Onder het M Performance-label introduceert BMW een nieuwe reeks auto’s, die geplaatst worden tussen de ‘reguliere’ BMW’s en échte Motorsport-modellen. Het is vloeken in de kerk. In het geval van de BMW M550d gaat het namelijk om een diesel, maar ’t is dan ook niet zomaar een oliestoker! Waar de 535d al twinturbo-techniek aan boord heeft, ‘doet’ de M550d het met een drietal turbo’s. Daarmee perst het Beierse merk een weergaloze 381 pk en een klinkerverslindende 740 Nm koppel uit een 3,0-liter dieselmotor.

De verwachtingen zijn hooggespannen als ik de startknop van de M550d indruk om het triootje turbo’s wakker te schudden. De drieliter diesel laat met een zware grom horen dat ‘ie gevechtsklaar is. Helaas is zijn omhulsel minstens zo zwaar, want xDrive-vierwielaandrijving is standaard en bovendien leende BMW een praktische Touring uit voor deze test. Maarliefst 1.965 kg wordt in beweging gebracht, hoewel die cijfers verbleken bij het power-niveau.

Al bij een rustige rijstijl valt op hoe de sound-engineers hun best hebben gedaan om de M550d een lekker volle gorgel mee te geven. Zoals veel zes-in-lijn-diesels van BMW klinkt het blok absoluut niet onaardig, maar een M5 wordt het natuurlijk nooit. En die nieuwe, geblazen achtcilinder was al een stapje terug na die atmosferische, hoogtoerige V10. Tja, het is nu eenmaal downsizen ‘geblazen’ in München.

Een eerste aanzet resulteert reeds in een fantastische ‘duw-in-de-rug’. Wow, wat een trekkracht!

Performance-aspiraties

Gek genoeg zit ik niet op koeienhuid, maar op een combinatie van stof en alcantara. Voor mij bevindt zich het M-stuurwiel, dat lekker in de hand ligt. Een M-logo op het automaatpookje en ‘tricolore‘-stiksels in de Motorsport-huisstijl herinneren je aan de aspiraties van dit model. Maar kan ‘ie het waar maken? Een eerste aanzet resulteert reeds in een fantastische ‘duw-in-de-rug’. Wow, wat een trekkracht! In een zucht versnel je tientallen kilometers per uur. Invoegen en inhalen worden formaliteiten. Terugschakelen is amper noodzakelijk, een korte hap lucht is voldoende om de M550d diep te laten uitblazen.

Tijd om het gas écht te vloeren en de automaatbak een paar tandjes terug te laten schakelen. Voor een sprint vanuit stilstand naar 100 km/u zet ik de M550d stil om te verifiëren of de beloofde 0-100 km/u-tijd van 4,9 seconden geëvenaard wordt. Met de gulzigheid van een uitgehongerde piranha vliegt de M550d door acht korte, maar krachtige trappen. Een supersnelle auto, maar toch voel ik een lichte teleurstelling. Het echte spektakel blijft uit en er moet zelfs een turbogat worden overwonnen. Voluit imponeert deze opperdiesel niet zoals je van een M-model verwacht en ook de stopwatch laat een halve tel meer zien dan opgegeven door BMW – er mist simpelweg snelheidsgevoel. Tot 200 km/u trekt de M550d stevig, maar voor zoveel pk’s niet bovengemiddeld snel door. Richting de begrensde topsnelheid van 250 km/u lijkt de M550d zelfs sneller uitgeput dan zijn benzinebroeders, want de laatste kilometers kruipt ‘ie naar het einde van de snelheidsmeter. De wijze waarop een BMW 335i of 650i naar de snelheidsbegrenzer knalt, herhaalt zich niet in de M550d en dat valt toch een beetje tegen voor een bijna 400 pk sterke auto.

M-logo's en ‘tricolore‘-stiksels herinneren je aan de aspiraties

Vier aangedreven wielen zorgen voor een gecontroleerde krachtafgifte. De purist doe je meer plezier met achterwielaandrijving. In dat opzicht kan de M550d in de verste verte niet tippen aan het geweld van een M5. Bovendien is enige speelsheid hem vreemd, want zelfs met uitgeschakeld ESP trekt de vierwielaandrijving lichte overstuurneigingen weer recht.

De M550d vraagt veel zelfbeheersing...

Geweldige reiswagen

Wat overblijft is een stationcar waarmee je nog altijd onverstoord lekker kunt knallen. Het stuurgevoel is bovengemiddeld fijn en de adaptieve dempers houden de koets mooi in balans. Daarmee wordt de zwaarlijvigheid goeddeels gemaskeerd, maar een precisiewapen is de M550d zeker niet. Eerder een geweldige reiswagen, die op één tank twee keer zover komt als een M5 dat doet. Tijdens de testperiode scoorde ik tussen de 9 en 10 l/100 km (tussen de 1 op 10 en 1 op 11,1), wat gezien het prestatieniveau alleszins acceptabel is. Een poging tot echt zuinig rijden liep op niets uit, want bij 1.800 tpm en 120 km/u toont de boordcomputer al een verbruik van 7,8 l/100 km. Hoe die opgegeven 6,4 l/100 km dan mogelijk wordt, is mij een raadsel. Wat dat betreft is een 530d – die in de basis hetzelfde motorblok heeft – een stuk zuiniger. Pas wanneer je harder gaat rijden komt de meevaller, want bij 150 km/u draait de motor slechts 2.300 tpm. En daar zit hem de winst, want waar een M5 echt stevig gaat drinken als je hard rijdt, daar valt het bij deze diesel nog te overzien. Je moet het wel heel bont maken om slechter dan 1 op 9 uit te komen, maar beter dan 1 op 11 wordt het niet.

381 pk en een klinkerverslindende 740 Nm koppel

De M550d vraagt veel zelfbeheersing, niet in de laatste plaats van medeweggebruikers. Kenners kijken, zo bleek tijdens de testperiode. Geprikkeld door de M-bodykit, brede uitlaatmonden en het driekleurige M-logo dagen medeweggebruikers je graag uit voor een sprint. Leuk dat de potentie gespot wordt, maar incognito door het verkeer gaan is er niet bij.

Twee goede redenen

Uiteraard wil BMW met de 107.500 euro kostende M550d xDrive geen alternatief bieden voor de M5. Wie toch twijfelt heeft eigenlijk slechts twee goede redenen om een M5 te laten staan en deze M550d te kiezen: het aantal tankbeurten wordt sterk verminderd en er is (nog) geen M5 Touring. Over het nut van een Touring hoeven we het niet te hebben, iedereen weet dat meer functionaliteit beter te verantwoorden is. Dat geldt niet voor het M-logo op de achterkant, dat is een beetje misplaatst. Investeer dan 25 mille extra in een échte M5 of hou zo’n 30 mille op zak met een evenmin te versmaden 535d Touring.