De Jaguar XF heeft mijn zintuigen altijd geprikkeld, al in de conceptfase was het liefde op het eerste gezicht. In de productiefase bekoelde die liefde enigszins, maar bij de facelift keerden de fijngeknepen kattenogen terug. Voeg een brullende achtcilinder en een oogverblindend felrode jachtuitmonstering toe en de liefde tussen mij en de Jaguar is vervolmaakt.

Oog in oog is zelfs stilstaand de beweging en kracht te zien die de XFR uitstraalt. De Jaguar intimideert zijn prooi met een zelfverzekerde grijns en zijn luchtinlaten kunnen een antilope verslinden. Een dynamische coupélijn verraadt de snelheid waarmee hij kan toeslaan en vier uitlaten geven blijk van het gebrul waarmee dat gepaard gaat. De twintig inch wielen springen als scherpe klauwen uit de wielkasten, klaar om zich vast te nagelen aan het asfalt. De visuele impact is enorm en deze bloedrode lakkleur maakt alleen maar hongeriger naar de sleutels.

Als gegoten

Plaatsnemen in de Jaguar voelt als het aantrekken van handschoenen, het zit als gegoten. Het zwart-rode meubilair is opvallend comfortabel, maar biedt meer dan genoeg zijdelingse steun. De donkere hemelbekleding geeft een geborgen gevoel, terwijl het opgeruimde dashboard een hightech sfeer ademt. Het ‘coole’ aluminium visgraatmotief op het dashboard wordt afgewisseld door pianolak-sierlijsten en vlakken zwart leder. Goedkope kunststoffen kom je nergens tegen, maar de lichtblauwe sfeerverlichting zal niet ieders smaak zijn. Het zijn de mannen van Bowers & Wilkins die voor een 1.200 Watt sterke geluidsensatie zorgen. Volstrekt overbodig tijdens een opzwepende kakofonie van motor en uitlaat, maar aangenaam tijdens rustig cruisen. Via het centrale touchscreen bedien je multimedia en klimaat, maar ik wil slechts één ding: rijden! 

Een beheerste brul laat weten dat het beest wakker is...

Gentleman

Met een druk op de startknop verheft de ronde versnellingsknop zich uit de middentunnel en openen de luchtroosters. Een beheerste brul laat weten dat het beest wakker is, maar het toerental dut al gauw in naar de waakstand. De XFR is van een compleet andere orde dan andere XF’s, de 5,0-liter V8 laat met zijn supercharger maarliefst 510 pk op het asfalt los en die paarden moet ik temmen. Al gauw blijkt dat geen onmogelijke opgave, want de XFR toont zich de eerste meters een echte gentleman. Je kunt er prima rustig mee rijden en ik gun de V8 tijd om op te warmen. De Jaguar gorgelt tevreden en blijkt aan weinig toeren voldoende te hebben om bovengemiddeld rap door het verkeer te gaan. De supercharger zorgt al vanaf de eerste omwenteling voor extra stuwkracht en dat voel je aan de directe gasrespons. Gelukkig laat het pedaal zich mooi doseren, want de XFR reageert zonder aarzeling. Met boterzachte schakelacties laveert de XFR tussen z’n zes trappen en lijkt er geen vuiltje aan de lucht.

Plaatsnemen in de Jaguar XFR voelt als het aantrekken van handschoenen

Soevereine overmacht

Dan is de weg vrij, de motor warm en mijn zelfbeheersing op. Ik trap de Jaguar op zijn staart en met een soevereine overmacht schiet ‘ie er vandoor. De zestrapsautomaat reageert meteen op mijn commando’s en schakelt meerdere verzetten terug. Met een gegrom van een op hol geslagen kettingzaag buldert de V8 boven het gejank van de supercharger uit. In een oogwenk lees ik hoogst illegale snelheden af, terwijl  de horizon steeds sneller op me af komt. Met lange halen zie ik de naald van de toerenteller onvermoeibaar omhoog klimmen richting het bij 6.500 tpm beginnende rode toerengebied. Wat een zaligheid om door die lange versnellingen heen te vliegen. Bij 170 km/u naar ‘vier’, bij 220 km/u in z’n ‘vijf’ verder - komt er nog een einde aan dit geweld? Nee, pas bij 265 km/uur op de teller vindt de snelheidsbegrenzer het welletjes.

Een ‘power saloon’ met sportwagenprestaties, deze Jaguar.

Verslavend geknetter

Vanuit stilstand is de sensatie nog groter. Hoewel de harde cijfers suggereren dat de XFR met 4,9 seconden naar de 100 km/u niet tot de snelste in zijn ‘league’ behoort, laat de stopwatch verrassende cijfers zien. Voor het beste resultaat moet het wegdek droog zijn en mag de tractiecontrole aanblijven, maar zelfs de slechtste poging bewijst dat de XFR onder de 4,5 seconden naar de honderd spurt. De meest gunstige meting toonde zelfs een tijd van 4,2 seconden! Dan kun je de nieuwste BMW M5 en Mercedes-Benz E63 AMG toch heel aardig bijhouden, in het onwaarschijnlijke geval je een van beide Duitsers tegenkomt. Een ‘power saloon’ met sportwagenprestaties, deze Jaguar. En ga je weer van het gas af, dan trakteert de roofkat je op een verslavend geknetter uit de uitlaat – kippenvel! Telkens schakel ik met de linker stuurpeddel terug tijdens het afremmen, om dat o(o)rgastische geluid weer te horen. Omstanders kijken om, ik kan het niet laten.

Tot nu toe is de lofzang groot, maar het is niet louter hosanna over deze XFR. Een tegenvaller is de besturing en dan met name het lichte gevoel – op dat front voelt een XFR niet wezenlijk anders dan een ‘huis-tuin-en-keuken-XF’. Natuurlijk maken de brede 20 inch sloffen hem lekker direct reagerend op stuurinput, maar iets meer tegendruk zou wenselijk zijn. Wie hardcore sportiviteit verwacht komt bedrogen uit, de XFR biedt meer het comfort van een GT. Daaraan doet de sport-setting van de adaptieve demping weinig af, of beter gezegd: die voegt weinig dynamiek toe. De XFR helt relatief veel over en rijdt niet uitzonderlijk communicatief. Mocht je 1.001 instellingen zelf willen ‘customizen’, dan moet je toch echt een M5 bestellen. Meer smaken dan ‘normaal’ en ‘sport’ heeft de XFR niet, maar die bevallen uitstekend. Het uitzetten van tractiecontrole en ESP resulteert louter in bandenrook en gedeukte ego’s, want je moet geoefend zijn om dit geweld op de limiet te beteugelen.

De Jaguar XFR transformeert zonder aarzeling van huiskat naar roofdier

Tenslotte nog een positieve noot om mee af te sluiten: de beloofde 1 op 8 is zeker realistisch en haalbaar. Wie lekker tekeer gaat zal eerder rond de 1 op 6,5 verbruiken, maar ook 1 op 9 is met enige zelfbeheersing en veel snelwegkilometers goed te doen. Mijn testgemiddelde kwam exclusief acceleratiemetingen uit op 1 op 7,6, alleszins redelijk voor dit prestatieniveau en dichtbij de fabrieksopgave. Helaas heeft de concurrentie mooiere theoretische verbruiken, waardoor de BPM-toeslag zo’n XFR relatief prijzig maakt. Een paar leuke opties stuwen de totaalprijs op tot meer dan anderhalve euroton. Slik…

Transformeren

Voor mij is de Jaguar XFR de ultieme ‘power saloon’ en het doet pijn als onze wegen zich na een intense liefdesaffaire weer moeten scheiden. Zijn overweldigende uiterlijk vertoon krijgt in deze kleur en uitvoering een vlijmscherp randje en dat laat je niet meer los. Zijn sensationele supercharged V8 geeft hem een vuurkracht die de concurrentie van repliek dient, terwijl motor en uitlaten fraaie geluiden voortbrengen. Tegelijkertijd is al het fijne van de normale XF gebleven - geen plankharde racekuipen of een stoterig onderstel, de XFR is te allen tijde een reiswagen met superzetels, een geweldig audiosysteem en voldoende comfort. Of je nou voluit gaat of rustig cruiset, de XFR kan alles en transformeert zonder aarzeling van huiskat naar roofdier.