Aston Martin DP 100

Aston Martin gaat voor ‘alles of niks’. Tot en met 2022 komen er zeven nieuwe modellen op de markt. Daarmee hoopt het merk een basis te leggen voor een gezonde toekomst.

Het is Aston Martin de laatste jaren niet voor de wind gegaan. Er kwamen weinig nieuwe modellen bij, omdat er geen geld was. Nu presenteert CEO Andy Palmer het ultieme plan: zeven nieuwe modellen in zeven jaar. Alles of niets. Als dit lukt legt Aston Martin een stevige basis voor de toekomst. Als het mislukt is het over.

De nieuwe DB11 is de eerste in de reeks. Dat model debuteerde eerder dit jaar en staat binnenkort in de showrooms. Volgend jaar is het de beurt aan de opvolger van de Vantage en ook de nieuwe generatie Vanquish is een van de zeven modellen. Die auto’s vervangen allemaal bestaande Aston Martins, maar het assortiment wordt ook uitgebreid.

De eerste aanvulling staat gepland voor 2019: de DBX. Van deze SUV-achtige liet het merk vorig jaar al een voorproefje zien. Aston Martin gaat ook technische uitdagingen niet uit de weg, want er komt een supercar met middenmotor. Nu hebben alle Aston Martins de motor nog voorin liggen. De digitale raceauto DP 100 (foto), die het merk voor een computerspel ontwikkelde, dient daarbij als inspiratie. Dat model heeft ook de (digitale) motor achter de (digitale) voorstoelen.

Onvermijdelijk is dat het merk ook een elektrische auto gaat bouwen. Van de volgende generatie Rapide, die zowel zijn naamgenoot als de exclusieve Lagonda opvolgt, komt een volledig elektrisch aangedreven uitvoering.

Alle toekomstige modellen hebben een levenscyclus van 7 jaar. Dat betekent dus dat het merk na 2022 opnieuw begint met het vernieuwen van zijn assortiment. Daar komt om de 2 tot 3 jaar nog een gelimiteerde auto bij, zoals de AM-RB 001, de supercar die het merk op dit moment ontwikkelt in samenwerking met Formule 1-team Red Bull Racing.