De Picanto staat aan de basis van het succes van Kia in Nederland. Het stadsautootje is met enige afstand de best verkochte Kia ooit in ons land. En dat terwijl hij pas in 2004 op de markt kwam – 11 jaar na de eerste stappen van Kia op Nederlandse bodem. Nu is er een nieuwe Picanto. De verwachtingen zijn hoog, het ontwerp is fris, de techniek is modern en de CO2-uitstoot is laag genoeg om de Picanto te laten profiteren van gunstige belastingregels als vrijstelling van wegenbelasting en BPM. Tel daarbij op dat het imago van Kia de afgelopen jaren sterk is verbeterd en niets lijkt de auto in de weg te staan om opnieuw succes te behalen.

De nieuwe Kia Picanto bevestigt de vooruitgang van Kia in alle opzichten. Met het vernieuwen van de kleinste Kia loopt het merk in een klap (even) voorop in het compacte segment. Dat zie je al aan de – al dan niet standaard aanwezige – features op de Picanto, die allesbehalve gemeengoed zijn in het stadsautosegment. De testauto is uitgevoerd in een chique bruine kleur en heeft zelfs LED-dagrijverlichting. Als er binnenkort twee priemende LED-slangetjes in je binnenspiegel opduiken kan het dus zomaar een Kia Picanto zijn in plaats van een Audi A4. Ook aan de achterkant heeft de testauto LED-verlichting, die onderdeel is van het Exterior Pack - dat verder 15 inch lichtmetalen wielen en zijskirts omvat. Het zijn accessoires die het uiterlijk van de Kia opwaarderen en het in de basis leuke design van de Picanto accentueren.

Het moet gezegd dat de Duitse ontwerper Peter Schreyer wederom een prima ontwerp heeft neergezet: een vlot vormgegeven smoeltje met flinke koplampunits, scherpe vouwen in het plaatwerk aan de zijkant en boemerangvormige achterlichten. Dat alles is niet ten koste gegaan van de verhoudingen, ook als totaalplaatje klopt het ontwerp.

Schildpadmotief

Het binnenste van de Picanto is minder sprankelend maar het dashboard oogt en voelt niet goedkoop. De toegepaste kunststoffen zijn zonder uitzondering hard maar dat mag in dit segment. De structuur van het materiaal bovenop het dasboard lijkt op het ‘schildpadmotief’ dat Volkswagen gebruikt. De precisie waarmee het geheel in elkaar is gezet kan ook aardig wedijveren met de manier waarop het genoemde Duitse merk dat doet en dat mag gerust een compliment heten.

Is er dan helemaal niets aan te merken op het interieur?

De knoppen van de radio en klimaatregeling voelen degelijk aan. De aluminium-look strip op het dashboard is standaard op alle uitvoeringen – geen kale zwarte boel dus in het basismodel - en zorgt voor de nodige afwisseling. Nog een compliment: de bedieningselementen en het instrumentarium zijn in het donker fraai en homogeen verlicht en dat zie je nog wel eens anders in dit segment.

Is er dan helemaal niets aan te merken op het interieur? Nou ja, weinig. De manier waarop de bedrading van de gordelverklikkers aan de houders is vastgetapet is nogal knullig en het pinnetje waarmee je de boordcomputer moet bedienen zit op een onhandige plaats. Verder spreekt de bediening van de functies voor zich maar zoveel zit er niet op dus dat maakt het overzichtelijk. De ruimte aan boord is prima, zowel voor- als achterin. Op de achterbank kunnen passagiers met een lengte tot 1,90 meter plaatsnemen als de mensen voorin een klein beetje inschikken. Wel komen bestuurder en passagier als ze wat langer zijn met een knie in aanraking met het middendeel van het dashboard. De kofferbak is met een inhoud van 200 liter voldoende ruim voor dit segment. Door de achterbank omlaag te klappen kun je 870 liter aan bagage verstouwen in de Kia.

Een redelijke zitpositie achter het stuur vind je eenvoudig, hoewel het stuur alleen in hoogte is te verstellen. Mocht je wat losse spullen kwijt willen dan kan dat, er is genoeg opbergruimte in en rond het dashboard. Het degelijke gevoel dat tot dan toe overheerst verdwijnt wanneer je de koppeling intrapt om de auto te starten. Alsof je het pedaal van een piano intrapt: licht en gevoelloos. Starten dan maar. De 1.0 driecilinder komt tot leven. Met 69 pk vermogen is dit de instapper, er is ook nog een 1.2 viercilinder met 85 pk.

Geen haast

Je moet geen haast hebben met de driecilinder. Het maximale vermogen komt pas bij 6.200 tpm vrij, het maximale koppel bij 3.500 tpm. Dat betekent dat er daaronder niet zo gek veel gebeurt. Tot 80 km/u en in de lage versnellingen valt het nog wel te overzien maar als je op de snelweg bij 100 of 120 km/u in de vierde of vijfde versnelling gas geeft gebeurt er niets. Je moet dan terug naar de derde versnelling om een beetje vlot in te halen. En dat terwijl het motortje helemaal niet van toeren maken lijkt te houden, de driecilinder produceert een rauw geluid als je ‘m opjaagt. Voor gebruik binnen de bebouwde kom voldoet de krachtbron maar elke keer als je opschakelt en de motor valt terug tot ver beneden de 3.500 tpm dan is de vaart er behoorlijk uit als je het gaspedaal weer indrukt. Veel schakelen dus en dat is gelukkig geen straf. Het bakje heeft korte schakelwegen en je voelt goed wat de techniek doet. Alleen de achteruitversnelling laat zich soms moeilijk inleggen. Ondanks het ‘speelgoedpedaal’ van de koppeling voel je het aangrijpingspunt goed aan. Het gemiddelde testverbruik van 7,1 l/100 km (1 op 14) is aan de hoge kant – zeker in vergelijking met de fabrieksopgave van 1 op 21,1.

Een redelijke zitpositie achter het stuur vind je eenvoudig

De besturing van de Picanto scoort weinig punten. Bij lage snelheden voelt de installatie licht en redelijk indirect aan, zoals het hoort bij een stadsautootje. Tot zover is er niets aan de hand. Ga je echter harder rijden dan wordt de besturing steeds zwaarder en directer. In theorie is dat prettig omdat de auto op de snelweg dan meer vertrouwen geeft. Het verschil tussen de lichtste en zwaarste stand van de elektrische bekrachtiging is zo groot dat de besturing niet homogeen aanvoelt. Bovendien is er geen zelfcentrerend effect in het eerste deel van de stuuruitslag, waardoor je de Picanto ‘zonder handen’ van een afslag kan sturen. Gevoelloos is de installatie over de gehele linie, daarin is de Kia wel consequent maar het maakt ’t er niet beter op.

Goedmaken

Gelukkig maakt het onderstel een hoop goed. Vering en demping zijn comfortabel zonder zweverig of wiebelig te worden. Omdat de wielen op de uiterste hoeken van de carrosserie zijn geplaatst – waardoor de wielbasis relatief lang is – voelt de Picanto niet stuiterig aan bij het nemen van een verkeersdrempel. Het comfort gaat niet ten koste van de wegligging want die is zeer goed. In lange bochten kun je met de Picanto verrassend hoge snelheden bereiken terwijl het overhellen binnen de perken blijft. Zelfs in korte bochten laat het stadsautootje zich niet snel van de wijs brengen. Als je eenmaal de grens hebt bereikt en eroverheen gaat blijft de auto flink doorglijden. Overigens moet je het dan wel erg bont maken, want met een stadsauto hoor je dat soort fratsen natuurlijk niet uit te halen.

Een ander pluspunt is de prima isolatie, motor- en windgeluid worden redelijk uit de cabine gehouden. Het bandengeruis klinkt iets nadrukkelijker door maar ‘op het gehoor’ lijkt de Picanto een van de stilste auto’s in z’n segment te zijn. De remmen functioneren prima maar bij een noodstop worden de voorwielen wel wat zoekerig. Echt gevaarlijk wordt het dan niet maar het geeft niet veel vertrouwen.

Prijs is een erg belangrijke factor in het ‘boodschappenautosegment’. Dat heeft Kia goed begrepen, de nieuwe Picanto heeft een scherpe vanafprijs van 7.995 euro, voor de driedeurs 1.0. Het hier geteste exemplaar kost 11.635 euro. Dan is de auto onder andere voorzien van het eerder beschreven Exterior Pack, airconditioning, radio/cd/mp3-speler en centrale portiervergrendeling met klapsleutel.

De Kia Picanto heeft zo’n beetje alles in zich om de gemiddelde koper in dit segment blij te maken: hij ziet er leuk uit, heeft een capabel onderstel, is prettig geprijsd en dan krijg je ook nog eens 7 jaar garantie. Dat de besturing en in mindere mate de motor wat achterblijven weegt bij een stadsauto minder zwaar. En je hoeft anno 2011 niets meer uit te leggen als je met een Kia voor komt rijden. Helaas zul je de flauwe grappen over de naam Picanto – zelfs nu nog – voor lief moeten nemen. Ik kan alleen maar zeggen: hij is nu nog lekkerder.