Amerikaanse vlag GM

De autoverkopen in de Verenigde Staten blijven stijgen. In mei bedroeg de stijging negentien procent en de grote drie Amerikaanse fabrikanten profiteren maximaal.

De autoverkopen in de Verenigde Staten zijn in mei met negentien procent gestegen. Reden om te juichen dus maar niet te hard. Het getal laat namelijk de stijging zien ten opzichte van mei 2009, toen de Amerikaanse automarkt zo’n beetje op het diepste punt in de crisis zat.

De ‘grote Amerikaanse drie’ profiteren maximaal van de stijging op de thuismarkt. Chrysler weet voor de eerste keer in veertien maanden tijd meer dan 100.000 auto’s in een maand te verkopen, dankzij een stijging van 33 procent. Vooral MPV’s, pick-ups en Jeep-modellen scoren goed.

Ford noteert voor de zesde maand op rij een verkoopstijging. Analisten verwachten dat de autobouwer binnen enkele jaren net zo groot wordt als General Motors. De marktleider moest in mei opnieuw terrein prijsgeven maar dat komt vooral door het opdoeken van de merken Saturn, Pontiac en Hummer. De overgebleven merken laten een verkoopstijging van 32 procent zien. Chrysler, GM en Ford zijn niet de enige winnaars. Zo zag Nissan 24 procent meer auto’s de showroom verlaten en Hyundai zelfs 33 procent. Toyota krijgt in mei alsnog de rekening gepresenteerd van het terugroepdrama van enkele maanden geleden. De verkoopstijging van zeven procent is vooral te danken aan zustermerk Lexus, dat qua aantallen inmiddels Mercedes voorbij is als best verkopende ‘premiummerk’ in de V.S.