BMW en Saab hebben allebei een connectie met de luchtvaart. Sterker nog, voordat beide merken zich met auto’s gingen bezig houden, hadden ze al ervaring in de vliegtuigindustrie. De Bayerische Motoren Werke werd ooit gesticht als bouwer van vliegtuigmotoren, terwijl Svenska Aeroplan Aktiebolaget zelfs compleet eigen vliegtoestellen bouwde en dat tot op de dag van vandaag nog steeds doet. Het propellerlogo van BMW is eigenlijk de enige zichtbare verwijzing naar het inmiddels vervlogen ‘aeronautische’ verleden, al weet de kenner dat de blauwwitte vlakken afkomstig zijn uit het wapen van Beieren. Bij Saab is de verwantschap met de vliegtuigbouw actueler en die wordt dan ook veel nadrukkelijker uitgedragen. De Zweden zien het als de ‘heritage’ van het merk, dat dient als DNA voor hun auto’s. Nu BMW in de toekomst motoren gaat leveren aan Saab lijkt de cirkel rond. Het is tevens een blijk van vertrouwen uit Duitsland, want het had weinig gescheeld of Saab was er niet meer geweest. De nieuwe 9-5 is het eerste wapenfeit dat de Zweedse autofabrikant weer terug op de kaart moet zetten. De ‘aero’-dynamische 9-5 krijgt gelijk de wind van voren uit de propellers van de maatstaf in zijn klasse: de BMW 5 Serie. Lukt het Saab een deel van het luchtruim te heroveren?

De nieuwe Saab 9-5 is een niet te missen verschijning op de weg, al was het alleen al vanwege zijn wagenlengte van ruim vijf meter. Met z’n onderscheidende uiterlijk weet deze nieuwe Saab duidelijk de aandacht op zich te vestigen. Tijdens de testweek ben ik veelvuldig spontaan aangesproken en nog vaker nagekeken. Daarbij vergeleken is de 5 Serie veel ingetogener en meer behoudend vormgegeven. Ook is de BMW zo’n 11 cm korter en in de geteste uitvoering een slordige 110 kg lichter. Dat zie je er zeker aan af als je de 9-5 naast de 5 ziet. Na een wilde uitspatting in de vorm van de E60 - de vorige generatie 5 Serie - speelt BMW met de nieuwe 5 duidelijk op safe. De lange neus is nog het meest kenmerkende stijlelement, want verder zijn ‘front en kont’ in lijn met de rest van het huidige modellengamma van BMW. Uiteraard is de Hofmeister knik bepalend voor de vorm van de achterste zijruit. Saab heeft de (eveneens) historisch verantwoorde hockeystick-lijn.

Naast de nieuwe 9-5 oogt de 5 Serie een beetje voorspelbaar en daardoor een tikkeltje saai. De 9-5 heeft een boeiender ontwerp met meer unieke stylingkenmerken, zoals een doorlopende raampartij die het dak optisch laat zweven. De Aero-voorbumper onderscheidt zich met zijn schuin afgesneden luchtinlaten en oogt daarmee dynamischer dan de niet als Aero uitgevoerde 9-5’s. De LED-dagrijverlichting grijnst zelfverzekerd in de ijsblauwe koplampunits. Aan de achterzijde is eveneens werk gemaakt van een apart uitziende lichtpartij, die over de gehele breedte van de auto strekt en de 9-5 ook in het donker erg herkenbaar maakt. De forse 19 inch lichtmetalen wielen hebben een fraai turbinedesign, een leuke verwijzing naar Saabs befaamde turbotechniek. De BMW staat in deze test op schoeisel in een maatje kleiner, maar deze set wielen staat de 5 Serie goed. De BMW heeft weliswaar een stoere en herkenbare look, maar de 9-5 heeft een meer onderscheidende uitstraling.

Dashboard of cockpit

In het binnenste van de Saab en BMW zijn soortgelijke verschillen te vinden. De 5 Serie heeft een tamelijk conventioneel dashboard met lamellen luchtroosters, waar je in de Saab wafelstructuurroosters vindt die je met een kleine joystick kunt richten. De BMW geeft met zijn rechtopstaande dashboard een wat ruimtelijker gevoel. Achter het stuur van de Saab zit wat dieper en word je als in een cockpit omsloten. Vanaf die plek kijk je uit op drie tellerkokers, waarvan de middelste de snelheid weergeeft. In de snelheidsmeter zit het ronde display van de boordcomputer geïntegreerd, die tevens de snelheid via een getekende ‘hoogtemeter’ kan weergeven. Een andere plek waar de snelheid en eventuele navigatieaanwijzingen kunnen worden getoond, is op de (optionele) Head Up Display (HUD), die op de voorruit wordt geprojecteerd. Een gimmick die de geteste 5 Serie ook heeft, maar met een duidelijk verschil: in de BMW is de projectie in kleur en in een veel hogere resolutie. Daar steekt de blokkerige en monochroom groene HUD uit de Saab toch een beetje ouderwets tegen af. De navigatiesystemen verschillen op dezelfde manier: het scherm in de BMW is groter en gedetailleerder en wordt door de inmiddels vertrouwde iDrive-knop in de middenconsole aangestuurd. Doordat die knop zoveel functies heeft, telt het dashboard van de 5 Serie veel minder knoppen en oogt het geheel opgeruimd. In de 9-5 moet je even wegwijs raken in de knoppenzee, maar de 9-5 heeft een touchscreen dat zich uitstekend laat bedienen.

Achter het stuur van de Saab zit je wat dieper en word je als in een cockpit omsloten

De BMW overklast de Saab met een onverslaanbare kwaliteitsindruk en materiaalkeuze. In de 5 Serie vind je overal zachte materialen en voelt ieder knopje en klepje solide aan. De middenconsole en de handgrepen in de deuren zijn zelfs met fraai gestikt leder bekleed. De Saab lijkt wat minder verfijnd en op sommige plaatsen zijn harde kunststoffen gebruikt, die minder hoogwaardig overkomen. Het ontbreken van een fraaie inleg voor het dashboardpaneel is een gemiste kans. Hier is nu een gladde, harde en grijze kunststof gebruikt, niet echt ‘premium’ dus.

Toch heeft de Saab nog een belangrijke troef in handen om de BMW in verlegenheid te brengen. Het is namelijk een stuk ruimer achterin de 9-5. De BMW schiet op het vlak van beenruimte gewoon te kort, waar je in de Saab knieruimte overhoudt – zelfs als de voorstoelen in de achterste stand staan. Toch moet hierbij de kanttekening geplaatst worden dat de hoofdruimte niet echt overhoudt. De Saab is de fijnere auto om in vervoerd te worden, want de achterbank biedt door de betere vorm en een langere zitting een fijnere plek. De spotjes van de rode sfeerverlichting achterin de BMW zorgen voor een rode gloed, die niet alleen smaakgevoelig is maar vooral hinderlijk stoort in de achteruitkijkspiegel. Sowieso is de groene dashboardverlichting van de Saab prettiger voor de ogen. De BMW biedt daarentegen een beter zicht naar achteren. De bagageruimte van de 9-5 is met 513 liter inhoud weliswaar 7 liter kleiner, maar de toegang tot het kofferruim is wel groter en daardoor praktischer dan die van de BMW.

De 5 Serie heeft een tamelijk conventioneel dashboard

Laagvliegen of een laag verbruik

Achter het stuur van de beide bolides zijn de verschillen een stuk kleiner en vallen veel positieve overeenkomsten op. Ik noem een uitgebreide verstelbaarheid van de stoelen, een goede zijdelingse ondersteuning, te verlengen zittingen en een fijn driespaaks stuurwiel dat ver naar je toe gehaald kan worden. In de Saab gaat dat laatste handmatig, in de BMW kan dit zelfs elektrisch. De zetels van de Saab zitten al gauw goed, terwijl je in de BMW - door de nog uitgebreidere verstelmogelijkheden van de optionele comfortzetels - langer bezig bent om een lekkere zithouding te vinden. Wat opvalt is dat de BMW-stoelen niet de typisch Duitse hardheid hebben die je bij de stoelen van de Saab verrassend genoeg wel ervaart – ze zijn naar Zweedse maatstaven behoorlijk stevig. Toch is de voor Scandinavische auto’s kenmerkende ergonomische vorm en fijne zithouding gebleven, al doet de BMW hier weinig voor onder.

Voor deze dubbeltest zetten we twee verschillende motorfilosofieën tegenover elkaar. De Saab beschikt over een viercilinder 2.0 turbomotor met 220 pk, terwijl de BMW over een 204 pk sterke 3.0 zes-in-lijn beschikt, die niet helemaal volgens de regels als 523i wordt aangeduid. Als luxueuze High Executive heeft de 5 Serie een prijs van 61.630 euro, terwijl voor de vergelijkbaar compleet uitgevoerde Saab 9-5 2.0T Aero de som van 63.300 euro wordt gevraagd. Dat is dan wel inclusief XWD-vierwielaandrijving, waarbij ook het adaptieve DriveSense-dempingsysteem standaard wordt meegeleverd. Hiermee zou de Saab opgewassen moeten zijn tegen BMW’s maatgevende rijeigenschappen.

Op de tussensprint pakt de Saab door zijn turbokracht af en toe een kleine voorsprong, maar de BMW heeft geen moeite om de Saab van repliek te dienen. Toch is de rijbeleving compleet anders

Het stuurgevoel in de 5 Serie is zoals verwacht erg communicatief en biedt door zijn gelijkmatige weerstand precies het gevoel dat je wilt. De besturing van de 9-5 reageert iets scherper rond de middenstand, maar geeft minder weerstand en gevoel als je verder instuurt. Toch verrast de Saab in de Sport-stand van het DriveSense-systeem met een fijn en direct stuurgevoel. Voor hetzelfde effect kun je bij BMW Active Steering bijbestellen. De adaptieve onderstelafstemming van de Saab is zelfs beter uitgebalanceerd dan het standaardonderstel van de BMW. De nieuwe 5 Serie is op conventionele veren en dempers – zeker voor een BMW – comfortabel te noemen, maar vergeleken met de 9-5 voelt deze 5 Serie een beetje week aan. De Saab ligt veel strakker op de weg, ook in de Comfort- en Intelligent-setting. Tegelijkertijd is het comfort van de Saab gelijkwaardig aan dat van de BMW. Uiteraard levert BMW tegen meerprijs ook een adaptief onderstel, maar dat zou de prijs van de BMW ver uit de buurt van de Saab brengen. In de gereden uitvoeringen komen de prijzen namelijk bijna exact overeen. Er werd 76.384 euro betaald voor de auto uit München en er ging 76.039 euro naar Trollhättan. Zodoende neemt de Saab toch een kleine voorsprong op de BMW, want de Saab heeft voor dat geld vierwielaandrijving en een adaptief onderstel.

Deze voorsprong behoudt de Saab echter niet op de sprint. Vanuit stilstand tot 160 km/u blijven de neuzen strak naast elkaar. Met een bijna overeenkomstige pk/gewichtsverhouding is dat ook niet vreemd. Op de tussensprint pakt de Saab door zijn turbokracht af en toe een kleine voorsprong, maar toch heeft de BMW met twee versnellingen en twee cilinders extra geen moeite om de door turbokracht bijgestane Saab van repliek te dienen. De 3.0 motor van de BMW is zeer smeuïg en heeft ook bij lage toerentallen al behoorlijk veel trekkracht. Toch is de rijbeleving compleet anders, want de 523i reageert dociel – bijna als een Mercedes - op het gaspedaal. Pas hoog in de toeren voel je de BMW goed doortrekken, wat gepaard gaat met de bekende huil van een zes-in-lijn. In de 9-5 hoor je tijdens het accelereren een minder verfijnde turbogrom, maar die verdwijnt op constante snelheid naar de achtergrond. Beide auto’s zijn aangenaam stille reiswagens die slechts 2.000 tpm draaien bij 120 km/u.

Het komt vooral door de constante turboduw en de levendige gasrespons dat de 9-5 sneller aanvoelt dan de 523i. De Saab heeft daardoor een meer opzwepend karakter, dat meer rijplezier geeft - als je van snelheid houdt. Het is wel raadzaam om in de boordcomputer de sportstand van de transmissie uit te schakelen, omdat de automaat anders een onnodig nerveus karakter krijgt. Veel toeren heeft de 2.0 turbo niet nodig, want er is ruim voldoende koppel onderin en daar maakt de automatische transmissie goed gebruik van. Terwijl het toerental laag blijft, zie je de naald van de turbodrukmeter driftig heen en weer zwiepen en krijg je die heerlijke turboduw. De vierwielaandrijving zorgt ervoor dat het turbogeweld gecontroleerd op het asfalt losgelaten wordt. De Aero nodigt al met al veel meer uit tot laagvliegen, terwijl je met de 5 Serie als vanzelf rustiger rijdt en dus ook gemakkelijker een laag verbruik scoort.

In de 9-5 moet je even wegwijs raken in de knoppenzee

De niet altijd schokvrij schakelende achttrapsautomaat van de BMW houdt het toerental constant zo laag mogelijk en dat vertaalt zich in een mooi testverbruik van 1 op 11,5. De Saab komt 3 kilometer minder ver op een liter. Dat ligt voor een deel aan het uitnodigende karakter van de turbomotor, maar met name aan de efficiëntie van de BMW-motor. Bij constante snelheden tussen de 80 en 120 km/u lees je bij de 5 Serie een verbruik van 1 op 14 tot 1 op 20 af, terwijl de Saab bij diezelfde snelheden op zijn gunstigst tussen de 1 op 12 en 1 op 15 rijdt. In de praktijk zal deze Saab met enige zelfbeheersing een verbruik van rond de 1 op 10 wel halen, maar beter lukt alleen zonder vierwielaandrijving en met een handgeschakelde versnellingsbak. In dit vergelijk blijkt dat turbotechniek en downsizing in de praktijk niet vanzelfsprekend tot een lager verbruik leiden. Alle lof voor de BMW, die met allerlei vernuftige brandstofbesparingsmaatregelen het rijden in een zescilinder betaalbaar houdt.

Mooie combinatie

Als je kijkt naar de efficiëntie van de aandrijflijn en de kwaliteitsbeleving in het interieur is de BMW 523i de betere auto in dit vergelijk. Toch spreekt de Saab 9-5 meer tot de verbeelding. De BMW mag dan een stoere en herkenbare look hebben, de 9-5 heeft vooral een onderscheidende uitstraling die indruk maakt. De rijeigenschappen van beide auto’s staan op een hoog niveau, maar in de gereden configuratie is de 9-5 de meest dynamische auto van de twee, zonder dat het rijcomfort eronder lijdt. Qua prijsstelling zijn beide auto’s eveneens aan elkaar gewaagd, maar de Saab biedt met de XWD-vierwielaandrijving en het adaptieve onderstel meer hightech. Tevens heeft de 9-5 een stuk meer interieurruimte achterin, waardoor je kunt stellen dat je meer auto voor je geld krijgt. Het totaalplaatje van de nieuwe 9-5 is zeker onderscheidend en goed genoeg om een select publiek weer voor zich te winnen. BMW zal zich daar echter niet veel zorgen om maken en verdient binnenkort zelfs aan Saabs succes. Een BMW motor in een Saab - dat zou nog eens een mooie combinatie kunnen zijn.