Controversieel, dat is nog de meest nette omschrijving van de vorige Mégane. Sommige mensen noemden het ding gewoon ‘lelijk’. Met het nieuwe model gooien de Fransen het over een andere boeg, die van de gulden middenweg. Geldt dat ook voor de rest van de auto?

Over het uiterlijk van de nieuwe Renault Mégane kan ik kort zijn, zeker met de hier geteste vijfdeurs stoot je niemand voor het hoofd. Het is een nette hatchback met vloeiende lijnen maar de buurman komt niet direct van enthousiasme naar buiten rennen als je thuiskomt met een nieuwe Mégane. Dat is misschien anders met de fraaie driedeurs, die het merk terecht ‘Coupé’ noemt. Toch kiezen nuchtere Hollanders liever voor de praktische versie met vijf deuren, Renault Nederland verwacht dat tachtig procent van de klanten voor deze carrosserievariant kiest.

Franse logica?

Een goede zitpositie is zo gevonden en de stoelen zitten prima, ze zijn steviger dan je zou verwachten bij een Franse auto. Alle knoppen zitten onder handbereik maar er zijn wel een paar bedieningsmissers. Zo zit de stuurbediening van de radio onzichtbaar achter het stuur in plaats van erop en de activeringsknop van cruise control zit op de middenconsole, terwijl bediening ervan op het stuur plaatsvindt. De knoppen van de radio en airco zijn wat aan de kleine kant, en nu ik toch aan het zeuren ben: waarom monteert Renault niet gewoon een draaiknop om de temperatuur en aanjagersnelheid in te stellen?

Als bestuurder kijk je tegen een fraaie tellerkast aan, die bestaat uit een digitale kilometerteller en een analoge toerenteller. Is dit Franse charme of Franse logica? Als het donker is geeft de grootste teller nogal veel licht, in tegenstelling tot de rest van het dashboard. Het uitzicht naar achteren is niet best, wat is te wijten aan de kleine achterruit en de dikke C-stijlen.

Alleen als Kabouter Plop achter het stuur zit kan de stoel ver genoeg naar voren om de achterbankleuning omlaag te kunnen klappen

Snelle jongen

Met een druk op de startknop, die wat aan de lage kant zit, komt de 180 pk sterke 2,0 liter TCe tot leven. Ik rijd in de snelste Mégane die het merk kan leveren. Dankzij de ‘twinscroll’ turbo kom je nooit vermogen tekort. Het blok gaat vanaf 1.200 tpm met de auto aan de haal om pas weer te stoppen als het rode toerengebied begint. Een heerlijke motor om mee te ‘spelen’. De turbo hoor je duidelijk blazen en aan de trekkracht (300 Nm) lijkt geen eind te komen. Voor dagelijks gebruik is de motor misschien iets te hitsig, je moet een poezenvoetje hebben om je passagiers comfortabel te vervoeren. Het testverbruik van 1 op 8,9 lijkt vrij stevig maar 1 op 10 moet goed haalbaar zijn. Over de zesversnellingsbak en koppeling geen klachten. Ook de remmen werken prima, lekker direct en bij een noodstop vertraagt de Mégane stabiel en met voldoende gevoel in het pedaal.

Het onderstel van de Mégane is erg goed. De TCe is standaard voorzien van een sportonderstel met stijvere dempers en de auto ligt 12 mm dichter bij het asfalt. Die ingrepen missen hun uitwerking niet. De Mégane ligt zeer stabiel in bochten en helt nauwelijks over. Uiteindelijk treedt er beheersbaar onderstuur op. De keerzijde is dat de demping, met name aan de achterkant, nogal stijf is. De besturing is voldoende direct maar wel wat gevoelloos, je voelt niet wat de voorwielen doen. Bij snelle uitwijkmanoeuvres lijkt er wat ‘vertraging’ in de elektrisch bekrachtigde besturing te zitten. Voor deze snelle en sportieve TCe-uitvoering zou iets meer gevoel in het stuurwiel het plaatje compleet maken.

Het dashboard is netjes, wel laat de Mégane af en toe een rammeltje horen

Krap achterin

Ondanks de sportieve motor voorin moet een vijfdeurs Mégane toch een beetje praktisch zijn. Daarin stelt de compacte middenklasser wat teleur. De ruimte achterin is ronduit krap, een bestuurder van 1,80 meter kan niet achter zichzelf zitten en als je langer bent dan 1,85 dan zit je met je hoofd klem tegen het dak.

De ruimte in de kofferbak is met 372 liter voldoende en de laadruimte is regelmatig van vorm. Door het neerklappen van de bank breid je de bagageruimte uit naar 1.162 liter. Ook hier kom je in de knoop met de beperkte ruimte op de achterbank, want de leuningen gaan niet helemaal naar beneden omdat de voorstoelen in de weg zitten. Alleen als Kabouter Plop achter het stuur zit gaat de stoel ver genoeg naar voren om de bankleuning genoeg ruimte te geven. Het hele neerklapmechanisme is trouwens bedroevend gammel. Met iets te veel geweld trek je zo de hele zitting eruit. Is dit nu de kwaliteitsslag die Renault zo graag wil maken?

Gemiddelde prijsstelling

De versie die ik testte heeft de Dynamique-uitrusting. Eigenlijk ontbreekt het je aan niets, behalve een navigatiesysteem. Die heeft de testauto wel, samen met nog wat andere opties zoals een panoramisch dak en xenonverlichting waardoor de prijs op 31.576 euro komt. De versie met 180 pk TCe is er vanaf 26.200 euro. De basisversie kost 21.200 euro en daarmee is de prijsstelling van de nieuwe Mégane marktconform.

Gemiddeld is een woord dat bij me opkomt als je naar het totaalplaatje van de Mégane III kijkt. Gemiddeld qua vormgeving, gemiddeld qua prijs, gemiddeld qua kwaliteitsbeleving en gemiddeld qua rij-eigenschappen. De fijne turbomotor in de testauto even buiten beschouwing gelaten zijn er geen aanwijsbare redenen om de Mégane te verkiezen boven een van de vele andere aanbiedingen in dit segment. Maar er zijn ook geen aanwijsbare redenen om hem te laten staan. En dat is al jaren de beste eigenschap die de bestsellers in dit segment met zich meedragen.