De succesvolle introductie van de Insignia was het enige lichtpuntje voor Opel in het bewogen jaar 2009. In 2010 kijkt het merk weer omhoog maar er moet nog een bittere pil worden geslikt. Er staan verregaande reorganisaties op het programma waarbij duizenden banen in heel Europa verloren gaan. Gelukkig staat 2010 ook in het teken van twee belangrijke modelintroducties. Later dit jaar verschijnt de nieuwe Meriva op de markt maar eerst staat de Astra klaar om de Europese wegen te veroveren. De verwantschap met de Insignia is groot dus niets lijkt Opel in de weg te staan voor een nieuw succes.

Opel bewandelt met de vormgeving van de nieuwe Astra een veilige weg. Het is beslist een fraaie auto geworden, zeker met de witte lakkleur en 18 inch lichtmetalen wielen van de testauto. De bescheiden vormgegeven neus breekt met de trend van uitbundige grilles en koplampen zoals je bij steeds meer merken ziet. Aan de achterzijde oogt de Astra een beetje gewoontjes. Dat komt voornamelijk door de inspiratieloze achterlichtunits, waarin vreemd genoeg geen LED-verlichting huist. De nieuwe Astra is ondanks het geslaagde ontwerp geen koppendraaier maar dat is ook niet het doel geweest van Opel. Maar toch: het ‘wow-effect’ van de Insignia ontbreekt en dat is jammer.

De Astra heeft een fraai vormgegeven dashboard en steekt hiermee zijn belangrijkste concurrent, de Volkswagen Golf, naar de kroon

In het interieur zie je de gelijkenis met de Insignia weer terug. Het fraaie instrumentarium, het stuur en diverse bedieningsknoppen zijn zelfs een op een overgenomen. De Astra heeft een fraai vormgegeven dashboard en steekt hiermee zijn belangrijkste concurrent, de Volkswagen Golf, naar de kroon. Dat doet hij niet op het gebied van materiaalgebruik en afwerking. Niet dat de Astra op dit gebied teleurstelt maar hij zet ook geen nieuwe maatstaven. De grootste dissonant is de aluminiumkleurige omlijsting van de middenconsole, die niet alleen goedkoop oogt maar ook niet overal netjes is afgewerkt. Jammer is ook dat het dashboardkastje niet goed sluit en dat het binnenwerk van de sportstoelen kraakt. Zorgelijker is dat het navigatiescherm in de testauto zo nu en dan spontaan uitvalt. Het zijn allemaal geen onoverkomelijke zaken maar een beetje slordig is het wel.

Knoppenwoud

Het woud aan knoppen op de middenconsole in deze afgeladen uitvoering komt in eerste instantie wat massaal over maar met een beetje goede wil heb je zo je weg gevonden in de Astra. De geluidsinstallatie produceert een prima geluid en ook het handsfree bluetooth-systeem verdient complimenten. De verwarming heeft wat moeite om het interieur op ‘kamertemperatuur’ te houden en blaast zo af en toe akelig koude lucht het interieur in.

De zitpositie in de Astra is uitstekend in te stellen. Voor langere bestuurders komt de stuurkolom wel erg dicht bij de knieën maar verder niets dan lof. De optionele sportstoelen bieden een goede steun en het geperforeerde leder biedt veel grip. Wel is het zitvlak voor bestuurders met een wat forser postuur te smal. Voor alle bestuurders geldt dat de koets van de Astra ter hoogte van de C-stijl een flinke dode hoek heeft.

De Astra is gegroeid tot een lengte van 4,42 meter – 22 centimeter langer dan een Volkswagen Golf. Aan de binnenruimte zie je dat niet terug. Het interieur doet eerder knus dan ruim aan maar biedt voldoende plaats aan inzittenden. Achterin kunnen ook langere passagiers prima zitten, zolang de voorstoelen niet te ver naar achteren staan. De bagageruimte meet 370 liter en dat is gemiddeld in dit segment. De leuning van de achterbank klap je in ongelijke delen omlaag voor maximaal 1.235 liter laadruimte. Helaas kan je in de Astra geen vlakke laadvloer creëren, zelfs niet met de optionele dubbele laadvloer.

Toon is gezet

De laag instelbare zitpositie nodigt uit om te gaan sturen dus dat ga ik maar eens doen. Bij het starten zwiepen de vier tellers een keer helemaal naar rechts en weer terug en daarmee is de toon alvast gezet. Aan de motor zal het in theorie ook niet liggen: de bekende 1.6 turbo met 180 pk doet dienst in de testauto. Eerst de positieve punten: de krachtbron loopt mooi trillingsvrij, produceert een inspirerend geluid en zet indrukwekkende tussenacceleraties neer. Deze mooie eigenschappen kunnen de nadelen helaas niet verbloemen. Tijdens het rijden heb je namelijk niet het idee dat er 180 pk onder de motorkap ligt. Je moet wel erg nadrukkelijk het ideale vermogensgebied opzoeken. Bij het optrekken vanuit stilstand is het juist weer zaak om met beleid gas te geven want anders word je getrakteerd op een stuiterende voortrein. De vermogensopbouw verloopt niet helemaal vloeiend. Het ideale toerengebied loopt van 2.200 tot 5.500 tpm maar ook daar gedraagt de motor zich wat schokkerig bij het optrekken. Het testverbruik van 10,7 l/100 km (1 op 9,7) valt niet tegen maar verdient ook geen compliment.

De Astra heeft een fraai vormgegeven dashboard

De Astra is een fijne auto om in onderweg te zijn. Het sturen, schakelen, koppelen: alles klopt en voelt goed aan. Opel heeft een fijne middenweg tussen comfort en sportiviteit gevonden, al jaren de beste eigenschap van de Volkswagen Golf. Daarmee is niet gezegd dat de stuurinstallatie perfect is, de besturing voelt nog net iets te kunstmatig aan en werkt niet al te direct. Het optionele FlexRide-systeem biedt voor bestuurders met sportieve aspiraties uitkomst. Net als in de Insignia kun je twee rijmodi activeren die invloed hebben op de gasrespons, het stuurgevoel en de vering. In de sportstand voelt de stuurinstallatie zwaarder aan en doordat de vering steviger is afgesteld helt de koets minder over in bochten. De Astra voelt hierdoor vertrouwenwekkender aan dan in de standaard rijmodus. De motor gedraagt zich wel erg onrustig in de sportstand. Gelukkig kun je in het voertuigmenu kiezen welke onderdelen je wilt activeren in de sportieve rijmodus. Er is ook nog een Tour-instelling, maar die lijkt me overbodig. De vering is in deze stand iets soepeler maar aan de demping verandert niets waardoor het rijcomfort gevoelsmatig nauwelijks toeneemt.

In de normale stand biedt de hatchback genoeg comfort en de wegligging is dik in orde. Op de grens glijdt de Astra over de voorwielen weg maar dat gaat heel beheerst en is eenvoudig te corrigeren. Over het schakelen heb ik geen klachten. Het korte pookje glijdt soepel door de versnellingen heen en de schakelwegen zijn prettig kort. De remmen van de Astra zijn prima, bij een noodstop blijft de pedaaldruk mooi constant.

Massa-Astra

De Astra die ik meekreeg van de importeur is niet bepaald een ‘massa-Astra’. Zaken als bi-xenonverlichting, navigatiesysteem met 7 inch kleurenscherm, FlexRide en lederen bekleding tillen de prijs van de toch al niet karig bedeelde 1.6 Turbo Sport naar 33.085 euro. Gezien de uitrusting is dat een keurige prijs. De hatchback is er vanaf 18.495 euro voor de 1.4 Ecotec met 87 pk in Selection-uitvoering. Opel positioneert de Astra qua prijs iets onder de Volkswagen Golf.

Het moet wel heel gek lopen willen de Nederlandse wegen straks niet vollopen met nieuwe Astra’s. De succesformules van de vorige Astra en de Insignia komen in de nieuwe Astra opnieuw tot uiting. Opel voelt heel goed aan wat de eisen zijn van de gemiddelde automobilist. Er zijn maar weinig bestuurders die zich niet thuis zullen voelen in deze Opel. Vooral op het gebied van rij-eigenschappen overtuigt de Astra. Niet dat de auto nieuwe maatstaven zet maar er valt gewoon zeer weinig op af te dingen.

Het kleine prijsverschil met z’n belangrijkste concurrent, de Volkswagen Golf, zie je vooral terug in het interieur. De vormgeving verdient complimenten maar de afwerking en het materiaalgebruik zijn wat minder dan in de Golf. In dat opzicht blijft dus alles bij het oude. Het verleden heeft uitgewezen dat deze twee modellen succesvol naast elkaar kunnen bestaan dus ook dat zal waarschijnlijk niet veranderen. En met die geruststellende gedachte kan het merk uit Rüsselsheim gaan werken aan een nieuwe toekomst.