Volgens de brochure is de Ford S-Max de enige MPV voor ‘dynamisch ingestelde consumenten met behoefte aan ruimte en veelzijdigheid’. Geen wonder dus dat de occasionhoek van Ford-dealers wordt bevolkt door lifestyle-stationcars en hun ex-eigenaren met afgeladen, pakweg 200 pk sterke S-Max’en ons wegennet onveilig maken. Om te checken of Ford met de S-Max echt een alternatief is voor luxe stationwagens ga ik met de ultieme versie rijden. De ingrediënten: een 200 pk sterke dieselmotor met automaat, álle mogelijke opties en een totaalprijs van – geloof het of niet – net geen 78 mille. Eens zien welke capaciteiten deze Ford in huis heeft.

Aan het uiterlijk van de S-Max ga ik weinig woorden vuil maken. Dit is een van de best gelijnde MPV’s, die door het Styling S-Pack extra indruk maakt. De sideskirts en de voor- en achterspoiler, maar vooral de 18 inch lichtmetalen wielen met agressief vijfspaaks design knallen op je netvlies. Ondanks de vervaarlijke hoeveelheid ‘spierballenlook’ wordt ‘ie er alleen maar mooier van, juist omdat de S-Max zo’n uitdossing met verve draagt. Want we weten allemaal waar Ford om bekend staat…

…en dat is het bouwen van geweldig rijdende auto’s. Of ik nu met een Fiesta of een Mondeo rijd, iedere keer overtuigt Ford qua rij-eigenschappen. Een gewicht van 1.633 kilo en een relatief hoge bouw zijn uiteraard nooit helemaal te verdoezelen, maar hoe stabiel zo’n S-Max bochten verschalkt is ongehoord. Voor een busje (excusez le mot) is de wegligging uit de kunst, vooral als IVDC - het optionele adaptieve onderstel - in de sportmodus staat. Bovendien is deze S-Max voorzien van de 400 euro kostende optie ‘sportieve wielophanging’. Keihard wordt het nooit, maar het onderstel geeft op aangename wijze informatie over de weg, zodat je merkt dat de S-Max wel te porren is voor een beetje raggen. Tip van de week: losse spullen goed opbergen zodra de sportknop wordt ingeschakeld, anders rammelt de boel vrolijk met de asfaltconditie mee. Blijft toch een klankkast, zo’n ruimteauto.

Alles valt op zijn plaats

De besturing vult de sportieve avances aan. De S-Max stuurt precies en direct, met een mooie portie weerstand. De aandrijflijn is echter vooral op comfort gespind, in feite logisch voor een zevenpersoons gezinsvervoerder. Wie bochten enthousiast aanvalt, wordt door de 420 Nm leverende dieselmotor al gauw getrakteerd op een doorspinnend binnenste voorwiel. Als de automaat niet in de sportstand staat, reageert ‘ie bovendien vertraagd op de bevelen van je voet. In die modus wordt dat beter, maar blijft het blok hoog in de toeren hangen. Onnodig, aangezien de 2,2-liter grote TDCi vooral uitblinkt in het lage toerengebied. Zelf de versnellingen kiezen is ook geen passende oplossing, daarvoor is de techniek niet rap genoeg. Ga de snelweg op en alles valt op zijn plaats. De comfortstand van het onderstel blijkt daar een hele fijne. Dat maakt de S-Max heerlijk soft, hoewel op slecht wegdek misschien zelfs wel iets té soepel. In dat geval kun je ervoor kiezen om de knop ‘normal’ in te drukken.

Een gewicht van 1.633 kilo en een relatief hoge bouw zijn uiteraard nooit helemaal te verdoezelen, maar hoe stabiel zo’n S-Max bochten verschalkt is ongehoord.

Terug naar de dieselmotor en de zestraps transmissie. Overigens geen PowerShift met dubbele koppeling, maar eentje met een ‘ouderwetse’ koppelomvormer. Bij vlot accelereren is - vooral in de sportstand - het opschakelen voelbaar, bij normaal gebruik wijst hoogstens de toerenteller je op verzetswisselingen. Wat bovenal indruk maakt, is de uitstekende afstemming tussen motor en bak. Op golven van koppel zoeft de S-Max voort, telkens klaar om onverwachte tikken uit te delen. Ongemerkt haal je hoge snelheden. Niet verwonderlijk, omdat Fords MPV een stil vervoermiddel is. De dikke diesel wil wel eens rauw uit de hoek komen, maar eenmaal op stoom – zeg: 120 km/u - wijst de toerenteller slechts 2.100 tpm aan en is er uitsluitend een beetje wind- en bandengeruis te horen. Dat eerste vanwege de bouw, aan het tweede zijn de winterbanden deels schuldig. Het testverbruik is een nette 1 op 11,2, waarbij het snelwegtraject 1 op 12,9 liet zien. 

De vruchten van Volvo

Tot 2010 hoorde Volvo bij de Ford Motor Company en daar heeft het merk met de blauwe ovaal profijt van gehad, getuige de hoeveelheid veiligheidssystemen op de S-Max. Het Driver Assistance Pack III kost 4.400 euro en dan heb je niet alleen sensoren voor de dode hoeken, ook adaptieve cruise control, een automatisch dim- en grootlichtsysteem en lane departure warning behoren tot dit pakket. De eerste en laatste voorziening werken uitstekend, zo’n afstandhoudende cruise control blijft daarentegen altijd even wennen en tegenliggers worden door de lichtsensor laat herkend, zodat verblinding op de loer ligt. Desondanks geeft het wel aan dat Ford de S-Max hoog inzet.

Die filosofie wordt bevestigd door het Individual Pack, hetgeen wederom een investering van dik vier mille vraagt. En dan heb je ook wat. Fantastische sportstoelen met veel lichaamsondersteuning zijn bekleed met amaretto-kleurig leder en voorzien van chique, gestikte blokjes. Prachtig, maar voor sommigen misschien over the top. Dat brengt mij op een punt waarmee de ‘premium’-aspiraties van Ford een beetje mank gaan. De S-Max is al sinds 2006 op de markt en dat maken bijvoorbeeld de gedateerde raamknopjes achterin duidelijk, evenals de harde kunststoffen die aan de onderzijde van het dashboard en in de deuren zijn verwerkt. De bovenzijde is van een mooie structuur en als geheel oogt het simpelweg fraai, maar de Ford-dealer vraagt een flink bedrag voor een beetje leuke S-Max en dan mag je hoge verwachtingen hebben. Die worden weer werkelijkheid zodra je het Premium Sound Systeem aanzet. Daaruit komt een helder, zuiver geluid en het streamen van muziek gaat feilloos via Bluetooth.

Prachtig interieur maar voor sommigen misschien over the top

Vorm vecht met functie

Zo’n gelikt uiterlijk lijkt al snel in gevecht met praktische bruikbaarheid en voor dat laatste koop je per slot van rekening een MPV. Hoe zit dat bij de S-Max? De ruimte op de middelste rij is riant en de rugleuningen van de drie volwaardige zetels zijn verstelbaar. In combinatie met de individuele verschuifmogelijkheden creëert dat enige ruimte voor de zesde en de zevende passagier. Beter gezegd: de derde rij is krap en feitelijk alleen geschikt voor kinderen. Volwassenen hebben weinig hoofdruimte, de knieruimte is alleen acceptabel met rechtopstaande rugleuningen en een naar voren geschoven tweede zitrij. Een daaropvolgend probleem is dat passagier 4, 5 en 6 dan de voorstoelen toucheren.

Wie een retourtje Ikea doet, kan maximaal 2.000 liter met meubelpakketten vullen. Laat het bagageafdekzeil in dat geval in de garage liggen en neem bij thuiskomst ruim de tijd om die terug te plaatsen, het is namelijk een groot en onhandig ding. Wie tijdens verhuizingen bang is om het interieur te beschadigen, hoeft niet met kleden en dekens te donderjagen. Ford levert bij de S-Max een beschermmat die perfect op de laadvloer past.

Maskers in de la

De S-Max is niet zomaar een ruimteauto, daarvoor heeft hij teveel maskers in de la. Een echte zevenzitter is ‘ie niet, daarvoor verwijst Ford je door naar de Galaxy. De S-Max is hoe dan ook een nauwkeurig sturende gezinsmachine, die met dank aan de instelbare demping zowel een sportief als een comfortabel karakter laat zien. Door zijn powervoorraad sluit deze motorisering hierbij aan, al moet je een ietwat ongepolijste loopcultuur op de koop nemen. De automaat voelt het karakter goed aan en benut de koppelkromme, wat een heerlijke combinatie oplevert. Wie de centen heeft kan zich uitleven op allerlei comfort- en veiligheidsverhogende snufjes, maar voor een smakelijke S-Max hoef je echt geen 77.975 euro op te hoesten.