De Belgische auto-industrie bevindt zich in zwaar weer. De ene na de andere grote fabrikant sluit fabrieken bij onze zuiderburen. Deze week heeft Volkswagen besloten de Golf niet langer in België te laten bouwen. Het gevolg: 3.500 arbeiders verliezen hun baan.

De Belgen hebben zich uiteraard hevig verzet tegen het besluit van Volkswagen, maar alle protesten en stakingen bleken tevergeefs. Volkswagen wil de productie van de Golf centraliseren en kiest er daarbij logischerwijs voor dat in zijn thuisland te doen. Daarmee wordt bovendien voorkomen dat de invloedrijke Duitse vakbonden in opstand komen en de publieke opinie zich tegen Volkswagen keert.

Voor de werknemers van de Volkswagen-fabriek in de Brusselse voorstad Vorst komt het nieuws keihard aan. In ieder geval 3.500 van de 5.000 werknemers komen op straat te staan. Vakbonden vrezen echter dat ook de banen van de rest van het personeel op de tocht staan, omdat door het wegvallen van de Golf de productie waarschijnlijk te laag zal zijn om de fabriek lang draaiende te houden.

In 1997 trok Renault zich terug uit Vilvoorde. Kort daarna reorganiseerde Ford de fabriek in Genk. Hoewel die fabriek nu goed draait, kostte het proces veel banen. Onlangs maakte Opel bekend dat in Antwerpen een groot aantal banen moet verdwijnen. Het massaontslag van Volkswagen in Vorst stampt de Belgische auto-industrie nog verder de grond in.