Als de FIA de plannen voor een standaardmotor in de Formule 1 doordrukt, betekent dat mogelijk het einde van de aanwezigheid van Ferrari in de koningsklasse van de autosport. Ferrari en Formule 1 zijn haast onafscheidelijk, maar de Italiaanse renstal voelt er weinig voor om met een krachtbron te gaan rijden die het niet zelf heeft ontwikkeld.

Ferrari doet al mee aan de Formule 1 sinds de klasse in 1950 officieel van start ging. “De invoering van een standaardmotor druist compleet in tegen de ideeën die schuilgingen achter de oprichting van de Formule 1”, laat Ferrari doorschemeren in een persverklaring over de financiële resultaten van het derde kwartaal. “De technologische ontwikkeling heeft altijd voorop gestaan. Als dat niet langer het geval is, zal de Raad van Commissarissen Ferrari’s deelname heroverwegen.”

De FIA wil de standaardmotor invoeren om de uit de hand gelopen kosten in de Formule 1 terug te dringen. “Ferrari staat volledig achter het besparen van kosten, zeker gezien de huidige economisch crisis”, zegt de Raad van Commissarissen. “Maar wij uiten onze zorgen over de voorgestelde veranderingen.” Ook de andere teams in de Formule 1 zijn tegen de komst van een uniforme krachtbron. Onlangs leek het er op dat de teams, die zijn verenigd in de FOTA, een akkoord hadden bereikt met de autosportbond FIA, die het Formule 1-kampioenschap organiseert. Toch zet de FIA de aanbesteding voor de productie van de motoren door.