Na 46 jaar is vandaag eindelijk besloten om de A4 tussen Delft en Schiedam door te trekken. De snelweg wordt half verdiept aangelegd om de omgeving zo min mogelijk aan te tasten en de geluidsoverlast te beperken.

Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat mag vandaag trots zijn. Wat zijn vijftien voorgangers in de afgelopen 46 jaar niet lukte is vandaag gebeurd: de knoop over de aanleg van het ontbrekende stuk A4 tussen Delft en Schiedam is doorgehakt. Minister Cramer van milieu en regionale bestuurders stemden vandaag in met de aanleg.

Uiteraard is Eurlings blij met het besluit: “Van een icoon van besluiteloosheid en vertraging is de A4 nu een icoon van vooruitgang”. Al in 1963 werd de noodzaak van het doortrekken van de A4 voor het eerst besproken. De zandlichamen voor de zeven kilometer lange snelweg liggen er al sinds 1973. De aanleg moet een groot deel van de files tussen Rotterdam en Den Haag oplossen. Dagelijks rijden er 160.000 voertuigen over de A13 tussen de twee steden.

De aanleg van de snelweg gaat 880 miljoen euro kosten en zal over zes jaar gereed zijn. De kosten zijn hoog omdat de snelweg half verdiept en in tunnels komt te liggen om het landschap niet aan te tasten. Ook moet de A4 geluidsarm zijn. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de belangrijkste bezwaren van milieuorganisaties en omwonenden.