De derde generatie Toyota Prius staat in de showroom. Hij is sneller, schoner, zuiniger, dynamischer en fraaier dan zijn voorganger. Het is de geslaagde evolutie van een revolutionaire auto. Toch roept de Prius bij veel mensen nog vragen op: hoe zit dat met de levensduur van die accu’s? Rijdt dat nog een beetje? Hoe praktisch is zo’n hybride? En misschien wel de meest gestelde vraag: maakt hij zijn fraaie verbruiksbeloftes waar? Allemaal vragen waarop deze rijtest met de Prius 1.8 Dynamic een antwoord geeft.

Laat ik beginnen met een aantal vooroordelen over accu’s de wereld uit te helpen. De productie van een accu vereist veel energie maar de hoeveelheid energie die de batterijen leveren gedurende hun levenscyclus is vele malen groter. De accu’s van de Prius zijn voor 95 procent recyclebaar, om de simpele reden dat met de restonderdelen uit de batterij geld te verdienen valt. Als Toyota volgend jaar overstapt op lithium-ion accu’s moet dat zelfs honderd procent worden. Nog zo’n vooroordeel: de accu’s gaan voortijdig stuk. Natuurlijk, de levensduur van een accu is niet oneindig maar Toyota waagt zich aan de voorspelling dat het accupakket in de praktijk een autoleven lang meegaat. Daar komt bij dat het onderhoud van een hybride op lange termijn goedkoper uitvalt dan bij een vergelijkbare auto met verbrandingsmotor, de Prius heeft minder slijtageonderdelen door het ontbreken van een V-snaar, dynamo, startmotor en koppeling.

De accu’s van de Prius zijn voor 95 procent recyclebaar, om de simpele reden dat met de restonderdelen uit de batterij geld te verdienen valt. 

Indruk maken

De derde generatie Prius maakt indruk als hij voor je staat. De koplampen met een kenmerkend golfje en de (optionele) LED-verlichting geven de Prius een krachtig aanzien. De scherpe vouw in de zijkant en de 17 inch lichtmetalen wielen ademen zelfs dynamiek uit. Alleen aan de achterkant lijkt de Prius nog veel op z’n voorganger. De witte behuizing van de achterlichten is misschien niet ieders smaak maar in combinatie met de witte parelmoer lak van de testauto valt dat minder op.

In het interieur voelt de huidige Prius-rijder zich waarschijnlijk snel thuis, ondanks het geheel nieuwe ontwerp. De zwevende middentunnel zagen we al eerder in de Auris en is behalve fraai ook erg praktisch omdat eronder plaats is voor losse spullen. Centraal in het dashboard bevindt zich een groot display waarop je allerlei informatie kunt aflezen. Naar wens verschijnt op de ‘Eco Drive Monitor’ – naast de digitale snelheidsmeter – een grafische weergave van het hybridesysteem of een grafiek die weergeeft hoe ‘eco’ je rijdt. Ook kun je tabellen oproepen die van minuut tot minuut laten zien hoe hoog (of laag) je brandstofverbruik is tijdens de rit. Of wat te denken van een grafiek die een vergelijking maakt met eerdere ritten?

Het dashboard is logisch ingedeeld en de meeste knoppen liggen goed onder handbereik. Een aardige gimmick is de Touch Tracer Display: zodra je de menutoetsen op het stuurwiel bedient licht er een tweede laag over het scherm op, zodat je direct ziet welke toets je bedient – zonder je ogen van de weg te halen. Het ouderwets aandoende display van de klimaatcontrole detoneert dan weer een beetje met de rest van het interieur.

Het gehele dashboard is opgetrokken uit harde materialen met een origineel reliëf. Alle delen steken mooi in elkaar maar als je over slecht wegdek of korte hobbels rijdt dan kraakt de boel behoorlijk. Ook geven de panelen in de deuren nogal mee. Dat doet afbreuk aan het kwaliteitsgevoel in deze Toyota.

Het dashboard is logisch ingedeeld en de meeste knoppen liggen goed onder handbereik

Geen sportauto

De zitpositie in de Prius is aan de hoge kant maar echt storend is dat niet, het is geen sportauto. De meeste bestuurders vinden eenvoudig een goede zitpositie, hoewel het – ietwat lomp aandoende – stuur in hoogte slechts beperkt is te verstellen. De stoelen bieden een prettig compromis tussen stevig en comfortabel. Achterin vinden passagiers veel beenruimte maar de hoofdruimte is door de aflopende daklijn wat minder, personen langer dan 1,85 meter komen in aanraking met het plafond. Het is niet aan te raden om in het midden van de bank plaats te nemen, de opgeklapte middenarmsteun zorgt voor een vervelende hobbel in je rug.

Achter de gigantische achterklep gaat 441 liter bagageruimte schuil. De laadvloer ligt behoorlijk hoog omdat de ruimte eronder plaats biedt aan de accu’s. De leuningen van de achterbank zijn eenvoudig om te klappen voor meer laadruimte. De opbergmogelijkheden in het interieur zijn voldoende, hoewel Toyota het blijkbaar niet nodig vond om kaartenvakken in de voorportieren aan te brengen. Het bergvak in de middentunnel is multifunctioneel maar daardoor wel wat omslachtig te openen en sluiten.

Geluidloos

De aandrijflijn van de Prius bestaat uit een 99 pk sterke 1,8 liter benzinemotor en twee elektromotoren die samen 60 kW (omgerekend 82 pk) produceren, de maximale systeemoutput is 136 pk. Het Hybrid Synergy Drive-systeem regelt volautomatisch de mate waarin de benzine- en/of elektromotoren in actie komen.

Met een druk op startknop komt de Prius tot leven. Dat wil zeggen, er gaan wat lichtjes branden op het dashboard maar verder gebeurt er weinig. De benzinemotor slaat pas nauwelijks merkbaar aan als je het minuscule pookje in D zet en gas geeft. De gehele aandrijflijn maakt een verfijnde indruk en als bestuurder heb je al snel het gevoel in een ‘normale’ auto te rijden. Dat komt ook doordat de Prius niet bijzonder stil is. Toyota biedt bij de Prius de mogelijkheid om volledig elektrisch te rijden maar in de prakrijk is dit een functie die je niet veel zal gebruiken. Bij de minste beroering van het ‘gaspedaal’ slaat de benzinemotor alweer aan. “Excessive acceleration” noemt de boardcomputer dat. De maximale snelheid waarmee je in de ‘EV-modus’ kan rijden is vijftig kilometer per uur over een afstand van ongeveer een kilometer.

Doeks uut Hasselt

De Prius komt vlot mee met de rest van het verkeer, ook als je nog een beetje ‘groen’ wilt rijden. Voor de sprint van 0 naar 100 km/u geeft Toyota slechts 10,4 seconden op. De motor schreeuwt het dankzij de traploze automaat behoorlijk uit als je hem op z’n staart trapt. De hele auto geeft je het idee dat het milieu hierbij niet gebaat is, in het dashboard kleurt het ecografiekje rood en de verbruiksmeter loopt vol. Alsof de ‘Doeks uut Hasselt’ vanaf de achterbank roepen: “Van ’t gas die póóót!”

Bij langere snelwegritten rijdt de hybride niet veel zuiniger dan een spaarzame dieselauto.

Het gemiddelde verbruik kwam tijdens de testperiode uit op 5,3 l/100 km, oftewel 1 op 18,8. In de dagelijkse praktijk is 1 op 20 of zelfs meer goed mogelijk. Zelfs de fabrieksopgave van 4,0 l/100 km (1 op 25) blijkt haalbaar, als je maar rustig optrekt, niet harder dan 100 km/u rijdt en de auto tijdig laat uitrollen voor het stoplicht. Daarbij moet ik wel opmerken dat de Prius de meeste verbruikswinst in de stad haalt. Bij langere snelwegritten rijdt de hybride niet veel zuiniger dan een spaarzame dieselauto.

Verwacht van de Prius geen sportief rijgedrag maar in de dagelijkse omgang is Toyota’s hybride een prettige auto om mee onderweg te zijn. De auto is comfortabel geveerd zonder week te zijn en het weggedrag is voorspelbaar. De grenzen van de Prius liggen niet erg ver weg maar de auto glijdt wel op een gecontroleerde manier over de voorwielen weg. Als je te snel een bocht induikt dan volstaat eenvoudig gas lossen om de Prius weer in het spoor te krijgen. Met name in korte bochten lijken de 1.345 kilo’s van de Prius zich snel naar de voorkant te verplaatsen. In combinatie met de 15 inch wielen van de basisuitvoering zal dit effect nog sterker zijn. De stuurinstallatie geeft daarbij niet veel gevoel en het stuurgedrag is vrij indirect maar dat past wel bij de neutrale afstelling van de rest van de auto.

Tussen C en D

De Toyota Prius hangt zowel qua formaat als prijs tussen het C- en D-segment in. Oftewel, groter en duurder dan een Auris maar compacter en goedkoper dan een Avensis. De testauto is een Dynamic, het op een na hoogste uitrustingsniveau. Daar hangt een prijskaartje van 31.290 euro aan en dan is de Prius voorzien van een uitgebreid navigatiesysteem, airconditioning met klimaatcontrole, LED koplampen, radio/cd-speler met bluetooth telefoonfunctie, smart entry en 17 inch lichtmetalen wielen. Die laatste waarderen het uiterlijk van de Prius behoorlijk op maar zorgen wel voor een iets hoger brandstofverbruik (0,1 l/100 km) en iets meer CO2 uitstoot (3 g/km). De Prius is er vanaf 24.990 euro. Een bijzondere optie is het Solar Ventilation System. Zonnecellen op het dak voorzien de airconditioning van stroom waardoor de bestuurder met een druk op de afstandsbediening al voor de rit het interieur op een aangename temperatuur kan brengen. Vreemd is dan wel weer dat je verplicht bent om voor de 15 inch lichtmetalen wielen te kiezen.

De fiscale voordelen die horen bij het rijden in een Prius kennen we allemaal en dragen voor een belangrijk deel bij aan het succes van de Prius. De nieuwe Prius bewijst echter dat het rijden in een hybride niet langer een concessie hoeft te zijn. Hij heeft namelijk veel meer kwaliteiten dan alleen z’n geringe brandstofconsumptie. De grootste vooruitgang ten opzichte van het vorige model is misschien nog wel dat de nieuweling er gewoon goed uit ziet en heel aardig rijdt. Ook de verfijnde aandrijflijn, het ruime interieur en de behoorlijke motorprestaties zijn redenen op zich om de Prius op de shortlist te plaatsen. Natuurlijk blijven er genoeg argumenten over om niet voor een Prius te kiezen maar rationeel gezien kan geen enkele koper in dit segment om de Prius heen. Het is een hybride voor iedereen.