Zowel de autoverkopen in Europa als in Amerika zijn in juni niet om over naar huis te schrijven. Het zijn zware tijden voor de autofabrikanten: de olie- en staalprijzen rijzen de pan uit en overheden beïnvloeden de verkoopcijfers door allerlei belastingmaatregelen.

Vanmorgen werd al bekend dat de autoverkoop in Nederland afgelopen maand 8,5 procent achteruit ging. Dat is nog niets vergeleken met de ingestorte markt in Spanje, daar werd in juni maar liefst 30,8 procent minder auto’s verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar. Ook in Italië is de verkoop van nieuwe auto’s ingezakt, met bijna twintig procent.

Op de andere grote Europese markten zien we een kleine plus, zowel in Frankrijk (+ 2,1 procent) als in Duitsland (een procent erbij) was een lichte stijging te noteren. In Frankrijk doen vooral de kleine modellen het goed, wat te danken is aan het milieubelastingsysteem dat de overheid heeft ingevoerd. Ook bij onze zuiderburen gaat het goed, in België steeg de verkoop van nieuwe auto’s met 1,4 procent.

De cijfers in Europa vallen best mee vergeleken met de malaise in de Verenigde Staten. Daar liep de totale autoverkoop terug met 18,3 procent. De schade bij de grootste spelers op die markt is nog veel groter. Zo moest Chrysler een verlies van 36,1 procent incasseren, Ford 28 procent en GM 18 procent. Ook Toyota ontkomt niet, het Japanse merk verkocht 21 procent minder auto’s in de Verenigde Staten.