De Volkswagen Passat viert dit jaar zijn vijftigste verjaardag. Dit najaar presenteert Volkswagen alweer de negende generatie. De destijds gloednieuwe modelfamilie met een watergekoelde motor die Volkswagen in 1973 lanceerde was het begin van een wereldwijd succesverhaal dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Na eerder op de eerste drie van in totaal acht generaties van de succesvolle middenklasser te hebben teruggeblikt, nemen we nu de Passat B4, B5 en B6 onder de loep.

Waarvoor je ‘m ook gebruikt, de Volkswagen Passat is altijd een groot succes – zelfs letterlijk. Van gezinnen tot taxichauffeurs – op de Passat kan iedereen vertrouwen. Ook voor zakelijke rijders is de Passat al decennia lang het ultieme vervoermiddel; het is zelfs een van de meest succesvolle zakenwagens van Europa.

Passat B4 (1993-1997)

De Passat B4 die Volkswagen in 1993 introduceerde op de IAA in Frankfurt, was een veilige keuze voor iedere gebruiker. Net als zijn voorgangers was de B4 een geslaagde combinatie van elegantie, aerodynamica en functionaliteit. De vierde generatie erfde de talenten van zijn voorganger, maar was in vele details fijngeslepen. Net als zijn voorganger was de Passat B4 verkrijgbaar als Limousine en als Variant. 

De B3 paste niet echt meer in het modellengamma van Volkswagen: het was het enige model zonder grille en dus kreeg de Passat B4 die grille terug. Zijn ‘happy face’ lag in lijn met dat van de modellen uit dezelfde generatie, zoals de Golf III. Voor een optimale bescherming van de inzittenden vertrouwde Volkswagen op een peloton van nieuwe beschermengelen: naast airbags voor de bestuurder en voorpassagier waren er gordelspanners voorin, hoofdsteunen achterin en een elektronisch gestuurd antiblokkeersysteem (ABS). Bovendien was de carrosserie dertig procent stijver ten opzichte van zijn voorganger.

Veelrijders waren laaiend enthousiast over de nieuwe TDI-motoren. Ze hadden een enorm koppel, waren extreem zuinig en maakten van de Volkswagen Passat B4 de koning van de lange afstand. Ritten van meer dan 1.000 kilometer zonder te tanken waren nu realiteit. In 1996 brak een Passat B4 het wereldrecord voor de langste afstand afgelegd op één tank brandstof. Een team van Duitse ingenieurs reed meer dan 1.500 kilometer zonder te hoeven tanken, waarmee ze het vorige record met meer dan honderd kilometer verbraken.

Deze Passat bood de ruimte en de uitstraling van een luxe limo. Niet voor niets werd de B4 in 1995 gebruikt als het officiële voertuig voor de G7-top in het Franse Lyon. De Passat werd gekozen vanwege zijn comfortabele interieur en ruime kofferbak, die voldoende ruimte bood voor alle bagage van de begeleiders van de toenmalige wereldleiders, van Bill Clinton tot Jacques Chirac. De laatste Passat B4 - een Pacific - liep in april 1997 in Emden van de band. In totaal waren er 690.000 Passats B4 geproduceerd, waarvan 60 procent als Variant.

Volkswagen Passat B5 (1996-2005)

In 1996 vond Volkswagen het begrip ‘understatement’ opnieuw uit met de Passat B5. Het design van Hartmut Warkuß was opvallend onopvallend. Wat wél opviel, was de premium uitstraling en dito kwaliteit. Neem bijvoorbeeld de perfecte naden tussen de carrosseriedelen  of de luchtuitstroomopeningen die je als mini luxaflexjes kon sluiten. Het aanbod aan aandrijflijnen was sterker dan ooit: het spectrum reikte van de zuinige 66 kW (90 pk) TDI tot de indrukwekkende vierwielaangedreven W8 met 202 kW (275 pk). Tegelijkertijd kwam de digitalisering in een stroomversnelling: voor het eerst was de Passat verkrijgbaar met luxe opties als een navigatiesysteem met kleurenkaartweergave, een elektronisch gestuurde Tiptronic-transmissie en ESP-antislipbeveiliging. Een nieuwe feature van de Passat B5 was het Climatronic-systeem, een geavanceerde automatische airconditioning met afzonderlijke temperatuurregeling voor de bestuurder en passagiers. Met de B5 bewees de Passat opnieuw zijn zakelijke kwaliteiten. In de periode 1996 - 2005 was de B5 één van de meest gewilde zakelijke leaseauto's in Nederland.

De diesels waren verreweg het meest populair. De pompverstuivers deden bij deze generatie in 2001 hun intrede; ook een zescilinder diesel was mogelijk. Volkswagen bouwde de B5 in Duitsland, Spanje, Portugal, Brazilië en China. In die laatste fabriek liep de Passat tot 2011 als Passat Lingyu van de band.

Volkswagen Passat B6 (2005-2010)

De Passat B6 die Volkswagen in maart 2005 introduceerde op de Autosalon van Genève, was volgens het persbericht ‘emotioneler dan zijn voorgangers’. Het model was ontworpen onder leiding van de Italiaanse auto-ontwerper Walter de Silva, destijds hoofdontwerper bij de Volkswagen Groep. Het design van de Passat B6 was een evolutie van het design van de voorgaande Passat-modellen, met een meer gestroomlijnde en modernere uitstraling. De auto had een slanker en dynamischer profiel met scherpere lijnen en een grotere nadruk op de neus van de auto. Een uitgekiende platformarchitectuur zorgde voor meer ruimte voor de inzittenden en hun bagage. De Variant was de benchmark op de markt met een enorme bagageruimte, tot wel 1.731 liter. 

Volkswagen voorzag de Passat B6 van een aantal innovatieve technologieën, waaronder Adaptive Chassis Control (ACC) en Park Assist. ACC paste de demping en vering van de auto aan de rijomstandigheden aan, terwijl Park Assist het inparkeren vergemakkelijkte door de auto automatisch te laten sturen en remmen. Ook infotainmentsystemen met touchscreen en 4MOTION-Haldex-vierwielaandrijving deden hun intrede bij Volkswagen.

Met de R36 - met z’n 220 kW (300 pk) zescilindermotor - maakte de snelste en sportiefste Passat aller tijden in 2006 grote indruk. Iets minder krachtig maar mateloos populair – met name bij leaserijders - was de Passat B6 dieselversie met de nieuwe BlueMotion-technologie. BlueMotion is een combinatie van technologieën die het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot significant verminderen. Dankzij deze techniek was de Passat B6 BlueMotion het zuinigste model in de Passat-reeks.

De wereldwijde productie van de Passat B6 zorgde ervoor dat de auto beschikbaar was voor consumenten over de hele wereld en hielp het merk Volkswagen nog verder te groeien in verschillende markten. Naast Emden, de belangrijkste productiefaciliteit voor de Passat B6, liep de populaire middenklasser in Slovakije, China, Rusland en Zuid-Afrika van de band. Niet overal heet de Passat trouwens Passat. In China draagt hij bijvoorbeeld de naam Magotan.