SsangYong fabriek

Sinds twee-en-halve maand houden boze arbeiders de SsangYong-fabriek in Zuid-Korea bezet. De politie probeert de fabriek te veroveren maar de werknemers vechten terug met brandbommen, ijzeren staven en katapults waarmee ze bouten schieten.

Rondom de SsangYong-fabriek in Pyeongteak, zo’n zeventig kilometer ten zuiden van Seoul, heerst een grote choas. Boze arbeiders bezetten al bijna twee-en-halve maand de fabriek uit protest tegen de massa-ontslagen bij de failliete autofabrikant.

De politie belegert de fabriek nu met zo’n 4.000 man. Alle arbeiders hebben zich verschanst in de lakafdeling op het fabrieksterrein. Alle deuren en ramen zijn gebarricadeerd en ze verzetten zich met brandbommen en ijzeren staven tegen de politie. Ook schieten ze vanaf het dak met katapulten moeren en bouten naar de politie.

Eerder werd de fabriek al afgesloten van water en stroom en veroverde de politie grote delen van de fabriek. De politie probeert nu definitief een einde te maken aan de bezitting door helikopters in te zetten en de bezetters te bestoken met traangas.

De SsangYong-arbeiders protesteren tegen het aangekondigde massa-ontslag bij de fabrikant. SsangYong is failliet en om een doorstart te kunnen maken moet ruim een derde van het personeel worden ontslagen. In totaal komen 2.650 mensen op straat te staan. Zo’n duizend medewerkers hebben meegewerkt aan de bezetting van de fabriek, waarvan er nu nog enkele honderden over zijn.