Opel productie

De Duitse deelstaten met een Opel-fabriek richten een task force op. Deze moet gaan onderzoeken wat de alternatieven zijn om de reorganisatie bij het automerk te financieren, nu de federale overheid ‘nee’ heeft gezegd tegen het garant staan voor leningen.

Bondskanselier Angela Merkel had gisteren een gesprek met de vertegenwoordigers van de deelstaten. “Het is vandaag duidelijk geworden dat de deelstaten in staat zijn om garanties te verstrekken”, zo vertelde Merkel naderhand aan journalisten van onder meer de persbureaus Bloomberg en Reuters. Namens de deelstaten sprak Kurt Beck, regeringsleider van Rijnland-Palts, zijn teleurstelling uit over het gebrek aan steun door de Duitse regering.

De deelstaten hebben daarop een task force voorgesteld, die de alternatieven voor federale steun gaat onderzoeken. De gehele reorganisatie bij Opel kost 3,6 miljard euro. Daarvan ontbreekt nu nog 1,4 miljard euro. Door het Duitse ‘nee’ is een gat ontstaan van 400 miljoen euro. Analisten zijn bang dat dit wel eens zou kunnen leiden tot meer ontslagen dan de aangekondigde 8.300.

De eerste mogelijkheid die de task force zal onderzoeken zijn het afgeven van garanties door de vier deelstaten waar Opel-fabrieken zijn gevestigd. Rijnland-Palts heeft de eerder beloofde 62 miljoen euro al verhoogd tot ongeveer 100 miljoen. Thüringen heeft 27,2 miljoen aan garanties toegezegd. De staten hebben onderling afgesproken elkaar niet ‘failliet’ te onderhandelen om zo alle productiefaciliteiten te redden.

De tweede optie is een lening bij de Europese Investeringsbank voor de ontwikkeling van milieuvriendelijke auto’s. Het zou om ongeveer 800 miljoen gaan. Een vergelijkbare route verliep eerder positief voor het merk Saab. Ten slotte willen de deelstaten Opel ondersteunen om geld te kunnen lenen op de kapitaalmarkt.