De Nederlandse autosector is bereid mee te betalen aan een sloopregeling voor oude, vervuilende auto’s. De branche pleit al langer bij de regering om tot zo’n regeling te komen. Het plan zou nu kans maken als onderdeel van de aanpak om de economische crisis te bestrijden.

Een sloopregeling stelt bezitters van oude, vervuilende auto’s – van voor 1992 – in staat om hun auto ‘om te ruilen’ tegen een nieuwer, schoner exemplaar. Dat moet dan een auto zijn van na 1996 die aan specifieke milieu-eisen voldoet. Het doel is te komen tot minder CO2-uitstoot en een betere luchtkwaliteit. De oude auto wordt gesloopt. De deelnemende autobezitter krijgt een premie van rond de duizend euro.

In landen als Portugal, Spanje, Frankrijk en Oostenrijk bestaat al langer een dergelijke sloopregeling. Deze landen melden een positief effect. Onlangs voerden Duitsland en Italië een sloopregeling in, met als nevendoel de ingezakte autoverkoop weer op gang te brengen. Bij onze oosterburen, waar de premie tot 2.500 euro op kan lopen, blijkt de regeling een succesvol wapen in de crisis.

Daarom pleit de Nederlandse autobranche om juist nu een sloopregeling in te voeren in ons land. Auto Recycling Nederland (ARN) heeft minister Cramer van Milieu toegezegd dat ze 30 miljoen euro wil investeren in zo’n regeling. Dat geld komt uit het potje van de verwijderingsbijdrage voor auto’s, waarin ongeveer 150 miljoen euro zit. Omdat het plan een van de weinige voorstellen is waarbij private partijen meebetalen aan de bestrijding van de economische crisis, is er een redelijke kans dat het wordt aangenomen.

De aandeelhouders van Auto Recycling Nederland zijn Bovag/Rai Vereniging, Focwa (carrosseriesector) en Stiba (voertuigdemontage). Bovag pleitte eerder voor de sloopregeling in haar tienpuntenplan tegen de crisis. Dit weekend werd juist bekend dat de Belgische regering een soortgelijke regeling heeft afgewezen omdat ze over onvoldoende budget beschikt.

Lees hier alles over de sloopregeling