De Venezolaanse president Hugo Chavez heeft opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar Toyota. Chavez stelt dat ‘s werelds grootste autobouwer ‘kan vertrekken’ indien het niet voldoet aan productiequota en de technologie-overdracht wetgeving van het socialistische land.

Nu Toyota in Venezuela gestopt is met de productie van de Land Cruiser 70 ontstak president Chavez op televisie een van zijn fameuze tirades. Hij vindt dat er te weinig vierwiel-modellen voor mensen in kansarme gebieden worden geproduceerd. Daarnaast zou Toyota weigeren om 4WD’s voor het openbaar vervoer te bouwen. “We moeten hen dwingen, en als ze niet willen kunnen ze vertrekken,” aldus de president.

Chavez heeft niet alleen Toyota op de korrel. Ook andere autofabrikanten in het land, waaronder General Motors, Ford, Fiat (die Iveco op de markt brengt) en Chrysler krijgen er van langs: “Wij zijn niet geïnteresseerd in deze traditionele bedrijven die hier al meer dan vijftig jaar zitten, zij hebben nooit technologie overgedragen. Ik stel voor dat zij hun spullen pakken en gaan. Dan zullen wij de Russen, Wit-Russen en Chinezen binnenhalen die hun auto’s hier willen maken.”

De technologie-overdracht is een teer punt. Het staat de socialistische leider tegen dat de grote autofabrikanten wel auto’s in het Zuid-Amerikaanse land bouwen maar hun technologie niet delen met lokale autoproducenten. ‘Orkaan Hugo’ dreigt nu met een ultimatum dat Venezuela de fabrieken van de autobouwers confisqueert en nationaliseert als ze de overheidsregels niet volgen. Eerder gebeurde dit met de productiefaciliteiten van onder meer olieproducenten.

In Venezuela werden in 2008 meer dan 135.000 auto’s verkocht, inclusief vrachtwagens. Dit jaar vielen productie en verkoop behoorlijk terug. Inmiddels verkoopt de overheid zelf al auto’s, om de hoge inflatie en de ‘kapitalistische prijzen’ tegen te gaan.