De Toyota Motor Corporation wil de productie van benzine-hybrides verdubbelen tot een miljoen stuks in 2011. ‘s Werelds grootste autobouwer wil aan de grote vraag naar uitstoot-arme auto’s voldoen door fabrieken per continent in te richten.

Terwijl Toyota op de achtergrond bezig is met elektrische en waterstofauto’s blijft de nadruk vooralsnog liggen op hybride auto’s, waarin een elektromotor wordt gecombineerd met een benzinemotor. Een analist zegt in de Japanse zakenkrant Nikkei: “Behalve van Honda heeft Toyota voor hybrides weinig last van concurrentie. Daarmee kan het de voorsprong op andere autofabrikanten vergroten.”

Zelfs de goedkopere, op de Prius lijkende Honda Insight doet het minder goed dan zijn voorbeeld. De Prius blijft het paradepaardje onder de hybride auto’s. Zo was het model in 2009 de best verkopende hybride in Nederland en zelfs de best verkopende onder alle auto’s in Japan. Nikkei schat dat de productie van hybride auto’s door de Toyota Motor Corporation – dus inclusief de Lexus-modellen – in 2009 uitkomt op circa een half miljoen stuks.

Volgens de krant, die overigens geen bronnen noemt, plant Toyota voor dit jaar een aantal van niet minder dan 800.000 hybride auto’s. In 2011 moet de productie oplopen tot 900.000 en in 2012 moeten 1,1 miljoen hybrides van de band rollen. In totaal voorziet het concern zo’n tien nieuwe hybride modellen, inclusief hybride uitvoeringen van bestaande brandstofmodellen.

Om deze planning te halen worden de productiefaciliteiten flink uitgebreid. Werd tot voor kort 90 procent van Toyota’s hybride auto’s nog in Japan geproduceerd, nu zijn er al fabrieken in China, Thailand, Australië en de Verenigde Staten. Ook in Groot-Brittannië worden al gauw een hybride model gebouwd, de Auris met elektro- en benzinemotor. Toyota vestigt voornamelijk nieuwe fabrieken in landen die de bouw belonen van zuinige auto’s en/of auto’s die weinig CO2 uitstoten.