De bij een brand verloren gegane exemplaren van de Jaguar XKSS - de eerste supercar ter wereld - zullen alsnog worden gebouwd. De prijs van dit 'collector's item' ligt op ruim 1,25 miljoen euro.

In 1955, '56 en '57 won Jaguar de 24 Uur van Le Mans met de D-Type. 'Mister Jaguar' Sir William Lyons leek het een goed idee om dit te vieren door de 25 overgebleven raceauto's om te bouwen tot straatlegale exemplaren. De resulterende Jaguar XKSS wordt zodoende gezien als 's werelds eerste supercar. Na zestien stuks te hebben afgeleverd vloog echter de fabriek in brand, waarbij de laatste XKSS-exemplaren verloren gingen. 

Die zullen nu, zo'n 60 jaar na dato, alsnog gebouwd worden. Dat heeft Jaguar gisteren bekendgemaakt aan de vooravond van de New York International Auto Show. De originele specificaties zijn bewaard gebleven. Daarnaast heeft Jaguar de benodigde expertise opgedaan met de handmatige bouw van de klassieke Lightweight E-Type. De negen nog te produceren XKSS-modellen zullen dan ook volledige authentiek zijn. 

De XKSS heeft, ten opzichte van de D-Type racer, een hogere voorruit en een extra deur aan de passagierszijde. De bekende vin achterop de D-Type ontbreekt, net als de scheiding tussen de bestuurder en passagier. De Jaguar XKSS had indertijd een 3,4 liter motor en een versnellingsbak met vier verzetten.

De nog bestaande, in de jaren '50 gebouwde XKSS-modellen zijn inmiddels collector's items vanwege de exclusiviteit en het fraaie design. Jaguar verwacht de nieuw te bouwen exemplaren eveneens aan verzamelaars en klanten te slijten. De prijs ligt namelijk op ruim een miljoen Britse pond, omgerekend meer dan 1,25 miljoen euro. De leveringen starten begin volgend jaar.