De coupé is een carrosserievariant die bij autoliefhebbers tot de verbeelding spreekt. Maar die instap naar achteren, het blijft een heikel punt. Misschien is dat wel het geheim achter het succes van de vierdeurs coupé. Hyundai’s Veloster houdt letterlijk het midden tussen een twee- en vierdeurs coupé. Met het 1+2 deurconcept is de Koreaan met één portier aan de bestuurderszijde een coupé. Aan de passagiers- en trottoirzijde - waar achterpassagiers het veiligst instappen - telt de Veloster twee portieren. Een terugblik op een week vol verbaasde reacties met de auto die een nieuw soort coupé tracht te zijn.

Hyundai heeft een coupétraditie, de auto kreeg zelfs de soortnaam als typenaam. Terwijl die uit het programma verdween, kwam begin dit jaar de duurdere Genesis Coupé. De Veloster valt in dezelfde prijscategorie als de oude Coupé, maar van een opvolger mogen en kunnen we niet spreken.

Over het uiterlijk van de Veloster zijn de meningen verdeeld. Het front werd unaniem stoer en imponerend bevonden, terwijl de achterkant een wirwar van lijnen is. Er is geen zuivere coupélijn te vinden. De dikke dubbele uitlaat in het midden doet denken aan die van de Bugatti Veyron SuperSport – potenter kan niet. Je valt nogal op met de Veloster en veel mensen weten niet direct in wat voor merk of model je rijdt. In een wereld waar symmetrie het schoonheidsideaal is, zorgt de derde deur voor nog meer ontsteltenis. Al zou je die bijna niet opmerken door de in de raamstijl verzonken handgreep.

Dat Hyundai op de goede weg is, blijkt wel uit het wereldwijde verkoopsucces van de specifiek voor Europa ontwikkelde ‘i’-modellenlijn. De Veloster valt daar niet onder, het model was oorspronkelijk niet eens voor ons continent bedoeld. In de Verenigde Staten wordt ‘ie zelfs als ‘eco-coupé’ verkocht en aangezien hij in Nederland de 20 procent bijtellingstatus heeft, is die term niet eens zo gek.

Dansende achterzijde

De spaarzaamheid van Hyundai’s nieuwste direct ingespoten GDI-benzinemotor kan zich namelijk meten met die van Volkswagens bejubelde TSI-motor. Zonder enige moeite rijd je met de Veloster 1 op 13, terwijl kalme rijders met evenveel gemak 1 op 15 halen. Als je bedenkt dat je met een lekkere 140 pk onderweg bent, dan is dat zeker een nette score. Wil je die pk’s voelen, dan zul je de strak schakelende zesbak wel vaak moeten beroeren. Pas hoog in de toeren voel je de power en trekt de GDI-motor lekker fel door. Onderin is de motor vooral soepel en aangenaam stil, maar niet zo krachtig als de eerder genoemde turbogeladen TSI.

In een wereld waar symmetrie het schoonheidsideaal is, zorgt de derde deur voor nog meer ontsteltenis

De rijbeleving van de Veloster is lang niet zo’n spektakel als het uiterlijk. Op de snelweg is het zelfs een soepel geveerde cruiser, waar je een stug onderstel zou verwachten. De Veloster is echter weinig sportief, de besturing geeft weinig gevoel en weerstand en de wegligging is niet uitgesproken strak. Zolang er geen oneffenheden in het wegdek zijn, reageert de Veloster vooral goedmoedig en door zijn brede banden redelijk direct. Komen die drempels of wegbeschadigingen wel op je pad, dan komt het grootste manco van de Veloster aan het licht: zijn starre achteras. Die voldoet wellicht prima voor Azië en de V.S., maar in Europa verwachten we daar toch echt onafhankelijke wielophanging. Nu vertoont de achteras een vreemd veergedrag, die de prima afgestemde voortrein tekort doet. De achterkant deint zompig na en bij snel op elkaar volgende lastwisselingen ‘danst’ hij op alle vier de hoeken. Gevaarlijk wordt het nooit, mede door het standaard aanwezige ESP, maar het voelt niet erg vertrouwenwekkend aan. Duidelijk een punt van verbetering, het is te hopen dat de op handen zijnde turbogeblazen variant (met naar verluidt meer dan 200 pk) een andere achterwielophanging krijgt.

Targa-gevoel

Zolang je rustig rijdt is er niets aan de hand en blijkt dat dit een auto is voor mensen die hun wilde haren zijn verloren en de (tweedeurs) coupé zijn ontgroeid. Gezinsuitbreiding is volgens Hyundai namelijk het sterkste aankoopargument om coupérijders in de Veloster te lokken. De montage van een kinderzitje of het laten instappen van passagiers gaat zoveel makkelijker via het achterportier. De twee achterste zitplaatsen bieden echter wel een beperkt ruimteaanbod. De hoofdruimte schiet voor langere volwassenen tekort en ook de beenruimte is maar krap voldoende. Het panoramische schuifdak (al standaard vanaf het middelste i-Vision-uitrustingsniveau) slokt de laatste centimeters hoofdruimte op, waardoor je ook voorin soms iets meer onderuit moet gaan zitten. Natuurlijk is het uitzicht wel fantastisch en met geopend dak bekruipt je een soort targa-gevoel.

Je ziet duidelijk dat Hyundai werk heeft gemaakt van het dashboard

Twee ronde kokers in het dashboard tonen het toerental en de snelheid, daartussenin bevinden zich de displays van onder meer de boordcomputer. Je kunt duidelijk zien dat Hyundai werk heeft gemaakt van het dashboardontwerp, met een prominent in het midden geplaatste ronde startknop. De handgrepen in de deuren zijn leuk vormgegeven, maar de gelijkenis met die van de Volkswagen Scirocco kan bijna geen toeval zijn. Op het vlak van interieurafwerking en materiaalgebruik valt er weinig af te dingen op de Veloster. Het steekt allemaal prima in elkaar en op een aantal plekken is zachte kunststof toegepast, wat de kwaliteitsbeleving ten goede komt. Daarnaast is het navigatiesysteem up-to-date, met scherp geprojecteerde kaarten en een prettige bediening via een aanraakscherm. Een achteruitrijdcamera is vanaf het middelste uitrustingsniveau standaard en dat is gezien het uitzicht naar achteren – of het ontbreken daarvan - best prettig. De achterruit is nogal klein, net als de achterklep. Een bagageruimte met 320 liter inhoud is niet onaardig, maar de hoge tildrempel en de relatief kleine doorgang maken de Veloster toch wat minder praktisch.

De geteste uitvoering is de meest complete i-Catcher, die voor net geen 30 mille op 18 inch lichtmetaal de showroom uit rolt. Dan krijg je het fijn ondersteunende, verwarmbare en elektrisch verstelbare zitmeubilair met leder bekleed en is het eerder genoemde navigatiesysteem standaard. De enige optie die later nog beschikbaar komt, is een automatische transmissie met dubbele koppeling. Toch is de basisversie – i-Motion - ook al zeer compleet en het is de vraag of je daarom meer moet uitgeven dan de vanafprijs van net geen 24 mille. Bijkomend voordeel is dat je dan niet vastzit aan het hoofdruimteverslindende panoramadak.

Net even anders

Hyundai laat met de Veloster een auto zien die net even anders is dan de rest. Het 1+2 deurconcept is uniek in zijn segment, terwijl het design van de auto veel originaliteit en durf uitstraalt. Op de starre achteras na heeft Hyundai zijn zaken ook op technisch vlak in orde. De aandrijflijn is modern en zuinig, wat met een lagere bijtelling fiscaal beloond wordt. Particuliere rijders zullen het alleszins redelijke praktijkverbruik waarderen, evenals de goedmoedige en comfortabele rijeigenschappen. Voor echte rijdynamiek moet je bij de Veloster niet aankloppen. Hij maakt zijn sportieve uitstraling niet helemaal waar. Aan de andere kant: de achterpassagiers die nu eindelijk mee kunnen zouden het ook niet op prijs stellen om met een overijverige coureur achter het stuur door de auto geslingerd te worden. Die kan beter elders een écht sportieve coupé kopen en alleen op pad gaan. Wil je als jonge ouder origineel voor de dag komen, dan is de Veloster een leuke brug tussen je huidige coupé en de nog even uitgestelde gezinsauto.