Jaguar heeft lang vastgehouden aan het klassieke design van de XJ. Sinds eind jaren ’60 is het basisontwerp over meerder generaties intact gebleven. Bij de nieuwe XJ ging het roer om en waaide er een frisse wind door het unieke Britse automerk. Een grote gok, want de grote vraag was uiteraard wat de trouwe XJ-rijders hiervan zouden vinden. “Het is wennen”, was het meest voor de hand liggende en diplomatieke antwoord van een groot deel van de klanten. De verkoop startte dan ook niet zo spectaculair als bij zijn voorganger, maar de nieuwe XJ lijkt langzaam maar zeker toch meer kopers voor zich te winnen. De vraag is dan ook of de nieuwe XJ aan de verwachtingen van de gemiddelde Jaguar-rijder kan voldoen of deze zelfs overtreft.

Inmiddels is de Jaguar XJ lang genoeg op de markt om een goede mening te kunnen vormen over het design. Het ontwerp heeft even kunnen inwerken en blijkt een gevalletje ‘hate it or love it’. De vierdeurs coupélijn heeft niets meer weg van het traditionele limousinekoetswerk en doet eerder denken aan de klassieke MK II van Inspector Morse - ongetwijfeld heeft de ontwerper dit model als inspiratiebron gebruikt. De lange motorkap die uitmondt in de hoogopstaande chroomkleurige grille is een knipoog naar Jaguars uit de jaren ’50 en ’60. De afmeting van de grille is behoorlijk en laat de koplampen verhoudingsgewijs klein ogen. Toch krijgen de lichtunits geen aandacht tekort, want ze zijn rijkelijk gevuld met LED-lichten.

Vooral het achteraanzicht van de nieuwe XJ heeft de tongen losgemaakt. De opvallende achterlichten met zes lichtstroken die in de lijn van de achterklep meelopen, de brede en zelfs wat lomp ogende kofferbak en de opvallende achterruit die in de achterste stijlen lijkt over te lopen – de XJ toont hier misschien iets teveel zelfverzekerdheid. De oranje sidemarkers op de achterbumper - een vereiste in de VS - verstoren de schoonheid zoals puistjes dat bij een aantrekkelijke vrouw doen. Jaguar had ze bij de Europese XJ’s beter weg kunnen laten.

Bijzonder en hoogwaardig

Wie op zoek is naar een limousine met een bijzonder interieur, kan in deze ‘Jag’ zijn hart ophalen. Kijk eens naar de fraaie, klassiek-ronde luchtroosters, waartussen een modern uurwerk is geplaatst dat ‘s nachts fraai felblauw oplicht. Ook de houtafwerking die vanuit de deurpanelen onder de voorruit doorloopt is erg fraai. Werkelijk ieder paneel is bekleed met een laag leder en dat geeft de XJ de hoogwaardige uitstraling die in dit segment onmisbaar is. Het leder matcht mooi met de eveneens donkerbruine stoelbekleding en uiteraard zijn de zetels en de achterbank afgewerkt met een mooie contrasterende ‘piping’. Het meubilair zit comfortabel en is door middel van de elektrische verstelling zeer uitgebreid in te stellen. De voorste inzittenden komen aan ruimte niets te kort, maar helaas is dat op de achterbank een ander verhaal. Langere personen komen daar namelijk al snel in contact met de Alcantara dakhemel en raken met hun knieën de voorstoelen. Gelukkig staat er voor welgestelden die zich graag laten rijden een ‘Long Wheelbase’ in de prijslijst. De bestuurder wordt verwend met een schitterend driespaaks stuurwiel, waar uiteraard alle multimediagadgets op te bedienen zijn. De spaken liggen bovendien wat dieper, waardoor het hart met Jaguar-logo er opvallend uitspringt.

De diesel-XJ pakt bij lage toerentallen zo krachtig op dat ’ie de vergelijking met een geblazen V8 aankan

Ondanks de klassieke en stijlvolle uitstraling van het interieur is de nieuwe XJ voorzien van diverse hightech gadgets. Zo hebben de analoge tellers plaatsgemaakt voor een digitaal scherm, waarop analoge telers geprojecteerd worden. Het voordeel van een dergelijk scherm is de multifunctionaliteit, zo veranderen de brandstof- en de temperatuurmeter in een navigatiescherm op het moment dat er route-informatie gemeld wordt. Op deze manier hoeft de bestuurder niet constant zijn aandacht op het centrale navigatiescherm te vestigen. Het ‘nieuwe’ multimediasysteem reageert helaas traag op commando’s en heeft een matige lay-out. Dit hoort in deze klasse op een veel hoger niveau te zijn. Volgens Jaguar was deze testauto nog voorzien van een preproductie-systeem en wordt er hard gewerkt aan een nieuw systeem.

Heft in eigen hand

Net als dat er conservatief aan het traditionele ontwerp werd vastgehouden, heeft het erg lang geduurd voordat Jaguar een dieselmotor beschikbaar had voor zijn vlaggenschip. De vorige generatie profiteerde als eerste van een - in samenwerking met PSA ontwikkelde - dubbel geblazen 2.7 liter zescilinder dieselmotor en in de XJ was dit een soepele en vooral zuinige motor, maar met 204 pk deed hij nogal onder voor de concurrentie uit Duitsland. Dat is nu wel anders, want Jaguar heeft de meest krachtige variant van de wederom in samenwerking met PSA ontwikkelde 3.0 diesel in de nieuwe XJ gelepeld. Die levert 275 pk en maarliefst 600 Nm koppel. Dit zorgt voor een sprint van 0 tot 100 km/u in net geen 6,5 seconden en een top van 250 km/u. De XJ voelt met deze motor in iedere situatie soepel en krachtig aan en bij lage toerentallen pakt de motor zelfs zo krachtig op dat ’ie de vergelijking met een geblazen V8 aankan. Bij hoge toerentallen wordt het een ander verhaal, want waar een V8 er dan nog een schepje bovenop doet, blijft de diesel lineair doortrekken. Het motorgeluid blijft mooi op de achtergrond en de loopcultuur is evenals het schakelgedrag van de zestraps automaat zijdezacht. Hij houdt het toerental zo laag mogelijk en schakelt precies op de momenten dat je het verwacht. Een gemiddeld verbruik van 1 op 12,5 haal je zonder moeite. De liefhebber kan ook besluiten om via de flippers achter het stuurwiel het heft in eigen hand te nemen, maar moet er dan wel op rekenen dat de bak dan lang niet zo voorbeeldig schakelt als in de automatische stand.

Wie op zoek is naar een limousine met een bijzonder interieur, kan in deze Jag zijn hart ophalen

Wat na de eerste kilometers al opvalt is dat de nieuwe XJ een stuk dynamischer aanvoelt dan de vorige XJ’s. Die waren bij wijze van spreken zo zacht geveerd dat je in een bocht behoorlijk moest gokken met insturen. De X350 - de voorganger van deze XJ - was met zijn luchtvering al een heel stuk minder week, maar de nieuwe voelt op sommige momenten wel erg hard. Daar had naar een mooiere balans gezocht moeten worden. Het XJ kent helaas geen instelbare karakters, want dan had de berijder de onderstelafstemming nog naar eigen smaak in kunnen stellen. Toch heeft het nieuwe onderstel ook veel positieve kanten. Eindelijk kun je met een XJ ook snelheden boven de 150 km/u rijden zonder het gevoel te hebben dat je de weg afzweeft. Bochten zijn nu met een vertrouwder gevoel te nemen en het stuurgedrag is directer en wat minder licht geworden. Het tijdperk is aangebroken om zelf het stuur in handen te nemen in plaats van de chauffeur dit te te laten doen.

A major leap

De nieuwe XJ is een hele stap voorwaarts. Je zou zelfs kunnen zeggen: ‘a major leap’ in de geschiedenis van Jaguar. Hij is niet alleen stiller en krachtiger, maar ook communicatiever geworden. Vooral dat laatste zal de ‘vreemdmerkrijders’ aanspreken, waarmee de XJ een groter publiek bereikt. De bijzondere styling van zowel het in- als exterieur zal de meest veeleisende klanten tevreden kunnen stellen. Helaas valt de ruimte op de achterbank voor langere personen behoorlijk tegen, maar wie de ruimte achterin hard nodig heeft, kan altijd nog voor een ‘LWB’ kiezen. Wat het multimediasysteem betreft loopt Jaguar nog wel achter de feiten aan en het is te hopen dat het merk snel met een herziene variant op de markt komt. De nieuwe XJ overtreft ruimschoots de verwachtingen. Wie durft?