De verkoop van het merk Hummer door General Motors aan het Chinese Tengzhong gaat door. Gisteren tekenden de partijen de definitieve verkoopovereenkomst. De toekomst van Hummer ligt bij ‘efficiëntere’, zeg maar zuinigere, terreinwagens.

Met de getekende verkoopovereenkomst op zak is Sichuan Tengzhong Heavy Industrial Machinery voor 80 procent eigenaar van het merk Hummer. Daarvoor heeft het een investeringsbedrijf opgericht. Een Chinese privé-ondernemer maakt er ook deel van uit; hij bezit de overige 20 procent aandelen. Onder het eigendom vallen de merknaam plus bijbehorende marketingzaken als handelsnaam en de website hummer.com. Daarnaast neemt Tengzhong het bestaande dealernetwerk over. Er is niet bekendgemaakt hoeveel hiervoor betaald is.

Tot juni 2011 – met de optie voor een jaar verlenging – besteedt Tengzhong de productie nog uit aan verkoper General Motors. Daarmee wordt de werkgelegenheid van drieduizend personen (productiepersoneel en management) in de Verenigde Staten voorlopig veiliggesteld. Gedurende deze overgangsperiode blijven de Hummer H2- en H3-fabrieken waar ze zijn en wordt het hoofdkantoor in Noord-Amerika gevestigd.

James Taylor, die aanblijft als CEO, zei gisteren: “We zijn nu in staat om onze klanten efficiëntere modellen te leveren die de Hummer-belofte inlossen van authentiek ontwerp en constructie voor hun specifieke (off-road, red.) doel.” Daartoe worden de Hummer H2 en H3T in 2010 uitgerust met FlexFuel-technologie, die het mogelijk maakt om ook op bio-ethanol (E85) te rijden. Andere ontwikkelingen die in het verschiet liggen zijn zuinigere benzinemodellen, zesbak transmissies en de introductie van een diesel-H3 voor de markten buiten Noord-Amerika.

Ook Tengzhong-CEO Yang Yi is ervan overtuigd dat de Hummer-modellen zuiniger moeten worden, ‘niet alleen om te voldoen aan de toekomstige regelgeving maar ook aan de verwachtingen van onze klanten.” En natuurlijk aan die van de Chinese en Amerikaanse regering, want deze moeten hun goedkeuring nog geven aan de transactie.