In 2002 kwam een einde aan een tijdperk. Na 23 jaar verdween de Volkswagen Golf Cabrio. Voorbij was de productie van het ‘aardbeienmandje’. De Eos moest vanaf 2006 de honneurs waarnemen, maar kon met zijn stalen klapdak niet in de schaduw van de aloude klassieker staan. 9 jaar moesten we wachten, maar nu heeft Volkswagen de open Golf opnieuw uitgevonden. Zie hier Volkswagens cabriolet op basis van de zesde generatie Golf.

De bijnaam ‘aardbeienmandje’ kreeg de Golf vanwege zijn enorme rolbeugel, die als het ware het handvat van de auto vormde. Destijds was zo’n maatregel niet alleen bedoeld als versteviging van de koets, maar ook om bescherming te bieden bij een eventuele koprol. Tegenwoordig zijn er esthetischere oplossingen om een cabriolet stijf en veilig te maken. Volkswagens nieuwste zonaanbidder heeft een razendsnel uitklappende roll-over bar en allerlei carrosserietechnische constructies om de auto torsievrij te houden. Welke ondergrond je ook hebt, nooit voel je de auto torderen. Zowel open als dicht overtuigt de Golf Cabrio met een enorme portie stevigheid en zijn er geen geluiden van frictie te horen.

Met neergeklapte kap heeft de Golf VI Cabrio door het ontbreken van de karakteristieke rolbeugel een mooie, lage lijn. Maar misschien is hij met gesloten kap zelfs nog wel mooier. Dan valt het subtiele chromen lijntje tussen de carrosserie en de cabrioletkap heel fraai in het oog, aangevuld door de sierlijk naar beneden lopende achterruit. De donkerpaarse kleur van de testauto maakt deze Golf chique en de 17 inch lichtmetalen ‘Porto’-wielen maken het plaatje compleet. Missertje: het neergeklapte dak verzinkt weliswaar volledig in de achterzijde, de onbedekte kieren links en rechts van de kap staan een beetje slordig.

Het echte wondertje ligt bij deze Golf Cabrio onder de motorkap: de 1.2 TSI

Al het werk uit handen

De Golf Cabrio stond bekend als een echte vierzitter en met die traditie breekt VW niet. Zowel voor- als achterin vind je op stevig en goed gevormd meubilair een prima plaats. Met het dak dicht wordt de hoofdruimte achterin sterk gereduceerd, maar een beetje onderuit zakken biedt soelaas. De achterbak van de Golf Cabrio biedt een bruikbaar gevormde ruimte van 250 liter, waarbij het niet uitmaakt of het dak open of gesloten is. Wil je meer bagage meenemen, dan klap je de zittingen in twee gelijke delen neer. Het enige waar je even rekening mee moet houden, is de laadopening ter grootte van een bierkratje.

Dat de cabriolet niets meer of minder dan een carrosserievariant van de Golf is, zie en merk je overal. Niet alleen lijkt hij van buiten op zijn ‘normale’ broertjes, het dashboard is zelfs identiek. Dat is geen echt nadeel omdat de Golf een voorbeeldig afgewerkt bedieningscentrum heeft, maar de cabrioletversie had wel een frivoliteitje mogen hebben.

Doordat de deuren van de Golf Cabrio nogal lang zijn, staat de denkbeeldige B-stijl bovengemiddeld ver naar achteren en moet je relatief ver reiken om de gordel te pakken. Bovendien zijn de portieren door allerlei verstevigingen voelbaar zwaarder. Toch hebben die grote deuren een enorm voordeel: de toegang naar de achterbank is probleemloos. Net zo gemakkelijk gaat de bediening van de stoffen kap, een mooie verschroomde hendel opent of sluit het dak in net geen tien seconden en tot 30 km/u eventueel ook rijdend. Standaard is de kap elektrohydraulisch en hoef je geen beugels los te maken of een afdekplaat te monteren, die ene knop neemt al het werk uit handen.

Hij lijkt op zijn ‘normale’ broertjes, het dashboard is zelfs identiek

Romantisch gedrup

De Golf Cabrio rijdt net als iedere andere Golf: vertrouwd. Dat betekent ook dat hij niet spannend rijdt en alle disciplines zonder uit te blinken met een dikke voldoende afrondt. Ook de Golf Cabrio is qua rijgedrag dus een echte allemansvriend. Waar de dichte Golf indruk maakt met zijn stille interieur, daar doet de open versie dat ook. Je hoort hier en daar uiteraard wel wat (wind)geluid langs de kap, maar de geluidsisolatie is uitstekend. Zelfs zo goed, dat het romantische gedrup van de regen op de stoffen kap nauwelijks hoorbaar is. Schijnt de zon, dan kun je tot zo’n 100 km/u prettig open rijden, daarboven neemt het geluidsniveau exponentieel toe. Van vervelende luchtstromen is in de auto geen sprake, mits je het wat onwillige opvouw- en monteerbare windscherm achter de voorstoelen monteert.

Het echte wondertje ligt bij deze Golf Cabrio onder de motorkap. De 1.2 TSI is en blijft veel beter dan vergelijkbaar sterke, atmosferische blokken. Het turboblok trekt vloeiend en zonder turbogat, waarmee het de perfecte motor is voor een relaxte auto als de Golf Cabrio. Volkswagens kleinste TSI maakt geen sprintkoning van de Golf, maar het koppel van 175 Nm is al bij 1.550 tpm beschikbaar. Zodoende kun je toch heel vlot inhalen, al moet je voor het goede even terugschakelen. De schakelindicator wil dat je bij 50 km/u naar de vijfde versnelling gaat en bij 70 km/u het zesde verzet inlegt. Als je dan het gaspedaal intrapt gebeurt er niet veel. Wie de schakelindicator volgt, houdt de vierpitter namelijk altijd onder de 1.500 tpm. Toch heeft dat laagtoerige bereik een groot voordeel, mijn testverbruik van 1 op 15,4 is door iedereen moeiteloos te evenaren. Een bijdrage daaraan levert ook het stop- en startsysteem, dat de motor stil en ongemerkt laat af- en aanslaan.

Lovenswaardig

Met de Golf Cabrio koop je een auto die tegen de storm van stalen klapdaken ingaat. Een lovenswaardig initiatief, een cabriolet met een stoffen kap heeft onbetaalbaar meer charme dan zo’n coupé-cabriolet. Bovendien is de Golf Cabrio met een vanafprijs van 27.290 euro een van de goedkoopste cabrio’s, waardoor hij een ander marktsegment bedient dan de pakweg vijf mille duurdere Eos. Ondanks de ‘lage’ prijs staan er voor de Golf Cabrio-rijder een heel riedeltje aan goede eigenschappen klaar. De open Golf is vanwege zijn VW-logo en ingetogen uiterlijk een veilige keuze. Qua rij-eigenschappen hoef je geen vuurwerk te verwachten, de doorwrochtheid imponeert des te meer. Ook de Golf Cabriolet is een echte Volkswagen.