We hebben het er met zijn allen maar druk mee. Je kunt geen autoblad openslaan of praten met iemand die een nieuwe leasebak uitzoekt, of het getal ‘14’ komt ter sprake. 14 procent bijtelling, welteverstaan. Om nog maar te zwijgen van de bijkans propagandistische reclamecampagnes die autofabrikanten loslaten op televisie en in de krant. De keerzijde van de medaille is net zo bekend: erg ‘cool’ zijn die 14 procent-auto’s niet. De nog verse Lexus CT 200h en de Fiat 500 zijn mooie uitzonderingen en dat geldt ook voor de hier geteste Alfa Romeo MiTo 1.3 JTDm ECO en Citroën DS3 e-HDi, die in deze dubbeltest inspelen op onze emotie. Belastingvrij, sowieso tot 2014.

De BPM-vrije status zorgt ervoor dat zowel de Citroën DS3 als de Alfa Romeo MiTo in hun fiscaalvriendelijkste vorm hele betaalbare auto’s zijn. De geteste MiTo kost 21.704 euro en de gereden DS3 is met 20.350 euro een dikke 1.000 euro voordeliger. Daarbij moet aangetekend worden dat deze MiTo tot de nok toe vol is uitgerust, alleen een navigatiesysteem ontbreekt. Neem je genoegen met minder ‘goodies’, dan heb je deze MiTo 1.3 JTDm ECO Progression al vanaf een kleine 18 mille, terwijl de DS3 e-HDi So Chic in de basis net geen 19.000 euro moet opbrengen. De DS3 heeft dan wel standaard cruise control, maar gelukkig biedt Alfa Romeo hele aantrekkelijke optiepakketten aan.

Voor dat geld staan er twee echt smaakvolle auto’s, die jou als bestuurder zelfs een bepaalde ‘status’ verschaffen. Van deze testauto’s is de MiTo de schreeuwlelijk, die knalt je netvlies in. Uitgevoerd in de kleur Alfa Rosso in combinatie met een zwart dak, op 18 inch wielen en met oorlogsbestickering lijkt ‘ie wel 200 pk sterk. De snelheid schreeuwt er vanaf en wát is het toch een gaaf ding om naar te kijken! De DS3 is veel ingetogener, maar minstens zo mooi. Details als de met de grille versmolten ‘double chevron’, het wit met zwarte koetswerk en die eigenzinnige B-stijl maken de DS3 een ware stijlkoning. Citroën heeft het ‘probleem’ dat stoere - en dus grote - wielen het verbruik en dus de uitstoot ongunstig beïnvloeden heel handig getackeld. Om onder de CO2-grens voor BPM- en MRB-vrij rijden te vallen, heeft Citroën de DS3 op 16 inch wielen met goed uitziende wieldoppen gezet. Daarmee verlang je niet naar lichtmetaal en de dealer zal die ook niet monteren, omdat dit een soort van belastingontduiking is. Dat de MiTo zelfs met deze 18 inch ‘Super Sport’-wielen zijn fiscale voordelen behoudt, moet daarom wel even vermeld worden.

Uitgevoerd in de kleur Alfa Rosso in combinatie met een zwart dak, op 18 inch wielen en met oorlogsbestickering lijkt de Alfa Romeo Mito wel 200 pk sterk.

Wie mooi wil zijn…

Van binnen gaat het er net zo verschillend, maar even stijlbewust aan toe. De  uiterlijke dynamiek van de MiTo wordt aan de binnenkant voortgezet. Alles aan de Alfa Romeo is een lust voor het oog en ademt sportiviteit, maar de leeftijd van de MiTo – hij is alweer drie jaar op de markt - verraadt zich. In de Alfa zitten net even teveel eenvoudige kunststoffen en de displays zijn net iets te ‘blokkerig’, terwijl de DS3 bijdetijdse pixels en betere materialen heeft. De finesse van de MiTo strookt niet met bijvoorbeeld Alfa’s beeldschone stoelen, die met Poltrona Frau-leder bekleed zijn en voorzien zijn van gestikte Alfa-logo’s. Veel fijnere stoelen trouwens dan in de Citroën, want de MiTo-zetels omklemmen en ondersteunen je veel beter. In de DS3 zit je veel meer ‘op de bok’ en de stoelen voelen aan alsof je op een soort van skippybal zit: zacht, maar vormloos.

De DS3 is van binnen al even eigenzinnig als van buiten. Het interieur is tot in de puntjes verzorgd, soms zelfs op het overdrevene af met die honingraatbekleding en ‘zebra’-randjes om de vloermatten. Het oogt verzorgder en luxer dan in de MiTo, maar bovenal superhip. De bediening in de DS3 is net even iets minder ergonomisch dan in de Alfa Romeo en ergerlijk is de hoeveelheid stof die het hoogglans zwarte dashboard van de Fransman aantrekt. Maar ja, wie mooi wil zijn…

Vrijwilligheid

Voor de ruimte achter de voorstoelen hoef je beide auto’s niet kopen. De figuurlijke prijs die er voor ‘smaakvol’ en ‘hip’ betaald wordt, is niet mals. Achterin zitten is in beide auto’s geen vrijwilligheid. Achterpassagiers passen nog het beste in de MiTo. De DS3 heeft dermate weinig hoofdruimte, dat je alleen met een scheef hangend hoofd op de achterbank kan vertoeven. Iets onderuit zakken is geen optie, omdat de knieën dan meteen tegen de voorstoelen stoten. Instappen gaat in de Citroën wel iets eenvoudiger, maar dat weegt niet op tegen het feit dat de derde en vierde MiTo-inzittende de rit met een beetje flexibiliteit best uithouden. Bovendien kijken de achterpassagiers van de DS3 tegen die enorme B-stijl aan en tezamen met de al krappe ruimte ontstaat dan een opgesloten gevoel.

De bagageruimtes zijn vergelijkbaar, maar de MiTo heeft een kleinere doorgang en een hogere laaddrempel. Gelijkspel bij het neerklappen van de achterbank: de zitting van de Italiaan is opklapbaar, waardoor de laadvloer net even iets vlakker wordt dan in de DS3. De Fransoos kan daarentegen zijn bank in twee delen neerklappen.

Bijbenen

Qua looks hoef je met deze ‘14%-jes’ helemaal niets in te leveren, maar tijdens het rijden bevestigt de MiTo je ‘spaarkeuze’ en de DS3 eigenlijk niet. Afzien is het met de 1.3 JTDm ECO geenszins en voor een belastingvrij ding doet het blok het heel best, maar hij staat er nu eenmaal zo zelfverzekerd bij dat je onbewust meer verwacht. Dat de 1.6 liter dieselmotor van de DS3 meer te vertellen heeft, wordt snel duidelijk. De MiTo gaat ‘op de teller’ net iets sneller dan 170 km/u, de DS3 bereikt na een tijdje bijna 185 km/u. Ook kan de MiTo de DS3 tijdens tussensprints nauwelijks bijbenen, terwijl het verbruik van de Citroën juist gunstiger is. Rijdt de MiTo gemiddeld net geen 1 op 20, de DS3 haalt zomaar 1 op 21. Blijkbaar moet de 85 pk leverende 1.3 JTDm harder werken dan de zeven pk sterkere e-HDi. Meer inspanning kost energie. Het fabrieksverbruik is in beide gevallen - zoals gewoonlijk - mijlenver weg.

De MiTo is de schreeuwlelijk, die knalt je netvlies in

Zowel de Italiaan als de Fransman hebben een turbogat, maar de 200 Nm van de MiTo is over een breder toerenbereik verspreid dan de 230 Nm in de DS3. Met Alfa’s DNA-knop in ‘Dynamic’ wordt het turbogat door de snellere gasrespons voor je gevoel nog iets verder verkleind, maar de DS3 ervaar je door zijn duw in de rug als sneller en dat is hij tenslotte ook. Bovendien draait de e-HDi dieselmotor gecultiveerder en dat is toch best bepalend voor welke auto het fijnste aanvoelt.

Het fabrieksverbruik is in beide gevallen - zoals gewoonlijk - mijlenver weg

Een start/stop-systeem hebben ze natuurlijk allebei, maar die in de Citroën is iets intelligenter. Het is hetzelfde systeem als in de onlangs geteste Peugeot 308 e-HDi en dat betekent dat de motor onder de 20 km/u afslaat en op restsnelheid uitrolt. Daarvoor moet je  wel de versnellingsbak in ‘vrij’ zetten. Het aantal seconden zonder draaiende motor wordt bijgehouden en de gecombineerde startmotor en dynamo laten de motor weer soepel aanslaan. Dat gaat in de MiTo met zijn relatief trage start/stop-systeem toch wat minder soepel, waardoor je de neiging hebt om die besparingsvoorziening uit te zetten.

Gooien en smijten

De 18 inch lichtmetalen wielen zorgen ervoor dat de MiTo snaarstrak instuurt en ook het communicatieve stuurgevoel is daaraan te danken. Het is gooien en smijten met de MiTo, terwijl de DS3 met zijn 16 inch ‘neplichtmetaal’ een adequaat compromis tussen comfort en scherpte biedt. Aan dat eerste schort het in de MiTo, die is nogal hard gedempt. De besturing van de DS3 voelt heel lineair aan, de MiTo is bij het aansnijden van de bocht extra direct. Dank gaat dan uit naar Alfa’s Q2-systeem, dat elektronisch de kracht over de voorwielen verdeelt en gripproblemen voorkomt.

Om zowel in de Alfa Romeo als in de Citroën net wat meer snelheid uit de auto te halen, zou een zesbak prettig zijn. Nu is het iets te duidelijk dat de overbrengingen van de beide vijfbakjes meer op brandstofbesparing dan op ‘driveability’ gespind zijn. Simpel praktijkvoorbeeld: op een woonerf zit je te twijfelen tussen de eerste en de tweede versnelling, want de dieseltjes maken te veel toeren voor het eerste en te weinig voor het tweede verzet. Maar ja, met zo’n korter gespatieerde zesbak raakt de belastingvrije status door het meerverbruik al gauw in het geding. Remise qua schakelgevoel overigens. De MiTo schakelt heerlijk kort, maar een beetje gevoelloos. De Franse transmissie is een stuk trefzekerder, alleen die maakt wel erg lange slagen.

Hebberig

Van beide auto’s word je hebberig, zoveel is wel duidelijk na een weekje MiTo 1.3 JTDm ECO en DS3 e-HDi. Zo’n blitskikker met een belastingluw kostenplaatje is verleidelijk. Beide Romaanse auto’s hebben hun eigen karakter en imago, maar zijn directe concurrenten. Een winnaar aanwijzen is niet moeilijk, daarvoor doet de DS3 teveel dingen beter dan de MiTo. De Fransoos is moderner afgewerkt, heeft een gewilligere, stillere en economischere motor en schippert succesvol tussen comfort en stuurplezier. Mijn advies: koop een DS3, hoop dat een van je vrienden faliekant voor de precisie van zo’n dik uitgevoerde MiTo gaat en knal er samen vandoor. Rijden doe je namelijk het liefste in de Citroën, kijken doe je vooral graag naar de Alfa Romeo.