche of exotische Italiaan. De eerder geteste F-Type V6 S Convertible zat qua rijgevoel een beetje tussen deze twee Jaguars in. De R Coupé biedt duidelijk een scherpere stuur- en ondersteldynamiek.

Mitrailleursalvo

Met de XKR-S kun je overigens ook prima rustig rijden. Zolang je het gaspedaal zachtjes aait blijft de kat rustig en het toerental bijzonder laag. Met het dak dicht blijkt de cabriokap uitstekend geïsoleerd en dan klinkt de achtcilinder wat beschaafder dan in de F-Type. Bij de nieuweling hebben de sound engineers zich echt mogen uitleven op het uitlaatsysteem, want met een druk op de trompetknop knettert en brult ‘ie het luider uit dan de XKR-S. Nog meer kattenkwaad beleef ik tijdens het terugschakelen en gas los, zeker wanneer ik tijdens het uitrollen nog wat minitoefjes gas bijgeef – een vermakelijk mitrailleursalvo is het gevolg. Wat pure geluidssensatie betreft is de F-Type daarom met afstand de leukste van dit duo.

Als je overlijdensrisico-verzekeraar hoort dat je een XKR-S hebt gekocht, dan verdubbelt hij acuut je premie. 

In de XKR-S mis ik de twee extra versnellingen niet, maar voor het gespeel met de schakelflippers voegt de achttraps transmissie wel degelijk iets toe. Verder ben ik benieuwd of dit voor het verbruik nog wat uitmaakt. De boordcomputers zeggen in eerste instantie van wel, maar die in de F-Type is met een afwijking van 15 procent wat rooskleuriger dan de praktijk. Opvallend genoeg scoor ik met beide Jaguars een testgemiddelde van 1 op 7,1. De grootste uitschieters omhoog (1 op 6) en omlaag (1 op 8,4) komen wel op het conto van de F-Type, die aan de ene kant meer uitdaagt en aan de andere kant toch iets zuiniger kan rijden met z’n extra versnellingen. Toch had ik gehoopt dat de F-Type net een kilometer verder kwam op een litertje Super. Dat doet ‘ie dus enkel op papier – hetgeen wel zo’n 16.000 euro aan CO2-heffing (BPM) scheelt. De totaalprijs van de XKR-S Convertible komt uit op 200.210 euro en dat is wel erg veel geld. Met wat leuke goodies en aankleding mag de geteste F-Type Coupé al voor 168.720 euro mee naar huis. Dat is vooral duur als je de auto vergelijkt met de 380 pk sterke V6 S, die voor 50 mille minder bijna net zoveel fun biedt – al blijkt het altijd gekker en heftiger te kunnen.

Koop je met de XKR-S Convertible ook een praktische vierzitter? Nee, deze cabriolet valt in de categorie 2+2. Dat wil zeggen dat je achterin zo opgevouwen zit dat de achterbank beter als bagageruimte kan worden benut. In de kofferbak is overigens ook een best diepe laadruimte van 230 liter (met open kap) tot 313 liter beschikbaar. De F-Type Coupé beschikt niet over een achterbank, maar is met een bagageruimte van 315 tot 407 liter nog praktischer.

Intimidatie of vooruitgang

Als je overlijdensrisicoverzekeraar hoort dat je een XKR-S hebt gekocht, dan verdubbelt hij acuut je premie. Het voordeel van een Convertible: de brandweer knipt je makkelijker uit het wrak. Zonder gekkigheid, de XKR-S is een choquerend snelle en bij nat weer bedrieglijke auto die jou snel van z’n negen levens berooft. De F-Type rijdt sportiever en tegelijkertijd toegankelijker. Zelfs als Coupé biedt ‘ie meer geluidsensatie dan de XKR-S Convertible. Beide Jaguars zijn heftige apparaten, maar aan de XKR-S denk ik met meer weemoed en ontzag terug. Wat een krankzinnige auto, qua looks en rijgevoel intimideert ‘ie het meest. Daar stelt de F-type sprongen van vooruitgang tegenover met een mooier interieur en waanzinnige looks en sound. Dat je daar de minste euro’s per pk voor betaalt geeft de doorslag om dit duel in het voordeel van de jongste roofkat te beslechten.