Om het Britse parlement ‘the best of British manufacturing’ te tonen en tegelijkertijd de druk op te voeren voor het behoud van hun fabrieken, zijn Vauxhall-werknemers naar Londen gereden in een konvooi met merkauto’s vanaf 1960. Volgens de vakbonden staat de hele Britse auto-industrie op het spel.

De toekomst van Opel’s Britse zustermerk Vauxhall hangt aan een zijden draadje vanwege de doorstart – zonder Opel en Vauxhall – van moederbedrijf General Motors. Sinds het principe-akkoord tussen GM en overnamekandidaat Magna is het onduidelijk wat er gebeurt met de Vauxhall-fabrieken in Groot-Brittannië. Een van Magna’s concurrenten, RHJ International, bevestigde deze week wel dat het de fabrieken wil openhouden als onderdeel van het vandaag in te dienen nieuwe bod.

Om de druk op de ketel op voeren voor het behoud van fabrieken en banen, zijn de Vauxhall-medewerkers een campagne gestart. Voor vandaag staat een ludieke actie op het programma: de medewerkers zijn in konvooi naar het Westminster parlementsgebouw gereden in allerlei auto’s van het merk. Van een Vauxhall Viva uit 1966, via een 1970 Viscount en een 1980 Cavalier, tot moderne Vectra’s en Astra’s, allen reden in een bonte stoet voorzien van het ‘Save Vauxhall’-logo.

De Vauxhall Astra wordt geproduceerd in de Ellesmere Port-fabriek in centraal Engeland. Meer in de richting van Londen ligt de Luton fabriek, waar het merk in een joint-venture met Renault de Vivaro-bestelwagen produceert. Er werken ongeveer vijfduizend mensen bij Vauxhall in Groot-Brittannië. Daarnaast zijn naar schatting nog eens 20 duizend mensen werkzaam bij toeleveranciers. “Vauxhall is het hart van onze nationale auto-industrie,” aldus vakbond Unite. “Het is van vitaal belang dat elke deal over de toekomst van GM in Europa de juiste deal is om onze industrie zeker te stellen en op termijn te behouden.”