De voorbereidende bijeenkomst over energie die de G8-top dit weekend hield in Japan, is zojuist afgelopen zonder harde beloftes. Wel hebben de aanwezigen de intentie uitgesproken om de uitstoot van broeikasgassen in 2050 tot de helft terug te brengen.

De sterk stijgende prijzen van fossiele brandstoffen vormt een van de belangrijkste onderwerp op de bijeenkomst van de G8, de rijkste industrielanden ter wereld, volgende maand. De Verenigde Staten, Japan, China, India en Zuid-Korea dienden voorafgaand een voorstel in om brandstofsubsidies geleidelijk af te bouwen. Deze subsidies worden vooral in ontwikkelingslanden en olieproducerende landen toegekend. Door de subsidies te verlagen, zou de vraag naar de brandstoffen afnemen en daarmee ook de prijs van de olie.

Ook hoog op de agenda staat de strijd tegen de opwarming van de aarde. Een rapport van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) stelt dat, als er niets verandert, de uitstoot van CO2 over veertig jaar meer dan verdubbeld zal zijn. Op de voorbereidende G8-top concludeerden de ministers van Milieu dat de rijke landen het voorbeeld moeten geven door te streven naar een vermindering van vijftig procent tegen 2050. Harde toezeggingen bleven echter uit. Dat zou te maken kunnen hebben met de financiering. Volgens het IEA-rapport is voor halvering van de CO2-uitstoot 45 biljoen dollar (bijna 650 miljard euro) nodig.

Op de 2008 top worden de G8-landen aangevuld met belangrijke (opkomende) autoproducerende landen: China, India en Zuid-Korea. De landen die zijn vertegenwoordigd in de G8 zijn de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland.