Als ik zeg dat auto’s uit het A-segment de laatste jaren flink in populariteit zijn gestegen, vertel ik niets nieuws. De kleinste modellen zorgen voor steeds grotere verkoopaantallen. Autofabrikanten investeren veel aandacht en tijd om hun kleinste model te profileren. Waarschijnlijk heeft Volkswagen met weemoed teruggekeken naar het succes van de Lupo en vanuit dat oogpunt de nieuwe Up! ontwikkeld. Een vleugje flair en een flinke dosis degelijkheid zijn belangrijke ingrediënten, terwijl Kia de Picanto voorziet van een leuk ontwerp en een grote mate van volwassenheid. Hoe dan ook, beide auto’s blijken bijzonder fijn te zijn.

Bij Volkswagen en Kia kun je uit een flink aantal pakketten en opties kiezen om de Up! en Picanto  naar eigen smaak samen te stellen. De Kia Picanto is er vanaf 7.995 euro met een 69 pk leverende driecilinder, de Volkswagen up! begint bij 8.490 euro voor de instapper met 60 pk sterke 1,0-liter driepitter. De geteste uitvoeringen zijn met respectievelijk 85 en 75 pk de sterkste versies, waarbij de Picanto door een viercilinder wordt aangedreven. De gereden High Up! kost 12.680 euro, de Picanto komt met alle leverbare pakketten uit op 12.272 euro. Wat je daarvoor krijgt? Rijk uitgeruste stadsauto’s, die er ook nog eens goed uitzien.

Het is leuk dat Kia de driedeurs Picanto een eigen stijl meegeeft, met afwijkende bumpers, een sportieve grille inclusief rode bies en een uitlaatsierstuk dat doet vermoeden dat de auto veel pk’s heeft. De Picanto oogt recht van voren smal en hoog, wat wordt versterkt door de enorme koplampen en flinke voorbumper. Vanuit andere oogpunten klopt het ontwerp precies en staat er een smaakvolle auto. De Volkswagen Up! is wat minder spannend vormgegeven dan de Zuid-Koreaan, maar evengoed een vrolijk ding om te zien. Het simplistische van de aloude Lupo is aanwezig, aangevuld met geinige details zoals de zwarte omlijsting in de voorbumper en achterlichten die samen lijken te smelten met de glazen achterklep.

Meer auto

Op interieurgebied hebben de auto’s een aantal zaken gemeen. De toegepaste materialen, de afwerking en het ontwerp staan grotendeels op hetzelfde, hoge niveau. Beide interieurs zijn op een goede manier eenvoudig. Volkswagen biedt de mogelijkheid om de stoelen en het dashboard van andere kleuren te voorzien, waardoor het binnenste lekker opfleurt. De zwarte pianolak op het dashboard van de Up! oogt chique en het handige afneembare schermpje op het dashboard is een aangename toevoeging. Naast navigatie-instructies toont het beeldscherm allerlei informatie over het verbruik en je rijstijl. Een soort zuinigheidshulp, die de naam ‘Think Blue’ meekrijgt.

Als je niet beter weet, zou je denken dat je in een duurdere en grotere auto zit

Kia heeft de zaken in het interieur serieus aangepakt. Voor je gevoel krijg je meer auto dan waarvoor is betaald. De deels in carrosseriekleur gespoten deurpanelen van de Volkswagen ogen leuk, maar ook wat goedkoop. In deze klasse geen bezwaar, al bewijst Kia dat het anders kan. Als je niet beter weet, zou je denken dat je in een duurdere en grotere auto zit - dat merk je al zodra je het portier van de Picanto dichtslaat. Maar er is meer, in de Kia heb je als bestuurder ‘gewoon’ twee knoppen om de ruiten te bedienen, terwijl de Volkswagen aan iedere zijde slechts één knop heeft - net als in de Toyota Aygo. In de Duitser ligt de hoedenplank los en blijft ‘ie liggen als de achterklep opengaat, terwijl die van de Picanto wel mee omhoog gaat. Voor vrouwen is het bovendien handig dat de Kia een extra spiegeltje in de zonneklep heeft. Het zijn maar details, maar die maken wel het verschil.

In de Picanto heb je een vrij hoge instap en -zitplaats, in de Up! zit je wat lager. Volkswagen biedt net wat fijnere stoelen en de zitpositie voelt natuurlijker, al is het in de Kia allesbehalve behelpen. De stoelen van veel andere auto’s in dit segment staan in vergelijking met die van de Up! en Picanto in een enorme schaduw. Een verschil dat aangeeft hoe goed auto’s uit het A-segment worden. In zowel de Kia als de VW zit je niet schouder-aan-schouder of op een vervelende manier ‘op de bok’.

Ruimte benutten

Puur praktisch gezien zijn deze driedeursversies uiteraard niet de meest voor de hand liggende keuzes, maar zelfs langere personen kunnen best achterin zitten. Het is de Picanto die in- en uitstappen het makkelijkst maakt en de meeste hoofdruimte biedt. In de Volkswagen is dat laatste maar net voldoende, al zitten mensen van gemiddelde lengte er gewoon prima. Het spreekt voor zich dat de beenruimte niet overweldigend is, maar in beide auto’s is het goed uit te houden. In de Kia lijkt het meest rekening te zijn gehouden met passagiers, gezien de derde hoofdsteun en het feit dat er meer bekerhouders en grotere opbergvakken aanwezig zijn.

In beide auto’s kun je een behoorlijke bagageruimte creëren. In de Up! gaat dat het makkelijkst, de in de twee delen neerklapbare achterbank leg je plat en klaar is Kees. In de Kia moeten de voorstoelen iets naar voren en vervolgens de achterzittingen worden opgeklapt om de rugleuningen omlaag te kunnen klappen. Standaard biedt de Volkswagen 251 liter bagageruimte, de Kia doet het met 200 liter. De in hoogte verstelbare bodem van de Up! is handig, de Picanto zet daar een paar verborgen vakken onder de bodem tegenover. In de praktijk bieden beide auto’s voldoende ruimte om boodschappen te doen, maar voor het vervoeren van grotere spullen ben je met de Volkswagen het beste af.

De Volkswagen Up! is wat minder spannend vormgegeven dan de Kia

Wat zijn ze goed

Een viercilinder benzinemotor in een stadsauto zie je tegenwoordig niet veel meer. Toch ligt er een vierpitter in deze Kia Picanto en waarom ook niet? Wat betreft CO2-uitstoot zijn de verschillen met de driecilinder Up! te verwaarlozen en voor de koper tellen uiteindelijk uitsluitend de fiscale voordeeltjes. Een cilinder meer rijdt bovendien lekkerder, de 1.2 CVVT van de Kia loopt heerlijk soepel en klinkt volwassener dan een driecilinder. Nu moet ik wel zeggen dat de 1.0 in de Up! prettig klinkt en zelfs bij 120 km/u weinig van zich laat horen, ook al draaien beide blokken dan exact 3.400 tpm. Een pluim dus voor de goede isolatie in de Volkswagen, de Up! is stiller dan de Picanto. Alleen de bijgeluiden tijdens het schakelen zijn in de Duitser wat storend.

Een viercilinder benzinemotor in een stadsauto zie je tegenwoordig niet veel meer

Met 85 pk is de Kia de krachtigste van het tweetal en dat maakt ‘m net wat vlotter dan de 10 pk minder sterke Volkswagen. Op de snelweg en als het toerental flink stijgt, komt de Up! iets dichterbij. Wie van de twee het snelst is, blijft van onderliggend belang. Belangrijk is dat beide auto’s op hun eigen manier prettig rijden. De motoren zijn gekoppeld aan fijn schakelende vijfbakken en de kleintjes gaan lekker van hun plek. Na een lange toerrit door Amsterdam en via mooie landweggetjes in Noord-Holland was het tijd om de auto’s af te tanken. De Up! bleek met een gemiddeld verbruik van 1 op 17,9 het zuinigst, de Kia Picanto presteerde 1 op 15,5 – toch een behoorlijk verschil. Beide auto’s zijn inmiddels leverbaar met een start-/stopsysteem, wat het stadsverbruik drukt.

Zoals gezegd heb je in de up! een actievere zithouding en dat geeft al een beetje aan hoe de auto rijdt. De Volkswagen voelt voor zo’n kleintje best dynamisch aan. Het optionele sportonderstel helpt, maar ook zonder die optie is het een ‘lekker bakkie’. Het onderstel is mooi in balans en de kleine Duitser heeft iets lichtvoetigs. Het sturen gaat wat lichter en ietwat vager dan in de Picanto, maar voelt natuurlijker aan. Dit maakt het insturen gewoon erg prettig. De Kia Picanto is door zijn smallere koets en hogere zit minder uitdagend maar wel een stuk comfortabeler. Mede door het volwassen interieur heb je daarom niet het idee in een kleintje te zitten, wat een sterk punt van de Picanto blijft. Maar oh, wat zijn beide auto’s goed!

Uitstekend

Het maakt weinig uit of je voor de Kia Picanto of de Volkswagen up! kiest, beide auto’s zijn uitstekend. De Up! is het leukst om mee te rijden en bovendien het zuinigst, de Picanto is de comfortabelste en biedt de meeste zitruimte. Uiteindelijk heeft de keuze veel met eigen smaak en gevoel te maken. Rationeel gezien is de Picanto de betere auto, want je krijgt voor hetzelfde geld een completere auto. Niet zozeer qua luxe, maar omdat de Kia aanvoelt als een grotere auto. Kia’s kleinste zou zomaar een auto uit een klasse hoger kunnen zijn, terwijl je bij Volkswagen duidelijk met een stadsauto hebt te maken hebt - waarbij op bepaalde zaken merkbaar is bezuinigd.