Toyota logo

Nadat eerder de verwachte verkoopcijfers over 2008 zijn aangepast, heeft de Toyota Motor Corporation nu ook die van 2009 bijgesteld. Toch rekent de top van het concern nog steeds op een recordafzet in beide jaren. Analisten blijven ook positief, maar aandeelhouders zullen geduld moeten opbrengen.

De malaise in de auto-industrie treft Toyota’s belangrijkste afzetmarkten: Japan, Noord-Amerika en Europa. Daardoor denkt de autobouwer niet langer dat het de doelstelling zal bereiken om volgend jaar als eerste autofabrikant meer dan 10 miljoen auto’s per jaar af te zetten. Wel verwacht het bedrijf deze mijlpaal in 2010 te behalen. Er is immers wel groei op nieuwe markten zoals Rusland, China en India.

Volgens het Japanse zakenblad Nikkei verwacht het autoconcern, dat de merken Toyota en Lexus voert, in 2009 9,8 miljoen auto’s te verkopen. Dat zijn er 600.000 minder dan tot nu toe werd verwacht, een terugval van ruim 5 procent. Eerder al heeft Toyota de verkoopverwachtingen over 2008 bijgesteld van 9,85 naar 9,5 miljoen auto’s. Dat zijn er overigens nog altijd 150.000 meer dan het aantal auto’s dat Toyota verkocht in 2007.

Marktanalisten zien de toekomst van Toyota dan ook nog steeds positief in. Niet alleen groeit het autoconcern nog steeds, het beschikt ook over een ruime geldreserve – in tegenstelling tot de Amerikaanse concurrentie. Die reserve wordt gevoed door de omvang van Toyota’s groei. De winst over 2007 à 16 miljard Amerikaanse dollar is ongeveer evenveel als de winst van General Motors en de Ford Motor Company samen.

Het idee is dan ook dat de Toyota Motor Corporation als grootste en financieel sterkste autobouwer uit de malaise komt. De aandeelhouders moeten wel geduld opbrengen tot de crisis voorbij is. Kennelijk duurt hen dat te lang. De waarde van het Toyota-aandeel is deze maand gedaald tot een dieptepunt dat in drie jaar tijd zelden is gehaald.