Mooi weer zorgt voor zomerkriebels, je wordt vrolijker en gaat naar buiten. Dan klinkt een cabriolet wel heel aantrekkelijk. Volkswagen brengt over enkele maanden de van een stoffen dak voorziene Golf Cabrio naar Nederland, maar vergeet niet dat het merk ook nog de Eos heeft. Volkswagen positioneert deze coupécabriolet hoger dan de Golf Cabrio, waarmee de Eos een bepaalde meerwaarde moet bieden. Het grootste voordeel is dat de vernieuwde Eos nu al leverbaar is en in de voorjaarszon zijn kunsten al kan vertonen.

Een reden waarom je de Eos boven de Golf Cabrio of een andere cabriolet met stoffen dak verkiest, heeft te maken met het feit dat de Eos een stalen dakconstructie heeft. Dit maakt de Eos minder inbraakgevoelig, beter geïsoleerd en veiliger dan een auto met stoffen dak. Goed, dat is een reden, maar belangrijker is dat de Eos ook tijdens minder zonnige dagen een uitermate geschikte cabrioletachtige is. Want ook met de kap dicht kun je dankzij het glazen dak een soort van ‘open gevoel’ ervaren. Uniek in zijn klasse is dat het tevens functioneert als een schuif- en kanteldak. De enige concurrent die een glazen dak heeft, is de Renault Mégane CC.

Met wisselvallig weer blijkt hoe fijn zo’n glazen dak is. Er komt extra licht naar binnen en de Eos wekt hierdoor een minder gesloten gevoel op dan een cabrio met stoffen dak. Je kunt het zien als een soort luxegevoel dat je niet of minder bij conventionele cabriolets ervaart. Als het zonnetje doorbreekt en de temperatuur aangenaam wordt, is het tijd om het dak te openen en het driedelige dak in 25 seconden in de kofferruimte te verbergen – geheel automatisch uiteraard. Door de slimme dakconstructie blijft er met geopend dak 205 liter over en met een gesloten dak een zeer acceptabele 380 liter. Nieuw is dat je het dak nu ook met de afstandsbediening kunt openen. Een absolute must als je de Eos aanschaft, is het optionele windscherm dat je achter de voorstoelen kunt monteren: een wereld van verschil qua comfort. Om cabine helemaal windvrij te krijgen, laat je alle vier de ramen via één knop omhoog komen en zet je het windschermpje bovenop de voorruit omhoog. Wie erg gehecht is aan zijn of haar kapsel heeft dan niks meer te vrezen, alleen veroorzaakt het kleine windscherm wel veel kabaal als je aan het rijden bent.

Niet sportief, wel aangenaam

Deze Eos is uitgerust met Dynamic Drive Control (1.190 euro) en hoewel ik dat systeem vaak in de sportmodus zet voor een straffere demping, is dit juist zo’n auto waarbij je ‘m eigenlijk in de comfortstand zou moeten laten staan. Met een geopend dak mist de Eos de stijfheid om er sportief mee te rijden, de auto leent zich over het algemeen meer om aangenaam te cruisen. De DSG-automaat zorgt ervoor dat het toerental laag blijft en schakelt vlekkeloos door de zes versnellingen heen. Je merkt aan meer dingen dat dit - ook met gesloten dak - geen sportieve auto is. De besturing is wat indirect en mist gevoel om echt scherp te zijn. Daar is overigens weinig mis mee, want de installatie in de Eos voelt wel prettig licht aan – typisch Volkswagen.

Met een geopend dak mist de Eos de stijfheid om er sportief mee te rijden, de auto leent zich over het algemeen meer om aangenaam te cruisen

Dat relaxte karakter wekt wel enigszins de vraag op waarom je de 2.0 TSI met 210 pk zou nemen. Het maakt de Eos lekker vlot (in 7,8 seconden op de 100 km/u) en zo’n dikke motor heeft natuurlijk pluspunten, maar dit Golf GTI-blok maakt de Eos niet sportief. Sterker: als je sportief wilt rijden, dan hik je weer tegen de niet al te stijve koets aan, die daarnaast ook niet geheel kraakvrij is. Met een kleine 1.500 kilogram aan leeggewicht voelt de Eos niet aan als een GTI zonder dak, al laat ook deze coupé-cabriolet tijdens overschakelen de typische ‘natte scheetjes’ horen uit de dubbele uitlaat. Het voordeel van de 2.0 TSI is vooral dat je over meer dan voldoende kracht beschikt en dat dit de enige benzinemotor is waarbij je een automaat kan bestellen. Wie schakelen niet erg vindt, kan beter 5.900 euro besparen door de 1.4 TSI met 160 pk te nemen. Wat betreft brandstofverbruik is er overigens weinig mis met de tweeliter viercilinder. Het blok verbruikt met 1 op 10 niet exceptioneel veel.

De Eos heeft weinig moeite met al dat vermogen. Enkel vanuit stilstand kunnen de voorwielen het bij iets te veel gas even niet meer bijbenen en volgt er tractieverlies. Buiten dat hoeft de tractiecontrole weinig in te grijpen en kun je de Volkswagen prima een bocht inzetten, zonder dat er angstige momenten opdoemen of het ESP overuren moet maken. De auto helt niet opmerkelijk veel over en als de snelheid niet te hoog ligt, voelt de koets stevig genoeg aan - torderen gebeurt pas bij hogere snelheden en snelle stuurbewegingen.

Eenheidsworst

Het uiterlijk van de Eos is niet meer zo ‘eigen’ als voorheen - een beetje een eenheidsworst,maar het nieuwe front staat ‘m wel beter dan de gedateerde chromen grille van zijn voorganger. Het is gelukkig niet helemaal het neusje zoals dat van de Golf maar onderscheidend is het niet. De achterlichten zijn niet schokkend vernieuwend, maar zien er wel mooi en zelfs stijlvol uit. De ‘diffuser’ op de achterbumper ziet er gelikt uit, net als de fraaie lakkleur.

In het interieur merk je aan alles dat de Eos in de basis al een wat oudere auto is

Er staat zeker wel een chique auto, maar helaas merk je dat in het interieur nauwelijks. Het dashboard is licht opgewaardeerd en nu voorzien van het stuurwiel uit - onder andere - de Golf. Ook de klimaatregeling en een aantal andere onderdelen zijn opgefrist, maar zowel op de deurpanelen als op de middenconsole is er gebruik gemaakt van harde materialen. Dat hoeft geen minpunt te zijn, maar als de Eos hoger gepositioneerd wordt dan de Golf, dan zou je juist bij een merk als Volkswagen daar meer verschil moeten zien. Wel steekt het interieur als vanouds goed in elkaar en krijg je toch een zeker luxegevoel. Ware het niet dat je dit ook in een Golf ervaart, die zelfs over fraaiere tellers beschikt. Je merkt in alles dat de Eos in de basis al een wat oudere auto is. De lederen sportstoelen weten wel te overtuigen: ze zitten heerlijk, bieden veel steun en de zitpositie is uitstekend. Achterin is het behelpen, maar met een beetje inschikken kom je een heel eind. Let wel op dat de personen achterin bij een geopend dak de windvangers zijn.

Voor alle seizoenen

Met de zomer in je bol is de Volkswagen Eos een aangename reisgenoot, zowel gesloten als dicht. Je kunt de Eos benadelen door te zeggen dat hij niet sportief genoeg is of een weinig spannende rijervaring biedt, iets wat bij een Golf met dit blok (GTI) terecht zou zijn. In een cabriolet als deze is dat allemaal wat minder van belang. Met de komst van de Golf Cabrio is Volkswagen een beetje in haar eigen gamma aan het kannibaliseren, maar de koper krijgt wel meer keuze. Kies je voor de Eos dan heb je - vooral in ons land - in alle seizoenen voordeel van het stalen klapdak met glazen schuif- en kanteldak. Het is alleen jammer dat de Eos zich te weinig onderscheidt qua interieur en materiaalgebruik, waardoor de hoger geplaatste marktpositie niet bevestigd wordt.