Rijdend door de binnenstad van Utrecht zie ik in mijn ooghoeken een groepje jonge dames fietsen. De op het oog meest modieus geklede van het stel kijkt mijn richting uit en roept uit het niets keihard: “Hey! De nieuwe Evoque! Whoaah!” De andere dames kijken haar aan alsof ze helemaal gek is, maar ik begrijp haar. Ze is het prototype vrouw – ik generaliseer graag - dat je in een commercial van Mini ziet rondrijden. Dat ze zo enthousiast reageert op de nieuwste Range Rover zegt genoeg over hoe we de SUV mogen zien, toch?

De Range Rover Evoque heeft alles in huis om als ‘cool’ te mogen worden bestempeld. Het ontwerp is modern, gedurfd en aantrekkelijk. Neem bijvoorbeeld de lichtunits, die zijn zo smal dat je ze eerder op een concept car verwacht dan op een productieauto. De aflopende daklijn voorkomt dat de SUV kolossaal overkomt en de fraaie wielen geven de auto een sportieve twist. Dat Land Rover - overigens terecht - trots is op de voorzijde blijkt wel als je de brochure doorbladert, het is zoeken naar een foto van de achterkant. En dat terwijl zijn kont best gezien mag worden. De smalle achterruit ziet er fraai uit, het zicht naar achteren is daardoor echter belabberd.

De Evoque is uniek in zijn klasse. De BMW X1/X3 en Audi Q3/Q5 zijn grijze muizen naast de Range Rover. Een gekleurd dak behoort tot de mogelijkheden en de geteste Dynamic-uitvoering een afwijkende bumperpartij met dikke, vierkante uitlaten. Dit is dan ook de sportiefste uitvoering. Dat houdt verder in dat onderdelen als de grille, raamomlijsting en roosters in Gloss Black uitgevoerd zijn. Land Rover gaat met de Range Rover Evoque helemaal met de mode mee.

Qua prijs zit de Evoque mooi in de buurt van eerder genoemde Duitse concurrenten. De Evoque met eD4-dieselmotor en tweewielaandrijving is er vanaf 42.900 euro, de duurdere modellen hebben een vanafprijs die maximaal 64.900 euro bedraagt.

De BMW X1/X3 en Audi Q3/Q5 zijn grijze muizen naast de Range Rover

Kuipstoelen

Kuipstoelen in een SUV, dat is iets nieuws. Land Rover biedt ze voor de Evoque aan. Je kunt je afvragen of die in een auto als deze echt thuishoren, maar het ziet er wel ontzettend gelikt uit. Ze zitten uitstekend, al geldt dat net zo goed voor de standaard zetels. De sportstoelen zijn onderdeel van het Dynamic Plus Pack (5.230 euro), waarmee je een sinistere sfeer creëert. Veel aluminium, donkere interieurdelen en een dashboard dat rijkelijk voorzien is van zwart leder zijn onderdeel van dit pakket. Ik kan niet anders zeggen dan dat het er voortreffelijk uitziet, al valt hier en daar de materiaalkeuze wat tegen. De portieren en de middentunnel zijn voor een groot deel uit harde materialen vervaardigd, maar dat wordt goedgemaakt door het aantrekkelijk design. Hoewel het dashboard niet enorm spannend is vormgegeven, springt het in het oog. De omhoogschuivende draaiknop van de automaat is daar een goed voorbeeld van.

Het navigatiescherm is bekend uit andere Land Rovers en blijft een puntje van kritiek opleveren, er zijn systemen die makkelijker werken en beter ogen. Neemt niet weg dat het vol zit met handige features. Zo kun je de kleur van de sfeerverlichting aanpassen, dankzij vijf camera’s de omgeving in de gaten houden (handig bij stoepranden) en is het mogelijk om als bestuurder de navigatiekaart te zien, terwijl de bijrijder op hetzelfde scherm een film kijkt. Het standaard aanwezige Hi-Line Meridan audiosysteem met tien luidsprekers en een subwoofer klinkt subliem.

Het vlotte design van de koets heeft nauwelijks nadelig invloed op de hoeveelheid ruimte. De hoofdruimte achterin valt ondanks de aflopende daklijn allerminst tegen, de beenruimte is echter nog maar net acceptabel voor een trip met vier volwassenen. De kofferbak heeft weliswaar geen tildrempel en lijkt met 575 liter best ruim, maar dat idee krijg je niet. De driedeurs Evoque (ook al zoiets bijzonders!) heeft met 550 liter een iets kleinere inhoud. Enfin, voor het wekelijkse rondje langs de boetieks voldoet het prima. Of generaliseer ik nu weer?

Hoewel het dashboard niet enorm spannend is vormgegeven, springt het in het oog

Bij het rijden betrekken

Het leuke van deze type auto is dat je vooraf moeilijk een beeld kunt scheppen van hoe ‘ie rijdt. Want de Evoque oogt weliswaar sportief, het is ‘gewoon’ een relatief hoge SUV. Ik kan zeggen: Land Rover heeft haar best gedaan. De Evoque mag dan de bodemplaat en wielophangingcomponenten met de Freelander delen, de ingenieurs hebben er alles aan gedaan om de Evoque een ‘eigen’ rijgedrag mee te geven. Het klinkt misschien wat cliché, maar de kleinste Range Rover komt in de buurt van het predicaat sportief. De wielen worden geveerd en gedempt met het Adaptive Dynamics-systeem van de Range Rover Sport. De schokdempers zijn gevuld met een magnetische vloeistof waarbij een elektromagneet de mate van de demping tot vijftig keer per seconde kan aanpassen. Het onderstel biedt de mogelijkheid om te kiezen tussen een normale en een dynamische stand. In die laatste modus is het onderstel lekker straf afgesteld en wordt voorkomen dat de koets hinderlijk overhelt. De wegligging is voor dit type auto best dynamisch, maar ik zou het vooral prettig en stabiel noemen. Iets waar de vierwielaandrijving grote verantwoording voor draagt. Ondanks de hoge zit vergeet je al gauw dat je met een SUV-achtige aan het rijden bent. Wat daarbij helpt is dat de Evoque niet afstandelijk aanvoelt en je bij het rijden betrekt. De voorwielen reageren snel op stuurcommando’s en de besturing biedt in de sportstand ook net wat meer weerstand. Goed, het voelt enigszins kunstmatig maar voor een SUV helemaal niet gek. In de normale stand biedt de Evoque net wat meer comfort en is de besturing een tikkeltje lichter. Ideaal voor woon-werk-verkeer, wil je persé een Mini bijhouden dan is de sportstand toch wel erg handig.

De Evoque oogt weliswaar sportief, het is ‘gewoon’ een relatief hoge SUV

De aandrijflijn van dit testmodel is de SD4-motor met een zestraps automaat. Deze 2179 cc grote viercilinder dieselmotor levert een keurige 190 pk en 420 Nm en is de krachtigste diesel die op dit moment leverbaar is in de Evoque. De vierpitter presteert naar behoren. De motor is redelijk stil en heeft voldoende trekkracht, al komt de krachtbron pas na 2.500 tpm echt los. De automaat lijkt zich daarvan bewust te zijn, want die wil wel eens afwachtend zijn met opschakelen. Het schakelen zelf gaat mooi vloeiend en het mechanisme maakt optimaal gebruik van het beschikbare vermogen. Wil je meer vermogen dan moet je uitwijken naar de 2,0-liter direct ingespoten benzinemotor, die 240 pk levert en in 7,6 seconden van 0-100 km/u sprint. De SD4-motor doet die sprint in een verdienstelijke 8,5 seconden maar een echte sprinter is het niet. De motor heeft in stadsverkeer zo’n 11 liter per 100 kilometer nodig, terwijl je daarbuiten makkelijk 8,5 liter per 100 kilometer haalt. Gezien het gewicht van 1.650 kilogram en de koetsvorm niet onaardig, evenmin uitzonderlijk goed. Leuk detail is dat je via de boordcomputer kunt zien hoeveel CO2 je per kilometer uitstoot.

Als je de gebaande paden verlaat, ondersteunt de Evoque je met het bekende Terrain Response, waarbij voor iedere ondergrond de meest optimale aandrijving wordt geboden. De Evoque heeft zelfs meer bodemvrijheid dan de Freelander, dus hij is absoluut tot iets in staat. Niet dat ik het ooit met deze 20 inch modewielen zie gebeuren, maar de Evoque kan door een halve meter diep water rijden.

Begeerlijk

Over het algemeen moet je iets met SUV’s hebben, wil je tot het besluit komen er eentje aan te schaffen. De Range Rover Evoque biedt uiteraard de voordelen van zo’n soort auto, maar staat qua rijgedrag en beleving dichter bij – laten we zeggen – een Mini. Toegegeven, die twee auto’s lijken net zoveel op elkaar als Gucci en Burberry maar spreken beide specifieke doelgroep aan. Dat geeft de Evoque een eigen charme. Hij gaat mee met de laatste (auto)mode en doet dat tegelijkertijd helemaal in zijn eigen stijl. Dat maakt de Evoque niet alleen voor de hippe jongedame op de fiets, maar ook voor mij erg begeerlijk.