Audi heeft dit weekend tijdens de 12 Uur van Sebring historie geschreven. Voor het eerst in de geschiedenis heeft een dieselaangedreven raceauto een belangrijk autosportevenement gewonnen.

Tom Kristensen, Allan McNish en Rinaldo Capello brachten de Audi R10 TDI met grote voorsprong over de finishlijn. Ze legden 349 ronden af, drie meer dan ’s werelds snelste benzine auto’s. De door Shell V-Power diesel aangedreven Audi was pas na één uur rijden toe aan een volle tank terwijl de tegenstanders na 30 minuten al behoefte hadden aan nieuwe brandstof. Wat een enorme voorsprong gaf ten opzichte van de rest van het veld.

Vlekkeloos ging het overigens niet helemaal, op het veeleisende circuit van Sebring kenden ook de oliegestookte Audi’s tegenslag, maar volgens McNish is dat niet meer dan normaal in deze fase van het raceseizoen. Het andere Audi-team, met Frank Biela, Emanuele Pirro en Marco Werner, moest na een derde van de wedstrijd hun R10 met overhittingsverschijnselen langs de kant zetten.

De 12 Uur van Sebring is een belangrijke wedstrijd in de voorbereiding op de 24 Uur van Le Mans, één van de meest tot de verbeelding sprekende autosportevenementen ter wereld. Audi heeft daar een naam hoog te houden. De Duitse autofabrikant domineerde de afgelopen edities en wil dit jaar nog meer indruk maken door met de R10 Diesel op 17 en 18 juni de meeste rondes af te leggen in een etmaal. Met de prestaties van de R10 TDI heeft het Audi-team laten zien daarvoor goed op schema te liggen.