Mini Countryman

Mini presenteert officieel haar eerste cross-over. Hij gaat geen ‘Crossman’ heten maar – in de meeste landen althans – Countryman. Met het eerste model dat langer is dan 4 m probeert het merk nieuwe doelgroepen aan te boren, waaronder mensen die meer ruimte willen of die 4WD willen rijden. Maar de typerende Mini-identiteit en het ‘go kart’ gevoel zijn ook aanwezig. Mini blijft een lifestyle-merk.

De gloednieuwe Countryman is de eerste nieuwe Mini die flirt met een SUV-achtig uiterlijk. Zie bijvoorbeeld de hoge wielkasten, de rechtop staande en stoere voorkant, de flinke achterklep en de hoge zitpositie. Toch zijn de iconische Mini-kenmerken eveneens present, in een eigentijds jasje. De platte daklijn, de zeshoekige grille en de grote lichtunits vooraan zijn een paar voorbeelden.

Wat eveneens overeenkomt met de andere drie Mini-modellen zijn de vrijwel onbeperkte mogelijkheden om je eigen Countryman individueel vorm te geven. Als Mini bepaalde kleuren of componenten zelf niet biedt is het wel te krijgen bij huistuner John Cooper Works. Zoals het een flexibele cross-over betaamt zijn de twee achterstoelen (een achterbank is optioneel) samen of individueel in te klappen, zodat de bagageruimte van 350 tot 1.170 liter kan worden vergroot. Een handige feature is de Center Rail, een zelf in te delen opbergruimte met allerhande vast te klikken elementen.

Alle drie benzinemotoren en beide diesels zijn van een nieuwe generatie. Het vermogen varieert tussen de 90 en 184 pk. In de 1.6 viercilinder benzinemotor is, net als bij de nieuwe BMW-motoren, twin turbo, directe injectie en variabel kleptime-management gecombineerd. De Minimalism-technologieën zijn standaard in de Countryman verwerkt om het brandstofverbruik (en daarmee ook de CO2-uitstoot) te reduceren. Enkele onderdelen zijn remenergie-regeneratie, een start/stop-systeem en een schakel-indicator.

Standaard wordt een manuele zesbak in de Mini Countryman gehesen. Benzinerijders hebben een automatische transmissie met zes verzetten als alternatief. Wie het echte off-road gevoel wil beleven kan voor All-Wheel Drive kiezen, waarbij 50 tot 100 procent van de aandrijfkracht naar de achterwielen wordt gestuurd. Afhankelijk van de uitvoering wordt de cross-over voorzien van onder meer Dynamic Stability Control, traction control, een elektronisch ‘limited-slip’ differentieel en ‘power steering’ inclusief Servotronic.