Jeep zit met een bijzonder probleem. Aan de ene kant heeft het merk een ijzersterk imago maar aan de andere kant lijken in er Nederland maar weinig mensen voor warm te lopen. Met de Renegade presenteert Jeep zijn nieuwe instapper en die smaakt dankzij de Italiaanse ingrediënten best lekker. De eerste rij-indruk vond plaats op Noord-Hollands asfalt.

Bij Jeeps denk je aan bonkige en hoekige terreinwagens, die qua styling vooral op de Amerikaanse markt zijn gericht. En op Amerikaanse auto's zijn we nu eenmaal niet zo dol in Europa, met als gevolg dat je de Cherokee, Patriot en Compass hier maar weinig ziet rijden. Daarom heeft het Europese moederbedrijf Fiat zich intensief met de Renegade bemoeid, deze 'Amerikaanse' Jeep wordt zelfs in Italië gebouwd. Het design is nog steeds uitgesproken en kan mij beter bekoren dan de eerder genoemde Jeeps.

Groot compact

Belangrijker is het formaat, deze Jeep kan meedoen in het drukbezette B-segment, het terrein van onder andere de Citroën C4 Cactus, Renault Captur en Dacia Duster. Met een vanafprijs van 22.900 euro voor de tweewielaangedreven 1.6 E-Torq is de Jeep Renegade duurder dan de instappers van de concurrentie, daar staan meer vermogen en een iets grotere koets tegenover. Ook aan de andere kant van het gamma zien we zulke verschillen. De dikke Renegade 2.0 Multijet 4x4 die ik meekrijg voor deze rij-indruk kost ruim 42.000 euro, waarmee de auto opeens in een hoger segment valt.

Amerikaans, maar op de goede manier

Het interieur is een prettige combinatie van Italiaanse en Amerikaanse invloeden. Hoewel er nog altijd de nodige harde kunststoffen te vinden zijn, staan afwerking en materiaalgebruik op een hoger niveau dan in bijvoorbeeld een Jeep Compass. In Italië liggen de kwaliteitsnormen wat hoger dan in de Verenigde Staten. De vormgeving van het dashboard is gelukkig een stuk stoerder dan dat van de gemiddelde Fiat, met een uit de kluiten gewassen handvat voor de passagier en de nodige Jeep-details. Het ruimteaanbod is voldoende, zowel op de achterbank als in de kofferbak.

Je krijgt een onvervalst ‘king of the road’-gevoel en dat is uniek voor deze klasse. 

Eenmaal achter het stuur voelt de Renegade veel groter dan de 4,25 meter die de auto lang is. Dat komt met name door de hoge zit en de forse motorkap waar je op uitkijkt. Je krijgt een onvervalst ‘king of the road’-gevoel en dat is uniek voor deze klasse. Sturen gaat met voldoende gevoel, het is duidelijk geen sportieve hatchback maar voor een hoge auto als de Renegade is de scherpte bovengemiddeld. Verwacht geen spannende rijeigenschappen, de Jeep Renegade geeft je vooral een vertrouwd gevoel, wat bij de testauto deels verklaard kan worden door de vierwielaandrijving. De tweeliter diesel heeft geen enkele moeite met de Renegade, al voelt de Jeep nooit echt snel.

Een echte Jeep

Bestel je zo'n dikke tweeliter diesel dan krijg je daar automatisch vierwielaandrijving bij, een andere keuze is er ook niet. Zowel de 1.6 E-Torq en 1.4 MultiAir-benzine als de 1.6 Multijet-diesel zijn er alleen met voorwielaandrijving. Standaard heeft de 4WD-versie Jeep Active Drive, een elektronische terreinhulp, terwijl topmodel Trailhawk is uitgerust met een heuse tussenbak met hoge en lage gearing. De Renegade blijft in dat opzicht een echte Jeep.

Ik verwacht niet dat er veel Renegade 2.0 Multijet-uitvoeringen over de toonbank zullen gaan, het zal vermoedelijk vooral de 140 pk sterke 1.4 Multiair zijn die voor aantallen gaat zorgen. Deze moderne turbomotor kost twee mille meer dan de 1.6 benzine en behalve meer vermogen, krijg je dan ook de fijn schakelende zesbak standaard. De diesels zullen het lastiger krijgen, het ontbreken van een bijtellingsvriendelijke versie maakt deze auto op de zakelijke markt kansloos. Jammer, want de Renegade geeft kleur aan onze wegen en mag Jeeps beste poging worden genoemd om voet aan Europese wal te krijgen.