Je zou het misschien niet zeggen, maar het merk Seat bestaat al weer vijftig jaar. In 1953 liep in de Spaanse Zona Franca-fabriek de allereerste auto van de band, een 1400. Sindsdien is er veel gebeurd. Na een periode waarin Fiat de scepter zwaaide over de Spanjaarden, was het Volkswagen dat in de jaren 80 de fabrikant bij haar groep inlijfde.


De kwaliteit van Seat liet in het verleden nog al eens te wensen over. Wie herinnert zich niet de Ronda inderdaad het Spaanse zusje van de ook al geplaagde Fiat Ritmo de Malaga en de Marbella van begin jaren 80: stuk voor stuk autos die het van hun value for money moesten hebben, maar zeker niet van hun resultaten in de pechstatistieken


Met de overname door Volkswagen kwam daar verandering in. Seat moest de Spaans-Duitse tegenhanger worden van Alfa Romeo, een sportief merk dat duidelijk emoties oproept bij de automobilist. De Volkswagen Groep ging daarin zelfs zover dat ze Alfas ontwerpchef Walter da Silva aantrokken om de styling naar een hoger niveau te tillen. Met succes, want de combinatie van expressief design en degelijke Duitse techniek zorgt voor goede verkoopaantallen.


Inmiddels maakt Seat deel uit van de Audi Brand Group, de sportieve divisie van Volkswagen, waarin ook Audi en Lamborghini uitkomen. De opvallend vormgegeven ruimteauto Altea die Seat volgend jaar op de markt brengt, is de voorbode van een heel nieuwe modellengeneratie. Seat lijkt een glansrijke toekomst tegemoet te gaan. Wie had dat pakweg twee decennia geleden durven zeggen?