Daimler en Renault-Nissan slaan de handen ineen. De autobouwers nemen een aandeel van 3,1 procent in elkaar en gaan platforms, motoren en versnellingsbakken delen.

Daimler, het moederbedrijf van Mercedes en Smart, en Renault-Nissan starten met een verregaande samenwerking. De belangrijkste is de gezamenlijke ontwikkeling van de volgende generatie Smart en Renault Twingo. De autobouwers ontwikkelen daarvoor een achterwiel aangedreven platform.

Op dit platform komt ook een nieuwe vierzitter van Smart te staan, die in de Renault-fabriek in Slovenië gebouwd gaat worden. In 2013 moet het eerste model op het nieuwe onderstel komen te staan. Direct bij de verkoopstart komen er ook gezamenlijk ontwikkelde elektrisch aangedreven versies op de markt. Alle modellen krijgen een eigen design en gaan gebruik maken van compacte drie- en viercilindermotoren van Renault-Nissan. Ook toekomstige compacte Mercedes-modellen krijgen de Frans-Japanse krachtbronnen aan boord.

Mercedes gaat op zijn beurt vier- en zescilindermotoren leveren aan Infiniti, het luxemerk van Nissan. In de toekomst volgen meer uitwisselingen van Renault-Nissan motoren aan Daimler. Op het gebied van bedrijfsauto’s trekken de twee partijen eveneens samen op. De Vito krijgt een dieselmotor en versnellingsbak van Renault en een nieuwe compacte Mercedes bedrijfsauto wordt gebaseerd op de Kangoo. De productie van dit model vindt plaats in de Renault bedrijfsautofabriek in Frankrijk.

Om de coöperatie te bezegelen neemt zowel Renault als Nissan een aandeel van 1,55 procent in Daimler. De Duitsers nemen op hun beurt een belang van 3,1 procent in het Franse en Japanse concern.